32 698 Hoogwaterbeschermingsprogramma

Nr. 81 LIJST HOUDENDE EEN VRAAG EN EEN ANTWOORD

Vastgesteld 7 juni 2023

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vraag voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de brief van 17 april 2023 inzake de 23e Voortgangsrapportage Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (Kamerstuk 32 698, nr. 79).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 5 juni 2023. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Tjeerd de Groot

De adjunct-griffier van de commissie, Meedendorp

Vraag

Kunt u toelichten wat de risico's bedragen voor het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), waarvoor risicoreserveringen worden aangehouden op zowel project- als programmaniveau?

Antwoord

In het HWBP-2 worden risicoreserveringen aangehouden op projectniveau en op programmaniveau.

Bij risico’s op projectniveau (€ 76,2 miljoen) gaat het om nog onzekere factoren bij:

  • De uitvoering van o.a. het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam.

  • De afwikkeling van schade- en herstelmaatregelen in de projecten waar een fase 2 nog van loopt. Fase 2 wordt gebruikt voor werkzaamheden die niet direct de waterveiligheid raken, maar vooral te maken hebben met afrondende werkzaamheden. Projecten in fase 2 zijn o.a. Waddenzeedijk, Friese kust en Kustversterking Noordwijk.

Bij de programmarisico’s gaat het om:

  • Benoemde risico’s (€ 15,0 miljoen): risico’s die een project kunnen raken, maar niet zijn opgenomen in de lopende beschikking van het project, en risico’s die niet voldoende uitgewerkt kunnen worden, maar een project zouden kunnen raken.

  • Onbenoemde risico’s (€ 32,4 miljoen): deze hebben een vaste rekenkundige vorm van 5%. Dit wordt berekend over de raming van de lopende projecten en de prognose van de kosten van de programmadirectie (die het programma begeleid en afsluit) tot het einde van het programma.

Naar boven