32 640 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onderwijskwaliteit, onderwijstijd en vakanties

Nr. 11 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SMITS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 26 oktober 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel III, onderdeel G, komt te luiden:

G

Artikel 22, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, houdt voorschriften in omtrent vakanties en andere dagen waarop geen onderwijs behoeft te worden verzorgd, met dien verstande dat:

    • a. de tijd die per cursusjaar ten hoogste voor vakantie van de leerlingen mag worden besteed, 72 schooldagen bedraagt bij een zesdaagse schoolweek en 60 schooldagen bij een vijfdaagse schoolweek;

    • b. onder schooldag, bedoeld onder a, wordt verstaan elke dag van de week met uitzondering van de zondag bij een zesdaagse schoolweek en met uitzondering van de zaterdag en de zondag bij een vijfdaagse schoolweek;

    • c. niet tot schooldagen, bedoeld onder a en b, worden gerekend:

      • 1°. nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en de beide kerstdagen, alsmede

      • 2°. koninginnedag en bevrijdingsdag;

    • d. indien aan een bijzondere school onderwijs wordt gegeven gebaseerd op een levensbeschouwing volgens welke andere dan de in c, onder 1°, genoemde dagen als feestdagen worden aangemerkt, in plaats daarvan ten hoogste zes andere dagen niet tot schooldagen kunnen worden gerekend.

    Bij ministeriële regeling kunnen begin en eind van vakanties worden vastgesteld die niet voor alle scholen gelijk behoeven te zijn.

II

In artikel IV vervallen onderdelen B en C.

III

Aan artikel IVB, onderdeel G, komt te luiden:

G

Artikel 45, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, houdt voorschriften in omtrent vakanties en andere dagen waarop geen onderwijs behoeft te worden verzorgd, met dien verstande dat:

    • a. de tijd die per cursusjaar ten hoogste voor vakantie van de leerlingen mag worden besteed, 72 schooldagen bedraagt bij een zesdaagse schoolweek en 60 schooldagen bij een vijfdaagse schoolweek;

    • b. onder schooldag, bedoeld onder a, wordt verstaan elke dag van de week met uitzondering van de zondag bij een zesdaagse schoolweek en met uitzondering van de zaterdag en de zondag bij een vijfdaagse schoolweek;

    • c. niet tot schooldagen, bedoeld onder a en b, worden gerekend:

      • 1°. nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en de beide kerstdagen, alsmede

      • 2°. koninginnedag en koninkrijksdag;

    • d. indien aan een bijzondere school onderwijs wordt gegeven gebaseerd op een levensbeschouwing volgens welke andere dan de in c, onder 1°, genoemde dagen als feestdagen worden aangemerkt, in plaats daarvan ten hoogste zes andere dagen niet tot schooldagen kunnen worden gerekend.

    Bij ministeriële regeling kunnen begin en eind van vakanties worden vastgesteld die niet voor alle scholen gelijk behoeven te zijn.

IV

Artikelen IVE en IVF vervallen.

Toelichting

Dit amendement conserveert de huidige bepalingen uit de WVO en het Instellingsbesluit WVO zoals deze nu luiden. Dientengevolge verandert er voor leerlingen niets aan de lengte van de zomervakantie. De CAO voor docenten volgt nu de vakanties voor leerlingen, waardoor ook voor leraren niets verandert aan de zomervakantie.

Het inkorten van de zomervakantie van voor het voortgezet onderwijs zal de werkdruk voor leraren niet verminderen en het lerarenberoep onaantrekkelijker maken. Met dit amendement blijft de zomervakantie in het voortgezet onderwijs onveranderd zeven weken duren.

Smits

Naar boven