32 698 Hoogwaterbeschermingsprogramma

Nr. 40 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 13 juni 2018

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de brief van 3 april 2018 inzake de 13e voortgangsrapportage Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (Kamerstuk 32 698, nr. 38).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 12 juni 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp

Vraag 1

In hoeverre kunnen projecten die zich in de realisatiefase bevinden, worden aangepast aan nieuwe inzichten, zoals het te verwachten rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)? Of zou daar een nieuw te starten project voor opgezet moeten worden?

Antwoord 1

Voor de projecten in de realisatiefase zijn reeds contracten afgesloten met aannemers. Het IPCC komt eind 2018 /begin 2019 met de eerste, nieuwste inzichten ten aanzien van o.a. mondiale versnelde zeespiegelstijging. Het KNMI verwerkt deze inzichten naar nieuwe scenario’s voor zeespiegelstijging (2019) en klimaatontwikkeling (2021) voor onze regio. Dit betekent dat de nieuwste inzichten meegenomen kunnen worden in de beoordelingsronde van de primaire waterkeringen, die in 2023 van start zal gaan.

Vraag 2

In hoeverre worden toekomstige projecten aangepast op de verwachting dat de zeespiegel nog sneller zal stijgen dan aangenomen?

Antwoord 2

Er is nu nog geen aanpassing van deze projecten voorzien op basis van de verwachtingen omtrent snellere zeespiegelstijging. Zie verder het antwoord op vraag 1.

Vraag 3

In hoeverre wordt er nu al rekening gehouden met de kosten die gepaard zullen gaan met mogelijke extra maatregelen als gevolg van klimaatverandering? Met andere woorden, worden die ingecalculeerd of is er een risico op een mogelijke miljardenbegroting ineens?

Antwoord 3

Met die kosten wordt nu geen rekening gehouden.

Op basis van de nieuwe inzichten over zeespiegelstijging worden zowel het beoordelings- als het ontwerpinstrumentarium aangepast. Vervolgens worden in de beoordelingsronde, die in 2023 van start gaat, de nieuwste inzichten meegenomen. Of de middelen voor de verbetermaatregelen voldoende zullen zijn, zal tegen die tijd duidelijk worden.

Naar boven