32 698 Hoogwaterbeschermingsprogramma

Nr. 60 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 september 2021

In deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Ministers van BZK, IenW en LNV en de Staatssecretaris van EZK, over een aantal aspecten van de afhandeling van de waterschade medio juli in Limburg en Noord-Brabant.

Ministeriële regeling

Bijgaand treft uw Kamer aan de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in de Noord-Brabant in juli 2021(bijlage 1)1. Regeling is gepubliceerd in de Staatscourant van 9 september 2021, Stcrt. 2021, nr. 40211. en treedt voor de grootste groep gedupeerden (particulieren, kerkgenootschappen, stichtingen, verenigingen en niet-landbouwbedrijven in werking met ingang van 10 september 2021. Voor de landbouwsector werkt de regeling met ingang van 13 september. In de bijlage bij de regeling is een kaart opgenomen met de contouren van het schadegebied. Het koninklijk besluit, waarbij de Wet tegemoetkoming schade (Wts) van toepassing wordt verklaard op afstromend water in Limburg, is 3 september 2021 gepubliceerd in het Stb. 2021, nr. 419.

Begrotingswijziging

Zoals vermeld in mijn brief van 13 augustus zou ik uw Kamer informeren over een begrotingswijziging. In een separate brief stuur ik u een incidentele suppletoire begroting om te bewerkstelligen dat de eerste schades al dit jaar tegemoet kunnen worden gekomen. Bij deze incidentele suppletoire begroting wordt een bedrag van 200 mln. voor het uitvoeringsjaar 2021 aan de begroting van JenV toegevoegd. De bedragen voor het jaar 2022 zullen door middel van een nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2022 aan de Staten-Generaal worden voorgelegd.

Uitvoering RVO

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft zich voorbereid op de uitvoering van de Wts. Vanaf 9 augustus jl. kunnen de schademeldingen via de website van RVO worden ingediend. Tot nu toe zijn 1.135 Wts meldingen ontvangen.

De schade-experts staan gereed om na inwerkingtreding van de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in de Noord-Brabant in juli 2021 de eerste schade expertises uit te voeren. Na de uitvoering van de schade-expertise wordt het Wts-aanvraagformulier naar RVO gestuurd. RVO spant zich in om de retour ontvangen Wts-aanvragen binnen 4 tot 6 weken uit te betalen. Dit geldt voor de aanvragen waarbij geen beroep wordt gedaan op de hardheidsclausule.

Schade die buiten de Wts valt

De Wts voorziet niet in een tegemoetkoming voor schade als gevolg van omzetderving bij niet-landbouwbedrijven (oogstschade en bedrijfsschade bij landbouwbedrijven wordt wel gedekt door de Wts). In het derde kwartaal van 2021 kunnen ondernemers een beroep doen op de coronasteunmaatregelen NOW en TVL wanneer zij aan de voorwaarden voor deze regelingen voldoen. Er komt voor het derde kwartaal geen extra regeling bovenop het coronasteunpakket in het kader van omzetderving. Het kabinet is over de omzetderving in het vierde kwartaal van 2021 in gesprek met de regio en ondernemersvertegenwoordigers, waarbij ook aandacht is voor proportionaliteit, uitvoerbaarheid en precedentwerking. De betrokken partijen brengen hiervoor in kaart om welke omvang en aard van het omzetverlies het gaat in de getroffen regio’s.

Tevens verkent het kabinet de wenselijkheid en mogelijkheden voor tegemoetkoming in uiterwaarden langs de Maas. Bij deze verkenning zijn de aspecten consistentie van beleid, proportionaliteit, uitvoerbaarheid en precedentwerking betrokken.

Beide trajecten (omzetderving en uiterwaarden) kosten evenwel tijd om te onderzoeken mede gezien de genoemde aandachtspunten. Om die reden kan het kabinet hierover op dit moment nog geen uitsluitsel geven.

Europese solidariteitsfonds

Het kabinet is zich bewust van de mogelijkheid een beroep te doen op het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (EUSF). Om een aanvraag bij het fonds te kunnen indienen, is het nodig dat de schade in beeld is. De Europese Commissie hanteert voor aanvragen een indieningstermijn van 12 weken na het ontstaan van de ramp.

Op dit moment is contact met de Europese Commissie over een mogelijke aanvraag en of Nederland aan de voorwaarden voldoet. Het kabinet zal uiterlijk eind september, als alle door de Europese Commissie gevraagde informatie bekend is, beslissen over een mogelijke aanvraag. Er is hierover ook contact met de buurlanden België en Duitsland, die hetzelfde overwegen, maar op dit moment ook nog geen aanvraag hebben ingediend.

Een gelijkluidende brief heb ik heden gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven