32 616 Goedkeuring van ministeriële regelingen tot aanpassing van wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet goedkeuring ministeriële regelingen BES)

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

In het kader van de Staatkundige herziening van het Koninkrijk zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba per 10 oktober 2010 onderdeel van het Nederlandse staatsbestel geworden. In de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is geregeld welke Nederlands-Antilliaanse regelgeving op deze eilanden ook na 10 oktober 2010 van toepassing blijft. In de bijlage bij deze wet, de zogenaamde IBES-lijst, zijn deze Nederlands-Antilliaanse regelingen opgesomd, waarbij wordt aangegeven of deze op het niveau van wet, algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling blijven gelden. Deze van oorsprong Nederlands-Antilliaanse regelgeving is aangepast naar de nieuwe situatie.

Voor wat betreft de van oorsprong Nederlands-Antilliaanse regelgeving die als Nederlandse wetgeving blijft gelden, is per 10 oktober 2010 de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in werking getreden, waarin de Nederlands-Antilliaanse regelgeving die in de nieuwe situatie als wet blijft gelden is aangepast. Bij het parlement zijn op het tijdstip van het in procedure brengen van dit wetsvoorstel nog aanhangig de Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – A (Kamerstukken II, 2009/2010, 32 368, nr. 2) Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – B (Kamerstukken II, 2009/2010, 32 419, nr. 2) en de Derde Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – (Kamerstukken II, 2009/2010, 32 428, nr. 2). De beoogde inwerkingtredingdatum van deze wetsvoorstellen is 1 januari 2011, waarbij voor onderdelen is voorzien in de mogelijkheid van terugwerkende kracht.

De Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (IBES) voorziet in de mogelijkheid om bij ministeriële regeling wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong te wijzigen. Voor een uitgebreide toelichting op dit punt wordt verwezen naar de toelichting bij de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: IBES) (Kamerstukken II, 2008/09, 31 957, nr. 3, blz. 13). Van deze mogelijkheid is ook gebruik gemaakt.

De volgende ministeriële regelingen tot wijziging van wetten zijn opgesteld en op 10 oktober 2010 in werking getreden:

• de Regeling wijziging IBES-lijst; deze regeling bevat wijzigingen van de bijlage bij de IBES, waarin wordt vermeld welke Nederlands-Antilliaanse regelingen in de nieuwe situatie op de openbare lichamen blijven gelden en op welk niveau (wet, algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling).

• de Aanpassingsregeling BES-wetten; deze regeling bevat wijzigingen in diverse oorspronkelijk Nederlands-Antilliaanse regelingen die in de nieuwe situatie op het niveau van wet blijven gelden.

• de Tweede aanpassingsregeling BES-wetten; deze regeling bevat eveneens wijzigingen in oorspronkelijk Nederlands-Antilliaanse regelingen die in de nieuwe situatie op het niveau van wet blijven gelden.

• de Regeling internationale kinderontvoering BES; deze regeling bevat de opname in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES van een nieuwe titel inzake internationale kinderontvoering;

• de Regeling interlandelijke adoptie BES; deze regeling bevat de opname in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES van een nieuwe titel inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale kinderontvoering.

Daarnaast zijn op 15 onderscheidenlijk 10 december 2010 in werking getreden:

• de Regeling internationale kinderbescherming BES en

• de Regeling tot aanpassing van een aantal BES-wetten.

Artikel 21, eerste lid, van de IBES bepaalt dat zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van de hierboven genoemde ministeriële regelingen een voorstel van wet tot goedkeuring van deze regelingen bij de Staten-Generaal wordt ingediend. Hiertoe dient dit wetsvoorstel.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner