32 696 Opheffing van het Spaarfonds AOW

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 21 april 2011

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

Blz.

  

I. ALGEMEEN

1

1. Inleiding

1

2. Doelstelling wetsvoorstel

2

3. Financiële gevolgen

2

4. Praktische uitwerking

3

I. ALGEMEEN

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de opheffing van het Spaarfonds AOW. De leden van de VVD-fractie hebben maar een vraag over het wetsvoorstel: wanneer zal deze wet in werking treden?

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Het is goed geweest dat er via het spaarfonds aandacht is gekomen voor het houdbaarheidsvraagstuk AOW-vergrijzing. Het spaarfonds levert echter geen daadwerkelijke verbetering op voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, het was slechts een bepaalde manier van boekhouden. Het opheffen van het fonds heeft dan ook geen nadelige consequenties. Het vraagstuk van houdbare overheidsfinanciën is echter nog steeds actueel.

De leden van de CDA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voornemen om het spaarfonds AOW op te heffen. De leden van de CDA-fractie willen niettemin enkele zaken aan de orde stellen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben een aantal vragen.

2. Doelstelling wetsvoorstel

De leden van de CDA-fractie constateren dat eind jaren negentig er voor werd gekozen om de oplopende kosten van de vergrijzing op te vangen door terugdringing van het financieringstekort en de staatsschuld. De functie van het fonds was om de verantwoordelijkheid van het Rijk bij de toekomstige AOW-uitkeringen tot uitdrukking te brengen. Het was echter niet alleen een kwestie van inzichtelijk maken. Er werd tevens gepoogd om de piek in de AOW uitgaven op te kunnen vangen en daardoor een zo stevig mogelijke financiële basis te creëren. Het spaarfonds zou in staat moeten zijn om de piek in 2020 op te kunnen vangen. Dit werd gedaan door de vrijvallende rentelasten te reserveren. Tegelijkertijd staat in de memorie van toelichting dat het AOW spaarfonds nu ook zomaar weer kan worden opgeheven zonder dat dit iets kost. Wat is dan het nut geweest van het spaarfonds de afgelopen jaren? De leden van de CDA-fractie ontvangen graag een uitgebreide reactie van de regering op dit punt.

De leden van de CDA-fractie constateren dat de studiegroep begrotingsruimte in haar rapport van april 2010 heeft vastgesteld dat het AOW spaarfonds niet bijdraagt aan de transparantie van de overheidsfinanciën. Dit valt enigszins ironisch te noemen aangezien de studiegroep begrotingsruimte eind jaren negentig zelf had voorgesteld een AOW spaarfonds op te richten. Hoe kan de gewenste transparantie dan wel worden bereikt?

De leden van de SP-fractie vragen waarom er niet voor is gekozen om zoals in Noorwegen een fonds te vormen waar wel financiële middelen worden gereserveerd.

De leden van de SP-fractie vragen welke middelen zijn ingezet door Postbus 51 omtrent het spaarfonds AOW. Zij vragen welk bedrag hieraan uitgegeven is. Ook vragen zij om een overzicht van de inhoud van alle publieke uitingen omtrent het spaarfonds dat door Postbus 51 of andere voorlichting door de overheid is uitgebracht.

De leden van de SP-fractie vragen of het juist is dat burgers door Postbus 51 werden voorgehouden dat door het spaarfonds AOW waar € 115 mld. in zou zitten de AOW in de toekomst zeker zou zijn.

De leden van de SP-fractie vragen of een uitgebreide rectificatie door Postbus 51 op zijn plaats zou zijn.

De leden van de SP-fractie vragen of de reacties van sprekers tijdens het rondetafelgesprek wat de commissie op 2 februari jl. heeft gehad die spraken van volksverlakkerij en kiezersbedrog voor de regering aanleiding zijn om excuses te maken voor de informatieverstrekking over het AOW spaarfonds in het verleden.

De leden van de SP-fractie vragen of met de kennis van nu een dergelijk fonds nooit ingesteld had moeten worden.

3. Financiële gevolgen

De leden van de CDA-fractie constateren dat in de begroting van het AOW spaarfonds voor 2011 staat dat de totale aanspraak van de AOW in 2020 € 115 mld. bedraagt. Op welke wijze heeft dit fonds nu bijgedragen aan het beter opvangen van deze enorme uitgaven?

De leden van de CDA-fractie constateren dat eind 2011 er een saldo van € 50 mld. in het fonds zou worden gereserveerd. Wat gebeurt er nu met de rente die de afgelopen jaren is vrijgevallen? Wat zijn überhaupt de materiële consequenties van afschaffing van het spaarfonds?

De leden van de CDA-fractie constateren dat in de memorie van toelichting staat dat het AOW spaarfonds geen vermogenstitels bevat, maar wel een registratie van een op specifieke titel afgeloste schuld. Zij ontvangen van een regering graag een heldere uitleg. Wat wordt hiermee bedoeld?

4. Praktische uitwerking

De leden van de CDA-fractie constateren dat het belangrijkste doel van het AOW spaarfonds was om zorg te dragen voor het opvangen van de piek in de AOW uitgaven. Kan de regering een overzicht geven van de verwachte AOW uitgaven tot 2030? Op welke wijze zouden deze uitgaven door het fonds worden opgevangen? En op welke wijze worden ze nu opgevangen? Op welke wijze wordt de Kamer de komende tijd geïnformeerd over het houdbaarheidstekort?

De voorzitter van de commissie,

Van Gent

De adjunct-griffier van de commissie,

Dekker


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Gent, W. van (GL), voorzitter, Hamer, M.I. (PvdA), Ham, B. van der (D66), Sterk, W.R.C. (CDA), Smeets, P.E. (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Hijum, Y.J. van (CDA), Omtzigt, P.H. (CDA), Koşer Kaya, F. (D66), Ulenbelt, P. (SP), Ortega-Martijn, C.A. (CU),Dijck, A.P.C. van (PVV), ondervoorzitter, Spekman, J.L. (PvdA), Vermeij, R.A. (PvdA), Ouwehand, E. (PvdD), Dijkgraaf, E. (SGP), Azmani, M. (VVD), Jong, L.W.E. de (PVV), Klaver, J.F. (GL), Huizing, M.E. (VVD), Straus, K.C.J. (VVD), Besselaar, I.H.C. van den (PVV) en Vacature SP.

Plv. leden: Voortman, L.G.J. (GL), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Pechtold, A. (D66), Uitslag, A.S. (CDA), Klijnsma, J. (PvdA), Neppérus, H. (VVD), Biskop, J.J.G.M. (CDA), Smilde, M.C.A. (CDA), Dijkstra, P.A. (D66), Kooiman, C.J.E. (SP), Slob, A. (CU), Fritsma, S.R. (PVV), Çelik, M. (PvdA), Dijsselbloem, J.R.V.A. (PvdA), Thieme, M.L. (PvdD), Staaij, C.G. van der (SGP), Aptroot, Ch.B. (VVD), Klaveren, J.J. van (PVV), Sap, J.C.M. (GL), Houwers, J. (VVD), Harbers, M.G.J. (VVD), Mos, R. de (PVV) en Gesthuizen, S.M.J.G. (SP).

Naar boven