32 702 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften in verband met de verstrekking van inlichtingen aan het openbaar ministerie bij de tenuitvoerlegging van geldboeten en enkele verbeteringen

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de informatiepositie van het openbaar ministerie bij tenuitvoerlegging van geldboeten en schadevergoedingsmaatregelen te verbeteren en enkele verbeteringen door te voeren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 572 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 572a

Een ieder is verplicht desgevorderd onverwijld aan het openbaar ministerie, dat met de tenuitvoerlegging van het vonnis, het arrest of de strafbeschikking is belast, de inlichtingen te verstrekken welke naar het redelijk oordeel van het openbaar ministerie noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het vonnis, het arrest of de strafbeschikking houdende veroordeling tot geldboete of tot een maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht. De artikelen 217 en 218 zijn van overeenkomstige toepassing.

B

Artikel 576 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder b, vervalt «periodieke».

2. Het tweede lid, derde volzin, komt te luiden: Zij wordt verstrekt aan degene onder wie het verhaal wordt genomen en betekend aan de veroordeelde.

3. Onder vernummering van het achtste lid tot zevende lid vervalt het zevende lid.

ARTIKEL II

De Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie.

B

In artikel 2, zesde lid wordt «Onze Minister van Verkeer en Waterstaat» vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.

C

Aan artikel 22 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Een ieder is verplicht desgevorderd onverwijld aan de officier van justitie, die met de inning van de administratieve sanctie is belast, de inlichtingen te verstrekken welke naar het redelijk oordeel van het openbaar ministerie noodzakelijk zijn ten behoeve van de toepassing van het eerste lid van dit artikel. De artikelen 217 en 218 van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing.

D

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder b, vervalt «periodieke».

2. Onder vernummering van het achtste lid tot zevende lid vervalt het zevende lid.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De minister van Veiligheid en Justitie,

Naar boven