32 695 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ter invoering van de elektronische indiening van een dagvaarding (Wet elektronische indiening dagvaarding)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 26 april 2011

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet genoegzaam voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

  

I.

ALGEMEEN

1

 

1.

Inleiding

1

 

2.

Strekking wetsvoorstel

2

 

3.

Achtergrond wetsvoorstel

2

 

4.

Gefaseerde invoering bij of krachtens algemene maatregel van bestuur

3

 

5.

Financiële gevolgen en administratieve lasten

3

II.

ARTIKELEN

3

I. ALGEMEEN

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met gepaste deferentie kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij achten het van zeer groot belang dat gerechtelijke procedures die gevoerd worden sneller, simpeler en effectiever verlopen. Deze leden menen dat dit wetsvoorstel hiertoe in belangrijke mate zal bijdragen. Ook zijn zij van mening dat civielrechtelijke- en strafrechtelijke procedures verder moeten worden gedigitaliseerd. Efficiëntere en duidelijker procedures zijn in het belang van de overheid en rechterlijke macht, maar belangrijker, ook in het belang van onze rechtzoekende inwoners.

De leden van de VVD-fractie hebben slechts nog een paar vragen en een enkele opmerking.

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van bovengenoemd voorstel van wet. Naar aanleiding daarvan brengen deze leden enkele vragen naar voren.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.

De vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie, de PVV-fractie en de SP-fractie komen hieronder aan de orde. Daarbij is zoveel mogelijk de indeling van de memorie van toelichting gevolgd.

2. Strekking wetsvoorstel

De leden van de VVD-fractie merken op dat de regering meldt dat dit wetsvoorstel moet worden gezien als een tussenstap in het grotere proces van digitalisering van procesvoering. Zij vragen wanneer de regering dit van plan is te doen. Ook vragen zij dit in een breder kader te doen en niet te beperken tot dagvaardingen alleen. Voornoemde leden menen dat verdere digitalisering een grote rol kan spelen in het verlichten van de (werk)last bij de diverse betrokken partijen in gerechtelijke procedures en daarmee kan zorgen voor de hoognodige versnelling van deze procedures. Deze leden merken op dat ook de Raad voor de rechtspraak hiervoor heeft gepleit in zijn advies van 29 oktober 2010. De Raad stelt immers dat het bij de vaststelling van de gegevensset noodzakelijk is het gehele automatiseringsproces als uitgangspunt te nemen. Graag vernemen deze leden een reactie van de regering hierop.

De leden van de SP-fractie stemmen in met stappen die worden gezet richting digitalisering van de rechtspraak, onder de voorwaarde dat het voor mensen die dat willen altijd mogelijk blijft bepaalde stukken fysiek op papier (dus niet-digitaal) in te zien, in te dienen, te ontvangen of te versturen. Graag ontvangen deze leden een reactie hierop.

3. Achtergrond wetsvoorstel

De leden van de PVV-fractie lezen in de memorie van toelichting dat er ook in andere rechtsgebieden stappen zijn gemaakt om de rechtspraak te digitaliseren. Zij vragen of de regering voornemens is een verdere digitalisering in het civiele recht door te voeren.

Deze leden merken op dat aan het systeem in ieder geval de eis zal worden gesteld dat het gerecht in staat is om te controleren of een bericht authentiek, volledig en ongewijzigd is en daadwerkelijk afkomstig is van de verzender. Zij vragen op welke wijze deze controle zal plaatsvinden. Tevens blijkt uit de toelichting dat het systeem volgens de nationale en internationale standaarden voor informatiebeveiliging ingericht moeten zijn. Voornoemde leden vragen of de regering een uiteenzetting kan doen van deze standaarden.

Deze leden merken op dat het document na elektronische verzending alleen toegankelijk is voor de verzender en het desbetreffende gerecht waaraan het is gericht. Zij vragen waarom de verweerder, dan wel de eiser geen toegang tot dit document krijgt.

De leden van de SP-fractie delen de mening dat digitalisering van de rechtspraak de efficiëntie van de rechtspraak kan vergroten en kostenbesparend kan werken. Kan de regering een toelichting geven op de vermeende verbetering van de toegankelijkheid? In welke zin verbetert de toegankelijkheid precies? Wordt hierbij ook rekening gehouden met mensen die (nog) niet erg thuis zijn in de digitale wereld?

Voornoemde leden vragen wat er gaat gebeuren met de toekomstige besparing door het digitaal indienen van dagvaardingen. Als dagvaardingen hierdoor goedkoper worden, aan wie komt dit voordeel dan toe? Is dat de ontvanger van de dagvaarding, die normaal gesproken de kosten hiervan moet voldoen?

Deze leden benadrukken dat er voor gezorgd moet worden dat misbruik bij het indienen van een exploot van dagvaarding moet worden voorkomen. Nemen de risico's hiervan niet toe nu dit digitaal zal worden toegestaan? Hoe wordt uitgesloten dat er niet wordt ingebroken in de digitale systemen? Hoe wordt er voor gezorgd dat er geen valse exploten zullen worden ingediend, waarna iemand bij verstek wordt veroordeeld een fikse geldvordering te voldoen?

4. Gefaseerde invoering bij of krachtens algemene maatregel van bestuur

De leden van de SP-fractie constateren dat het wetsvoorstel slechts één bepaling bevat die een grondslag bevat voor twee algemene maatregelen van bestuur. Deze leden begrijpen niet goed waarom de elektronische indiening van een exploot van de dagvaarding alleen stapsgewijs kan worden ingevoerd wanneer dit bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld. Waarom is de wet een belemmering?

5. Financiële gevolgen en administratieve lasten

De leden van de VVD-fractie vragen om bij de digitalisering rekening te houden met de negatieve ervaringen die zijn opgedaan met het nieuwe systeem van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), INDiGO genaamd. Al voor het systeem in gebruik te nemen is destijds besloten de administratieve ondersteuning van de IND af te schaffen. Wegens technische problemen is INDiGO nog steeds niet in gebruik, terwijl de administratieve ondersteuning er niet meer is. Dit heeft een verhoging van de werklast veroorzaakt bij de IND. De te verwachten extra kosten vanwege een latere invoering van INDiGO bedragen in 2011 circa € 44 miljoen. Deze leden verzoeken de regering hiermee rekening te houden en niet overhaast tot invoering over te gaan. Zij vragen dan ook om een zorgvuldige testfase. In verband hiermee vragen deze leden een reactie van de regering op het advies van de Raad voor de rechtspraak dat er werklastverzwarende effecten kunnen optreden wanneer enkel de elektronische aanlevering van het exploot van dagvaarding met de bijbehorende gegevensset wordt gerealiseerd.

Voornoemde leden merken op dat de Raad voor de rechtspraak in zijn advies ook te kennen heeft gegeven dat er niets bekend is over de gevolgen voor de werklast van de gerechten en dat de werklasten nader kunnen worden gekwantificeerd wanneer de ontwerpkeuzes voor de digitalisering zijn gemaakt. Deze leden verzoeken de regering de Kamer te informeren zodra de werklastverzwarende effecten en werklastverminderende effecten bekend zijn.

De leden van de VVD-fractie merken op dat ACTAL niet om advies is gevraagd en verzoeken de regering deze keuze kort te onderbouwen. Waarom zijn de financiële kosten niet opgenomen en is volstaan met de opmerking dat dit zal leiden tot minder (werk) last? Graag vernemen deze leden alsnog van de regering hoeveel de invoering van de digitalisering zal kosten.

II. ARTIKELEN

De leden van de VVD-fractie merken op dat de Raad voor de rechtspraak stelt dat het noodzakelijk is dat onder de in het nieuwe artikel 125, derde lid, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering genoemde terminologie «de voorwaarden waaronder» en «de wijze waarop» ook wordt verstaan dat regels kunnen worden gesteld aan de vorm waarin de dagvaarding elektronisch wordt aangeleverd. Een enkele digitale weergave van het exploot van dagvaarding zou hiertoe tekort schieten, aldus de Raad. Voornoemde leden vernemen graag de reactie van de regering hierop.

De voorzitter van de commissie,

De Roon

De adjunct-griffier van de commissie,

Puts


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Rouvoet, A. (CU), Staaij, C.G. van der (SGP), Arib, K. (PvdA), Çörüz, C. (CDA), Koopmans, G.P.J. (CDA), Roon, R. de (PVV), Voorzitter, Brinkman, H. (PVV), Vermeij, R.A. (PvdA), Ondervoorzitter, Raak, A.A.G.M. van (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Dibi, T. (GL), Toorenburg, M.M. van (CDA), Peters, M. (GL), Berndsen, M.A. (D66), Nieuwenhuizen, C. van (VVD), Schouw, A.G. (D66), Marcouch, A. (PvdA), Steur, G.A. van der (VVD), Recourt, J. (PvdA), Hennis-Plasschaert, J.A. (VVD), Helder, L.M.J.S. (PVV) en Taverne, J. (VVD).

Plv. leden: Slob, A. (CU), Dijkgraaf, E. (SGP), Bouwmeester, L.T. (PvdA), Bochove, B.J. van (CDA), Sterk, W.R.C. (CDA), Dille, W.R. (PVV), Elissen, A. (PVV), Smeets, P.E. (PvdA), Kooiman, C.J.E. (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Vacature, SP (), Sap, J.C.M. (GL), Smilde, M.C.A. (CDA), Voortman, L.G.J. (GL), Pechtold, A. (D66), Burg, B.I. van der (VVD), Dijkstra, P.A. (D66), Kuiken, A.H. (PvdA), Liefde, B.C. de (VVD), Spekman, J.L. (PvdA), Azmani, M. (VVD), Bontes, L. (PVV) en Dijkhoff, K.H.D.M. (VVD).

Naar boven