Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 32694 nr. C |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 32694 nr. C |
Ontvangen 18 november 2011
Met veel belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin.
Hieronder zal ik ingaan op de specifieke vragen van de leden van de verscheidene fracties, waarbij ik de vragen zoveel mogelijk in de door de commissie aangegeven indeling en in onderlinge samenhang zal behandelen.
De leden van de D66-fractie vroegen nog eens in te gaan op de (tijds-)verschillen tussen de beide procedures (lichte en zware voorhangprocedure) en de redenen waarom aan de lichte procedure de voorkeur zou moeten worden gegeven.
De leden van de GroenLinks-fractie, mede namens de leden van de PvdA- en SP-fractie, vroegen waar de noodzaak tot het buitenspel zetten van beide Kamers der Staten-Generaal bij het vaststellen van de percentages van de kwaliteitskorting op de huurtoeslag nu precies ligt. Is de beoordeling van de passendheid van de percentages niet – mede – een politieke afweging, die raakt aan de kern van zowel volkshuisvestings- als inkomensbeleid, zo vroegen die leden. Voorts vroegen de leden van de GroenLinks-fractie, mede namens de leden van de PvdA- en SP-fractie, waarom – als de percentages al aangepast dienen te worden – niet gekozen kan worden met het veranderen van de percentages in de wet of waarom niet gekozen kan worden voor een zware voorhang. Krijgt de regering met het onderhavige wetsvoorstel in feite carte blanche om, door de kwaliteitskorting op 100% te stellen, de huurtoeslag voor bepaalde categorieën geheel af te schaffen, zo vroegen die leden.
Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de huurtoeslag (flexibeler maken kwaliteitskorting) (hierna: het wetsvoorstel) biedt de grondslag om bij algemene maatregel van bestuur (hierna: amvb) de kwaliteitskortingspercentages vast te stellen. Het wijzigingsbesluit waarin de (gewijzigde) kwaliteitskortingspercentages zijn opgenomen is vervolgens op grond van het voorgestelde artikel 50 van de Wet op de huurtoeslag gedurende 8 weken bij uw Kamer voorgehangen. Uw Kamer heeft de mogelijkheid om gedurende deze termijn bevindingen kenbaar te maken. De voordracht aan H.M. de Koningin vindt pas na die termijn van 8 weken plaats. Dit wordt de «lichte» voorhangprocedure genoemd. Het toepassen van de «zware» voorhangprocedure op dit wijzigingsbesluit zou betekenen dat indien door of namens een der Kamers der Staten-Generaal of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de amvb bij wet moet worden geregeld, alsnog een voorstel van wet in procedure moet worden gebracht. Dit zal leiden tot een aanzienlijke verlenging van de procedure om uiteindelijk te komen tot een maatregel die binnen korte tijd wenselijk wordt geacht.
Voorts liggen de redenen om te komen tot het vaststellen van de kwaliteitskortingpercentages bij amvb in het volgende. De ervaring leert dat de huurtoeslagbegroting gevoelig is voor macro-economische schommelingen en voor wijzigingen die te maken hebben met de uitvoering. Zo kunnen minder voorspelbare ontwikkelingen, zoals een nieuwe rijksbrede taakstelling of de ontwikkeling van de inflatie, aanleiding geven tot negatieve of positieve bijstellingen van het huurtoeslagbudget. Op dit moment kunnen dergelijke onverwachte ontwikkelingen alleen maar snel in de huurtoeslagsystematiek worden verwerkt door de reeds bestaande mogelijkheid om bij amvb de opslag op de eigen bijdrage te verhogen of te verlagen. Ik acht het zeer wenselijk dat met de reeds bij uw Kamer voorgehangen amvb hieraan een tweede mogelijkheid om te komen tot een snelle reactie op voormelde schommelingen wordt toegevoegd.
Het voorstel dient om de huurtoeslag zo te hervormen dat niet alleen bezuinigd kan worden maar ook wordt bijgedragen aan een betere werking van de huurmarkt. Tot nu toe behelsde de systematiek alleen de mogelijkheid om via een aanpassing van een amvb met eenophoging van de eigen bijdrage snel op onverwachte ontwikkelingen in te spelen.
Met een invulling deels via de kwaliteitskortingpercentages en deels via een ophoging van de eigen bijdrage is er thans een evenwichtige mix tussen een zo breed mogelijke spreiding van de effecten en een prikkel om te kiezen voor een woning die past bij het inkomen.
Als de kwaliteitskortingspercentages alleen maar bij wet zouden kunnen worden gewijzigd, vergt een aanpassing van de te subsidiëren percentages een procedure die ruim een jaar in beslag neemt. Het is dan niet meer mogelijk om snel in te spelen op onverwachte ontwikkelingen op budgettair gebied.
Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling, zoals de leden van de GroenLinks-fractie, mede namens de leden van de PvdA- en SP-fractie, opmerken, om de Kamers der Staten-Generaal buiten spel te zetten. De voorhangprocedure van 8 weken op grond van de Wet op de huurtoeslag strekt er juist toe uw bevindingen kenbaar te maken. Het verleden heeft aangetoond dat indien er een meerderheid is, bevindingen vanuit de Kamer wel degelijk tot wijzigingen van het ontwerpbesluit kunnen leiden.
De regering krijgt daarmee ook geen carte blanche om bijvoorbeeld de huurtoeslag voor bepaalde categorieën af te schaffen.
De leden van de GroenLinks-fractie, mede namens de leden van de PvdA- en SP-fractie, vroegen om in te gaan op de indruk dat de regering de vaststelling van de percentages vooral ziet als een mechanisme voor het op orde krijgen van de overheidsfinanciën, en niet, of veel minder als instrument in het kader van de rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte. Voorts vroegen die leden welke inhoudelijke argumenten de regering heeft voor het aanpassen van de thans geldende percentages.
Momenteel kent de huurtoeslag maar een beperkte prikkel voor huurders met een laag inkomen om een goedkope woning te kiezen. Verschillen in huurprijs worden grotendeels door de huurtoeslag weggesubsidiëerd.
Het flexibiliseren van de kwaliteitskortingpercentages draagt bij aan een betere werking van de woningmarkt. Huurtoeslagontvangers worden gestimuleerd een bewustere keuze te maken voor meer of minder woonkwaliteit en -in relatie hiermee- een hogere of lagere huurprijs. Zoals hiervoor ook aangegeven is binnen de huurtoeslag al een mechanisme beschikbaar om via een generieke opslag op de eigen bijdrage, indien noodzakelijk, in te spelen op knelpunten betreffende de overheidsfinanciën. Het voorliggende wetsvoorstel beoogt, ook in die gevallen, een betere afweging te kunnen maken waarbij ook de gevolgen voor de woningmarkt kunnen worden betrokken.
De achtergrond van de concrete wijziging van de thans geldende percentages in 2012 betreft de al in de begroting 2011 opgenomen bezuinigingstaakstelling van € 52,8 miljoen in 2012 oplopend naar € 175,8 in 2015. Extra overschrijdingen op het huurtoeslagbudget en additionele rijksbrede problematiek hebben geleid tot een verhoging van het te bezuinigen bedrag voor 2012 naar € 100 miljoen. Voor de vormgeving van de bezuiniging die in 2012 gerealiseerd zal worden, heeft het kabinet gekozen voor een instrument dat past binnen het kabinetsbeleid om een betere aansluiting tussen prijs en kwaliteit in de huursector te bevorderen en scheefheid – in dit geval dure scheefheid – tegen te gaan. Hiertoe wordt de kwaliteitskorting onder en boven de aftoppingsgrenzen, per 1 januari 2012 met 10%-punt verhoogd.
De leden van de GroenLinks-fractie, mede namens de leden van de PvdA- en SP-fractie, vroegen of de regering voornemens is de percentages met grote regelmaat te wijzigen.
De regering is in principe niet van plan de percentages met hoge regelmaat te wijzigen, maar bijvoorbeeld de macro-economische omstandigheden kunnen hiertoe aanleiding geven.
De leden van de GroenLinks-fractie, mede namens de leden van de PvdA- en SP-fractie, vroegen hoe de regering de rechtsonzekerheid beoordeelt die het voortdurend kunnen wijzigen van de kwaliteitskorting met zich meebrengt voor huurders. En hoe beoordeelt de regering de moeiteloze aantasting van deze rechtszekerheid in het licht van de absolute weigering zelfs maar een discussie over de aftrek van de hypotheekrente te starten, onder verwijzing naar de onzekerheid die dit meebrengt voor huiseigenaren, zo vroegen die leden.
Zoals hiervoor aangegeven beoogt de regering niet het voortdurend wijzigen van de kwaliteitskorting. Dit zal slechts gebeuren na een grondige afweging en na een amvb die hiertoe strekt eerst aan de Tweede en Eerste Kamer te hebben voorgelegd. De huurtoeslagontvangers kunnen op de overheid blijven rekenen waar het gaat om de betaalbaarheid van het huren. Dat neemt echter niet weg dat, gegeven de huidige financieel-economische situatie, het nu helaas onvermijdelijk is om ook van huurtoeslagontvangers een offer te vragen. Daarnaast komt het helaas soms voor dat huurtoeslagontvangers woningen betrekken met een huur boven de aftoppingsgrens, ook wanneer het niet gaat om bijzondere noodsituaties waarin echt geen andere oplossing voorhanden is. Deze categorie woningen is in feite niet bedoeld voor huurtoeslagontvangers.
De discussie rond de hypotheekrente-aftrek en de zekerheid voor huiseigenaren dient te worden gezien in het licht van investeringen daarin. Doorstromers willen pas een nieuwe woning kopen als hun huidige woning is verkocht, starters aarzelen te kopen omdat zij onder meer twijfelen of het regime van de hypotheekrenteaftrek zal worden aangepast, hierdoor zijn er ook minder verkopen van nieuwbouwhuizen en worden nieuwbouwprojecten afgeblazen. De cyclus van doorstromingmoet weer meer op gang worden gebracht. Het kabinet heeft in dat licht in de Woonvisie aangegeven dat rust is geboden op de koopmarkt, dat geen wijzigingen zullen worden aangebracht in de hypotheekrenteaftrek en dat een tijdelijke verlaging wordt doorgevoerd van het tarief in de overdrachtsbelasting van 6 naar 2%. Bovenstaande kan niet worden vergeleken met de nu voorliggende maatregel in de huurtoeslag. In de huursector is, door de sterke regulering van de huren, de woningtoewijzingregels en de door subsidies gematigde huurstelling, veel minder sprake van marktwerking. Bij de huurstelling wordt maar beperkt rekening gehouden met de gewildheid van een woning en met de schaarste van woningen in gebieden.
Tot slot vroegen de leden van de GroenLinks-fractie, mede namens de leden van de PvdA- en SP-fractie, of het niet zo is dat mensen die zijn aangewezen op een zorgwoning of aangepaste woning vaker een lager inkomen hebben en dus toch naar verhouding zwaarder worden getroffen.
Op basis van cijfers uit het Woon2009 blijkt dat het aandeel huishoudens van personenmet beperkingen groter is voor de huurtoeslagpopulatie (lagere inkomens), dan in de hele gereguleerde huursector. Het hebben van beperkingen betekent overigens niet altijd dat ook daadwerkelijk een aangepaste woning of een zorgwoning noodzakelijk is. Echter geldt, evenals voor aangepaste woningen, voor de woningen waar huishoudens van personenmet beperkingen wonen dat de verdeling over huurklassen niet substantieel afwijkt van de verdeling van alle huishoudens over de huurklassen. Ook is de voorraad geschikte woningen met lagere huren (onder de aftoppingsgrens), ook in relatie tot de groep mensen met beperkingen, in beginsel voldoende groot om eventueel gewenste verhuisbewegingen mogelijk te maken.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32694-C.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.