Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 oktober 2015
In het wetgevingsoverleg over materieel van 3 november 2014 heb ik toegezegd u te
informeren over het cultuurtraject bij de verbeteringen binnen de Defensie Materieel
Organisatie (DMO) (Kamerstuk 34 000 X, nr. 58). Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
Achtergrond
2014 was voor de DMO een bewogen jaar. De personeelsreducties ten gevolge van de maatregelen
in de beleidsbrief 2011 hadden in 2013 hun beslag gekregen en werden in volle omvang
merkbaar in de bedrijfsvoering van de DMO. Het bleek niet mogelijk de beoogde investeringsquote
voor materieel te halen. In het IT-domein waren problemen ontstaan door een tekort
aan investeringen en onvoldoende samenwerking.
Inmiddels zijn verschillende maatregelen genomen. Om de investeringsquote terug op
het gewenste niveau te brengen, worden de aansturing en de procesgang van investeringsprojecten
verbeterd. Hervormingen in het IT-domein zijn in gang gezet. Deze moeten leiden tot
een IT die aan de eisen van de tijd voldoet en een organisatie die daarbij past. Daarnaast
wordt met het oog op een cultuurverandering nadrukkelijk aandacht besteed aan de medewerkers
van de DMO. Dit is essentieel, immers hun prestaties, competenties en welbevinden
bepalen in grote mate de slagkracht van de organisatie.
Beschrijving cultuurtraject
In opdracht van de secretaris-generaal is de nieuwe directeur DMO voortvarend aan
de slag gegaan om de materieellogistieke en IT-dienstverlening te versterken. Onder
zijn leiding is de DMO meer zichtbaar geworden en zijn de verwachtingen van de krijgsmacht
en de ondersteuning door de DMO beter op elkaar afgestemd. Er zijn stappen gezet om
van de DMO een slagvaardige en innovatieve organisatie te maken. Hiertoe is de structuur
en samenstelling van de top aangepast. Ook is de kwaliteit van de managementinformatie
verbeterd waardoor een directere sturing op de prestaties plaatsvindt.
In de nieuwe DMO-strategie zijn als kernwaarden geformuleerd: samenwerken, professionaliteit,
omgevingsgerichtheid, openheid en resultaatgerichtheid (SPOOR). De kernwaarden worden
met de medewerkers uitgewerkt in bijeenkomsten en trainingen op diverse niveaus. Er
worden Top 100-bijeenkomsten en road shows gehouden, waarin thema’s worden besproken en gedeeld die belangrijk zijn voor de
ingezette koers en het personeel wordt voorgelicht over de ontwikkelingen die de DMO
betreffen. DMO is ook actief geworden op verschillende social media.
Naast deze organisatiebrede activiteiten worden binnen de verschillende onderdelen
ook specifieke acties ondernomen. Zo wordt vooral ingezet op de samenwerking binnen
en tussen de IT-organisaties, het Joint IV Commando (JIVC) en Operations (OPS). Teams
met gemengde samenstelling werken aan oplossingen. Mobiliteit binnen de DMO wordt
gestimuleerd, een eerste pilot op dit gebied is gestart. Er wordt geïnvesteerd in
de ontwikkeling van medewerkers door het aanbieden van stagemogelijkheden en opleidingen
Al deze activiteiten zijn en worden in gang gezet in overleg met de medezeggenschap
en vastgelegd in de bedrijfsplannen. De eerste stappen zijn recent gezet en een eerste
verbetering is zichtbaar. In de Monitor Werkbeleving Defensie van het eerste half
jaar van 2015 stijgt de medewerkerstevredenheid bij DMO meer dan de gemiddelde stijging
binnen Defensie. Uiteraard is het mijn doel om hierin nog verdere stappen te maken.
Tot slot
Voornoemde initiatieven zijn een stap in de goede richting. Het gaat er vooral om
het personeel perspectief te bieden en gericht te investeren in het personeel van
de DMO. De cultuurverandering vergt een lange adem en zal daarom de komende periode
op de agenda blijven staan en mijn toegewijde aandacht houden.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert