32 646 Maximumsnelheden hoofdwegennet

35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 44 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2021

Hierbij beantwoord ik, mede namens de Minister van LNV, de vragen van het lid Madlener zoals die zijn gesteld tijdens het ordedebat van 8 juni 2021 met betrekking tot de maximumsnelheid van 100 km/u overdag op de autosnelweg en bouw van woningen die daarmee mogelijk is gemaakt (Handelingen II 2021/21, nr. 85, Regeling van Werkzaamheden).

Hoeveel extra huizen zijn er nu gebouwd door die maatregel?

De stikstofeffecten van de snelheidsmaatregel hebben, op basis van gegevens die ik ontvangen heb van het Ministerie van LNV, binnen het stikstofregistratiesysteem (SSRS) geleid tot het verlenen van vergunningen voor ten minste 22.000 woningen. Ook zijn er bovenop deze 22.000 woningen nog vergunningaanvragen voor woningbouw in behandeling die gebruik maken van de effecten van de snelheidsmaatregel. Dit betreft enkele duizenden woningen. Er worden dus nog steeds woningbouwprojecten vergund via het SSRS.

Hoe kan een nieuw kabinet zo snel mogelijk deze 100 kilometermaatregel intrekken?

Zoals aangegeven in de brief van 13 november 20191 is de maximumsnelheid op autosnelwegen verlaagd naar 100 km/u overdag om de vergunningverlening voor de (woning)bouwsector op korte termijn vlot te trekken. In het commissiedebat Verkeersveiligheid van 1 juni 2021 (Kamerstuk 29 398, nr. 942) is aangegeven dat de situatie met betrekking tot de stikstofcrisis op dit moment nog geen aanleiding geeft om het besluit met betrekking tot de maximumsnelheid op autosnelwegen te herzien.

Om de maximumsnelheid overdag op wegen in de toekomst weer te kunnen verhogen moet opnieuw een verkeersbesluit worden genomen. Daartoe kan worden besloten zodra het wagenpark voldoende is verschoond of er andere (bron)maatregelen worden getroffen waarmee mogelijk nadelige effecten op Natura 2000-gebieden, voor zover relevant, worden voorkomen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstuk 35 334, nr. 1

Naar boven