32 682 (R1937) Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en het Koninkrijk Zweden inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen; Parijs, 10 september 2009

B/ Nr. 2 ADVIES RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 26 augustus 2010 en het nader rapport d.d. 16 februari 2011, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 19 juli 2010, no.10.002055, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en het Koninkrijk Zweden inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen; Parijs, 10 september 2009 (Trb. 2009, 175enTrb. 2010, 105), met toelichtende nota.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 19 juli 2010, nr. 10.002055, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde Verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 26 augustus 2010, nr. W02.10.0328/II/K, bied ik U hierbij aan.

Het Verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de belastingheffing. De Raad van State van het Koninkrijk onderschrijft de goedkeuring van het Verdrag, maar plaatst daarbij enige kanttekeningen.

1. Doelstelling en reikwijdte van het Verdrag

In artikel 1, eerste lid, tweede volzin, van de Nederlandse tekst van het Verdrag wordt gesproken over «het onderzoek naar of de vervolging van belastingzaken». De Engelse tekst spreekt over «the investigation or prosecution of tax matters». De woorden «vervolging» en «prosecution» duiden op strafrechtelijke vervolging. Dit lijkt in strijd met artikel 1, derde lid, van het Verdrag waarin staat dat het Verdrag de toepassing van de regels inzake de wederzijdse rechtshulp in strafzaken onverlet laat. Bovendien vermeldt de toelichting op artikel 5, eerste lid, van het Verdrag: «Deze uitwisseling ziet niet alleen op de verzekering van belastingheffing, maar ook op de invordering, de opsporing en vervolging van fiscale vergrijpen».

De Raad adviseert hier in de toelichtende nota nader op in te gaan.

1. Doelstelling en reikwijdte van het Verdrag

De toelichting op artikel 1 is aangevuld, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad.

2. Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is

In artikel 3, tweede lid, van het Verdrag staat dat het Verdrag ook van toepassing is op alle in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van dit Verdrag naast of in plaats van de bestaande belastingen worden geheven, mits de bevoegde autoriteiten zulks overeenkomen. De toelichtende nota vermeldt hierover dat «belastingen die na de inwerkingtreding van dit Verdrag worden ingevoerd en die in wezen gelijksoortig zijn met of ter vervanging dienen van de in dit artikel genoemde belastingen, eveneens onder de reikwijdte van dit Verdrag vallen». In de toelichtende nota ontbreekt de verdragsrechtelijke voorwaarde dat de bevoegde autoriteiten dit moeten overeenkomen.

De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.

2. Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is

De toelichting op artikel 3 is aangevuld, conform het advies van de Afdeling advisering van de Raad.

3. Begripsomschrijvingen

In artikel 4, eerste lid, van het Verdrag zijn begripsomschrijvingen opgenomen. De toelichting daarop behoeft op de volgende punten aanvulling of aanpassing.

  • a. Anders dan gebruikelijk wordt in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Verdrag onder «Aruba» niet mede begrepen het gebied buiten de territoriale wateren waar Aruba jurisdictie uitoefent.

    De Raad adviseert in de toelichtende nota in te gaan op de reden voor deze afwijkende bepaling.

  • b. In artikel 4, eerste lid, onderdelen p en q, van het Verdrag zijn omschrijvingen opgenomen van de begrippen «criminal laws» respectievelijk «criminal tax matters». In de toelichting op die onderdelen wordt opgemerkt dat deze omschrijvingen feitelijk overbodig zijn omdat de begrippen in het Verdrag verder niet voorkomen. De Raad merkt op dat de omschrijvingen nog wel betekenis kunnen hebben voor het begrip «criminal matters» in artikel 1, derde lid, van het Verdrag, welk begrip niet is omschreven.

    De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te passen.

3. Begripsomschrijvingen

In reactie op het advies van de Afdeling advisering van de Raad wordt opgemerkt dat de definitie die wordt gehanteerd in het verdrag de standaarddefinitie van Aruba is, zoals deze al enkele jaren wordt gebruikt.

Voorts is de toelichting aangepast, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad.

4. Spontane informatie-uitwisseling

Artikel 6 van het Verdrag bevat de mogelijkheid (niet de verplichting) spontaan informatie uit te wisselen. Blijkens de toelichtende nota is dit artikel op verzoek van Aruba in het Verdrag opgenomen, bijvoorbeeld voor gevallen waarin het vermoeden bestaat dat in het andere land belastinginkomsten worden misgelopen. In die gevallen kunnen gegevens spontaan aan het andere land worden medegedeeld. Behoudens de algemene bepalingen van de artikelen 1 tot en met 4 van het Verdrag, bevat het Verdrag geen nadere voorwaarden, waarborgen of beperkingen bij deze spontane gegevensverstrekking. In de toelichtende nota is niet uiteengezet welke de wettelijke1 voorwaarden en beperkingen zijn waaraan de spontane informatie-uitwisseling moet voldoen.

De Raad adviseert hier in de toelichtende nota op in te gaan.

4. Spontane informatie-uitwisseling

De toelichting op artikel 6 is aangevuld, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad.

5. Mogelijkheid een verzoek af te wijzen

De in artikel 8, vijfde lid, van het Verdrag opgenomen woorden «door de belastingbetaler» wijken af van artikel 7, vijfde lid, van het Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters. Deze afwijking behoeft nadere toelichting.

De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.

5. Mogelijkheid een verzoek af te wijzen

De toelichting op artikel 8 is aangevuld, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad.

6. Kosten

Artikel 10 van het Verdrag regelt de verdeling van kosten die zijn verbonden aan de uitwisseling van informatie. Tenzij de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen anders overeenkomen, geldt de volgende verdeling.

  • a. «Ordinary» costs («gewone» kosten in de Nederlandse vertaling van het Verdrag): deze kosten worden gedragen door de aangezochte partij.

  • b. «Extraordinary» costs («buitengewone» kosten in de Nederlandse vertaling van het Verdrag), daaronder begrepen redelijke kosten voor het inschakelen van externe adviseurs: deze kosten worden gedragen door de verzoekende partij.

  • c. «Significant» costs («aanmerkelijke» kosten in de Nederlandse vertaling van het Verdrag): indien de kosten naar aanleiding van een specifiek verzoek naar verwachting aanmerkelijk zullen zijn, vindt vooraf overleg plaats tussen de bevoegde autoriteiten.

De Raad merkt op dat in de toelichting op artikel 10 van het Verdrag de kostencategorieën b en c met elkaar worden verward.

De Raad adviseert de toelichtende nota in overeenstemming te brengen met de tekst van het Verdrag.

6. Kosten

De toelichting op artikel 7 is aangepast, conform het advies van de Afdeling advisering van de Raad.

7. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.

7. Redactionele kanttekening

Aan de redactionele kanttekening is gevolg gegeven.

De Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van Aruba, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van Aruba.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

Bijlage bij het advies van de Raad van State van het Koninkrijk betreffende no.W02.10.0328/II/K met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.

  • In de toelichtende nota aandacht besteden aan de relatie met het supplementaire verdrag ter bevordering van de economische betrekkingen.


X Noot
1

Algemene landsverordening belastingen, met name artikel 41.

Naar boven