32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 249 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP, SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2016

Hierbij bieden wij u de tweede editie van de monitor Techniekpact aan en de derde voortgangsrapportage Techniekpact1. Op 18 april jongstleden heeft u reeds het geactualiseerde Techniekpact2 ontvangen waarin de belangrijkste acties voor de komende periode zijn gepresenteerd (2016–2020). In deze monitor vindt u de landelijke facts & figures van de afgelopen jaren. De voortgangsrapportage beschrijft de voortgang op de lopende acties uit het Techniekpact, onderbouwd door de cijfers uit de monitor en geïllustreerd met praktijkvoorbeelden.

De monitor en de voortgangsrapportage laten zien dat de aanpak van het Techniekpact goede resultaten oplevert. De algehele trend is bemoedigend, maar ook blijkt dat inzet van het Techniekpact nodig blijft.

We zijn verheugd dat de betrokken partners op 18 april 2016 hun inzet wederom hebben bekrachtigd, en we de gezamenlijke inspanningen via de integrale benadering «Kiezen voor, Leren in en Werken in de techniek» kunnen voortzetten. Een blijvende inzet via het Techniekpact, met de unieke samenwerking tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden – zowel landelijk als regionaal – is van belang voor gezamenlijke oplossingen.

Tevens maken we van deze gelegenheid gebruik om u te informeren over de volgende programma’s en regelingen van de betrokken ministeries die bijdragen aan de doelen van het Techniekpact, volgens de benadering «Kiezen, leren en werken».

Kiezen voor Techniek

  • Onafhankelijke evaluatie vier jaar stimuleringsbeleid bèta-techniek po/vo

    De evaluatie over vier jaar stimuleringsbeleid – de actieprogramma's Meer en Betere Bèta's (MBB) 2012 en 2013 en het vervolg Kiezen voor Technologie 2014 en 2015/2016, allebei uitgevoerd door Platform Bèta Techniek (PBT) – heeft de volgende resultaten opgeleverd. Het aantal leerlingen dat kiest voor bèta/techniek groeit. Scholen, leerkrachten en leerlingen zijn enthousiast over de aangeboden activiteiten èn zijn positiever gaan denken over bèta/techniek. De programma's hebben bijgedragen aan de doelstellingen van het Techniekpact, wat ook valt af te lezen uit de voortgangsrapportage. Scholen worden vanuit allerlei hoeken benaderd (dus niet alleen via het stimuleringsbeleid van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) via PBT); een aandachtspunt is het overzicht voor scholen. Uit de evaluatie blijkt dat de netwerken die zijn ontstaan een goede rol vervullen ten aanzien van bèta/techniek. De onderzoekers adviseren ook meer en beter in te zetten op de netwerken waar scholen de hoofdrol spelen.

Leren in de Techniek

  • Monitor Regionaal Investeringsfonds mbo

    Het Regionaal Investeringsfonds mbo is een subsidieregeling van de Minister van OCW welke loopt van 2014 tot en met 2021. Met deze regeling wordt beoogd de aansluiting van het onderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt te verbeteren. Publiek-private samenwerkingsverbanden van onderwijs (met minimaal 1 mbo instelling), bedrijfsleven en regionale overheden kunnen een aanvraag voor subsidie indienen tot en met 2017.

    Met het Regionaal Investeringsfonds mbo wordt in vier jaar tijd in totaal € 100 miljoen beschikbaar gesteld voor innovatieve samenwerking in het beroepsonderwijs.

    In het monitorverslag van het investeringsfonds, dat als bijlage bij deze brief is gevoegd, leest u de voorlopige opbrengsten. Het laat nu al zien dat er in alle sectoren initiatieven ontstaan, maar dat juist de technische sector nadrukkelijk via het investeringsfonds werk maakt van innovatie en het verbeteren van de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt. Met deze monitorrapportage is een eerste bewerking van informatie uit de projectaanvragen (projecten 2014 en 2015) en tussenrapportages (RIF-projecten 2014) gemaakt.

    Momenteel wordt door een onafhankelijk onderzoeksbureau een tussenevaluatie van deze regeling uitgevoerd. Deze zal in het najaar van 2016 worden afgerond.

  • Commissie Breimer, rapportages over sectorplan natuur- en scheikunde

    Vanaf 2011 tot en met 2016 heeft de Minister van OCW jaarlijks 20 miljoen euro beschikbaar gesteld om de natuur- en scheikunde in Nederland op een hoger niveau te brengen. De Commissie Breimer zag toe op het hiervoor ontwikkelde Sectorplan natuur- en scheikunde. De eindrapportage «Een succesvolle stap» beschrijft de ontwikkelingen naar aanleiding van het sectorplan en vindt u als bijlage bij deze brief. Als tweede rapport is bijgevoegd «Koersvast», een rapport met aanbevelingen voor de verdere versterking van de natuur- en scheikunde.

    Met de Commissie Breimer wordt de conclusie gedeeld dat structurele financiering nodig is om de bereikte resultaten niet verloren te laten gaan. Daarom is conform advies afgesproken de jaarlijkse investering van 20 miljoen euro met ingang van komend begrotingsjaar structureel te maken.

    In het rapport «Koersvast» wordt onder andere geconstateerd dat Nederland zijn vanouds sterke concurrentiepositie voor het aantrekken van internationaal toptalent aan het verliezen is. Het aantrekken en behouden van talent is een prioriteit van het ministerie. Ook in het kader van de Wetenschapsvisie 2025 is dit thema geagendeerd.

  • Informatiekaart PPS en btw

    Bij publiek-private samenwerking (PPS) op het gebied van onderwijs en onderzoek bestaat in de praktijk behoefte aan duidelijkheid over de juiste btw-gevolgen van die samenwerking. In dat kader is door het Ministerie van Economische Zaken (EZ) met het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de «Informatiekaart PPS en btw» gemaakt. In deze informatiekaart wordt ingegaan op in de praktijk gesignaleerde onduidelijkheden en knelpunten met betrekking tot de heffing van btw bij PPS op het gebied van onderwijs en onderzoek. Deze onduidelijkheden en knelpunten hebben ons bereikt vanuit de verschillende PPS-initiatieven, bij Chemelot en de diverse Centres of Expertise en Centra voor innovatief vakmanschap. De informatiekaart beoogt waar mogelijk in algemene zin helderheid te verschaffen over de toepassing van de (Europese) wet- en regelgeving rondom btw, zodat belanghebbenden een (eerste) inschatting kunnen maken van de aan PPS verbonden btw-aspecten. De informatiekaart zal ook binnen de Belastingdienst worden verspreid, zodat de verschillende situaties, die bij PPS voorkomen, bekend zijn.

    De informatiekaart, als bijlage toegevoegd, is een «levend» document dat naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen, zoals (Europese) jurisprudentie en nieuwe samenwerkingsvormen, indien nodig kan worden aangepast. Het is de bedoeling om in informatiebijeenkomsten (o.a. via PBT en de Topconsortia voor Kennis en Innovatie) aan publiek-private samenwerkingsverbanden uitleg te geven over de toepassing van btw in de PPS. Het doel daarbij is dat de btw, waar mogelijk, niet langer als een onduidelijke en daardoor ook als belemmerende factor wordt ervaren voor publieke investeringen via PPS op het gebied van onderwijs en onderzoek.

    Hiermee is voldaan aan de motie Mulder (Kamerstuk 34 300 XIII, nr. 26, EZ-begrotingsbehandeling van 15 oktober 2015). Tevens worden de toezeggingen nagekomen van de Minister van Economische Zaken, gedaan tijdens het AO Ondernemen, Bedrijfsfinanciering en Regeldruk van 22 juni 2016 en het AO Techniekpact van 1 oktober 2014 (Kamerstuk 32 637, nr. 154), waarin is aangegeven dat bezien zal worden wat de mogelijkheden zijn om btw-belemmeringen bij PPS weg te nemen.

Werken in de Techniek

  • Actieplan werkloosheid onder vijftigplussers.

    Uw Kamer is door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 7 juni jongstleden geïnformeerd over dit actieplan3, om vijftigplussers te ondersteunen bij het vinden van nieuw werk, werknemers wendbaarder te maken en werkgevers minder terughoudend te laten zijn bij het aannemen van nieuw personeel. In de techniek en ICT liggen nu en ook in de komende jaren veel kansen op werk, blijkt uit het rapport «Kansrijke beroepen» van UWV werkbedrijf. Tegelijkertijd hebben veel werkzoekende vijftigplussers moeite met het vinden van een nieuwe baan. Daarom worden in de komende periode, als onderdeel van het actieplan, kleinschalige experimenten opgezet die de mogelijkheden voor vijftigplussers om aan het werk te komen in de techniek moeten vergroten. Daarbij kan gedacht worden aan de vorming van regionale pools om werkzoekende vijftigplussers te scholen en te plaatsen.

  • Voortgangsbrief Sectorplannen

    Uw Kamer heeft op 22 juni jongstleden van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de voortgang Sectorplannen4 ontvangen, waarmee invulling wordt gegeven aan een van de acties uit het Techniekpact. De brief geeft een overzicht van de 28 nieuwe sectorplannen uit de derde tranche; kansrijke beroepen die veel voorkomen in deze plannen zijn technische beroepen, de transport en logistiek en ICT-beroepen. Ook wordt inzicht gegeven in de voortgang van de 76 lopende sectorplannen uit de eerste en tweede tranche, waaronder ook inzicht in het aantal BBL-trajecten in deze sectorplannen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerbrief «Aanbieding «Nationaal Techniekpact 2020: inzet 2016–2020», Kamerstuk 32 637, nr. 240 (18 april 2016). In de kamerbrief is de toezending van deze monitor en de voortgang op de acties aangekondigd.

X Noot
3

Kamerbrief «Actieplan werkloosheid onder vijftigplussers», Kamerstuk 29 544, nr. 724 (7 juni 2016).

X Noot
4

Kamerbrief «Voortgang ontwikkelingen «Doorstart naar nieuw werk», kamerstuk 33 566, nr. 93 (22 juni 2016).

Naar boven