32 614 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Dienstenwet en enige andere wetten ter vastlegging van uitzonderingen op de toepasselijkheid van de positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen ingevolge de Dienstenwet

Nr. 4 NADER RAPPORT 1

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State)

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 21 januari 2011, aangeboden aan de Koningin door de minister van Veiligheid en Justitie, mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 december 2010, nr. 10.003639, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovengenoemde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 12 januari 2011, nr. W03.10.0586/II, bied ik U hierbij aan.

Het ontwerp geeft de Afdeling advies geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een ondergeschikte aanpassing door te voeren in artikel III. Voor de in het voorgestelde artikel 75f van de Flora- en faunawet onder a en b genoemde vergunningen wordt reeds in een thans in voorbereiding zijnde Reparatiewet op het terrein van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (inwerkingtreding voorzien per 1 januari 2012) een voorziening getroffen voor het uitzonderen van de toepasselijkheid van de LSP. Gelet daarop kunnen de voorgestelde onderdelen a en b van artikel 75f komen te vervallen. Het oorspronkelijk voorgestelde onderdeel c van dat artikel resteert nog. In verband daarmee is het artikel herschreven en voorts gepreciseerd tot ontheffingen voor zover deze betrekking hebben op artikel 13 van de Flora- en faunawet. Het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zijn overeenkomstig gewijzigd.

Ik moge U, mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven