Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2016
Ik ben voornemens om in het kader van de taakherschikking via het experimenteerartikel
in de Wet BIG (artikel 36a) zelfstandige bevoegdheid toe te kennen aan de mondhygiënisten
op hun deskundigheidsgebied. Het gaat dan om het behandelen van primaire caviteiten
(heelkundige handeling), het toepassen van anesthesie (injecteren) en het maken van
röntgenfoto’s voor wat betreft solo en bitewing opnamen (het gebruik maken van ioniserende
straling). Tandartsen blijven de toezichthoudend deskundigen op het gebied van ioniserende
straling in de mondzorg. Tijdens het experiment wordt bekeken of de toekenning van
de bevoegdheid leidt tot kwaliteitsverbetering in de individuele gezondheidszorg. Dit voornemen
zal ik verwerken in een algemene maatregel van bestuur die ik direct na het zomerreces
zal voorhangen bij uw Kamer. Het huidige Besluit stralingbescherming zal in 2018 worden
aangepast om te voldoen aan een nieuwe Eurotomrichtlijn. Deze wijziging regelt dat
radiologische verrichtingen ook onder de medische verantwoordelijkheid van mondhygiënisten
kunnen geschieden.
Mijn voornemen past in het beleid met het oog op taakherschikking. In 2006 is besloten
om de opleidingsduur van de opleiding tot mondhygiënisten naar vier jaar uit te breiden
om de mondhygiënist voor curatieve taken op te leiden en zitten voorbehouden handelingen
(heelkundige handeling, injecteren en het gebruik maken van ioniserende straling)
in de opleiding. Reden is dat mondhygiënisten zo een belangrijk deel van de reguliere
mondzorg voor hun rekening kunnen nemen.
Via het experimenteerartikel in de Wet BIG (36a) wordt deze zelfstandige bevoegdheid
aan mondhygiënisten toegekend. Het experiment voorziet op verzoek van de tandartsen
in onderzoek. Hierover zal ik in overleg gaan met de betrokken beroepsorganisaties.
Tijdens het experiment wordt bekeken of de verlening van de bevoegdheid leidt tot
kwaliteitsverbetering in de gezondheidszorg.
Met dit besluit zijn de mondhygiënisten in staat om deze taken onder eigen verantwoordelijkheid
uit te voeren. Mondhygiënisten vallen daarmee onder het tuchtrecht (boete, berisping,
waarschuwing).
Na een voorbereiding van tien jaar acht ik deze verschuiving van taken verantwoord.
De eerdere taakherschikking van arts naar verpleegkundig specialist1 heeft goede resultaten opgeleverd2.
De voorbereiding en andere ervaringen ter zaken sterken mij in de verwachting dat
de patiëntenzorg gebaat is bij deze ontwikkeling.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers