De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de Europese Unie nog steeds significante tarieven heft voor landbouwproducten uit Noord-Afrika, maar haar
markt bijna geheel heeft geopend voor industriële producten uit Noord-Afrika;
overwegende, dat de regering in haar notitie over de transitie in de Arabische Regio van 25 maart jl. spreekt over het belang
van verbeterde markttoegang voor de regio om sociaaleconomische vooruitgang te boeken, en in het bijzonder om de hoge werkloosheid
te bestrijden;
overwegende, dat de AIV in haar rapport «Hervormingen in de Arabische Regio» van mei jl. de aanbeveling doet aan de regering
om zich binnen de EU hard te maken voor de modernisering van de landbouw in Zuid-Europa, zodat een Europees landbouwbeleid
ontstaat dat de concurrentie met producten van buiten de Unie niet schuwt;
voorts overwegende, dat democratische ontwikkeling van Noord-Afrika in het belang is van de lidstaten van de Europese Unie;
verzoekt de regering zich binnen de EU in te zetten voor een verbeterde markttoegang van landbouwproducten uit Noord-Afrika;
verzoekt de regering voorts zich in EU-verband in te zetten voor een meer directe koppeling tussen deze verbeterde markttoegang
en goede samenwerking in het kader van de mobiliteitspartnerschappen, die er onder meer op gericht zijn terugname van illegale
migranten vast te leggen en tijdelijk verblijf van bijvoorbeeld studenten en bonafide zakenlieden te faciliteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ten Broeke
Van der Staaij
Ormel