32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 238 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2016

Op 1 maart jl. is het verzoek van het lid Van Gerven naar het kabinet doorgeleid waarin een reactie wordt gevraagd op de motie op het Kamerstuk 32 637, nr. 232 over het wettelijk vastleggen van de toevoeging van een lobbyparagraaf aan wetsvoorstellen. Hierbij zet ik uiteen hoe uitvoering wordt gegeven aan de strekking van de motie.

In de memorie van toelichting bij een wetsvoorstel wordt volgens vast gebruik in de «Advies en consultatie»-paragraaf ingegaan op de onderwerpen die bij consultatie van het wetsvoorstel aan de orde zijn gekomen. In deze paragraaf wordt op een rijtje gezet welke reacties zijn ontvangen op het conceptwetsvoorstel, wat de inhoud van deze reactie was en wat hiermee gedaan is in het voorstel. Aldus wordt in deze paragraaf duidelijk gemaakt op welke punten het wetsvoorstel of de memorie van toelichting is aangepast onder invloed van de inbreng van externe partijen. Daarmee wordt ook zichtbaar of bij de totstandkoming van het wetsvoorstel door partijen is gelobbyd.

Op dit moment wordt een wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving voorbereid. Deze aanwijzingen bevatten de eisen aan de vormgeving van wet- en regelgeving en het proces waarin wet- en regelgeving tot stand komt. In de volgende versie zal meer expliciet worden opgenomen dat in de memorie van toelichting verantwoording wordt afgelegd over de opmerkingen uit de consultatie en wat daarmee is gebeurd in de tekst van het wetsvoorstel of de memorie van toelichting.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven