Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32632-(R1929) nr. B;2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32632-(R1929) nr. B;2 |
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 26 augustus 2010 en het nader rapport d.d. 20 december 2010, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 22 juli 2010, no.10.002087, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de minister/staatssecretaris van Buitenlandse Zaken mede namens de minister/staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, bij de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Republiek IJsland inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen; Parijs, 10 september 2009 (Trb. 2009, 181 en Trb. 2010, 122), met toelichtende nota.
Het Verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de belastingheffing. De Raad van State van het Koninkrijk onderschrijft de goedkeuring van het Verdrag, maar plaatst daarbij enige kanttekeningen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 22 juli 2010, nr. 10.002087, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde Verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 26 augustus 2010, nr. W02.10 0347/II/K, bied ik U hierbij aan.
1. Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is
In artikel 3, tweede lid, van het Verdrag staat dat het Verdrag ook van toepassing is op alle in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van dit Verdrag naast of in plaats van de bestaande belastingen worden geheven, mits de bevoegde autoriteiten zulks overeenkomen. De toelichtende nota vermeldt hierover dat «belastingen die na de datum van ondertekening van dit Verdrag worden ingevoerd en die in wezen gelijksoortig zijn met of ter vervanging dienen van de in dit artikel genoemde belastingen, eveneens onder de reikwijdte van dit Verdrag vallen». De toelichtende nota vermeldt eveneens «[...] dat dit Verdrag na de staatkundige hervorming in ieder geval van toepassing zal zijn op de [...] vastgoedbelasting en opbrengstbelasting die op de BES-eilanden zullen worden geheven». In de toelichtende nota ontbreekt de verdragsrechtelijke voorwaarde dat de bevoegde autoriteiten dit moeten overeenkomen.
De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.
1. Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is
De toelichting op artikel 3, tweede lid, is aangevuld, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad.
2. Mogelijkheid een verzoek af te wijzen
In de toelichting op artikel 7, vijfde lid, van het Verdrag staat dat de zinsnede «door de belastingbetaler» is toegevoegd om te verduidelijken dat slechts de betreffende belastingplichtige een verzoek kan tegenwerken. Artikel 7, vijfde lid, van het Verdrag houdt daarentegen in dat een beroep tegen de aanslag door de belastingplichtige geen grond voor weigering is.
Verder wijst de Raad er op dat het gebruik van het woord «belastingplichtige» in de toelichting op artikel 7, vijfde lid, van het Verdrag, niet toereikend is omdat het ook kan gaan om «inhoudingsplichtigen».
De Raad adviseert de toelichtende nota op deze punten aan te passen.
2. Mogelijkheid een verzoek af te wijzen
De toelichting op artikel 7, vijfde lid, is aangevuld, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad.
3. Vertrouwelijkheid
In de toelichting op artikel 8 van het Verdrag wordt aandacht besteed aan de bescherming van persoonsgegevens. De toelichting verwijst naar de Europese Richtlijn ter zake, die voorschrijft dat lidstaten van de Europese Unie alleen informatie mogen uitwisselen met derde landen indien die landen een passend beschermingsniveau bieden2. Het is juist dat – zoals in de voorlaatste volzin van de toelichting wordt gesteld – deze richtlijn geen gelding heeft voor de Nederlandse Antillen en dat dit voorschrift voor de Nederlandse Antillen niet geldt. Dat neemt echter niet weg dat de vraag omtrent de bescherming van verstrekte persoonsgegevens relevant is.
De Raad adviseert de toelichting op artikel 8 van het Verdrag te vervangen door een passage waarin wordt ingegaan op het beschermingsniveau voor de aan de Verdragspartner verstrekte persoonsgegevens.
3. Vertrouwelijkheid
De toelichting op artikel 8 is aangepast, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad.
4. Kosten
Artikel 9 van het Verdrag regelt de verdeling van kosten die zijn verbonden aan de uitwisseling van informatie. Tenzij de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen anders overeenkomen, geldt de volgende verdeling.
a. «Ordinary» costs («gewone» kosten in de Nederlandse vertaling van het Verdrag): deze kosten worden gedragen door de aangezochte partij.
b. «Extraordinary» costs («buitengewone» kosten in de Nederlandse vertaling van het Verdrag), daaronder begrepen redelijke kosten voor het inschakelen van externe adviseurs: deze kosten worden gedragen door de verzoekende partij.
c. «Significant» costs («aanmerkelijke» kosten in de Nederlandse vertaling van het Verdrag): indien de kosten naar aanleiding van een specifiek verzoek naar verwachting aanmerkelijk zullen zijn, vindt vooraf overleg plaats tussen de bevoegde autoriteiten.
De Raad merkt op dat in de toelichting op artikel 9 van het Verdrag de kostencategorieën b en c met elkaar worden verward.
De Raad adviseert de toelichtende nota in overeenstemming te brengen met de tekst van het Verdrag.
4. Kosten
De toelichting op artikel 9 is aangepast conform het advies van de Afdeling advisering van de Raad.
5. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele redactionele verbeteringen aan te brengen.
De Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van de Nederlandse Antillen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van Curaçao en van Sint Maarten.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32632-2-n1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.