32 610 Wijziging van de Embryowet in verband met de evaluatie van deze wet

E NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 5 juli 2013

Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het nader voorlopig verslag, waarin door de leden van PvdA-fractie nadere vragen zijn gesteld over de evaluatie van het Modelreglement Embryowet. Deze vragen worden mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie beantwoord.

De leden van de PvdA-fractie vragen of er in de evaluatie van de Embryowet in 2006 aanbevelingen zijn geformuleerd op basis van een evaluatie van het Modelreglement Embryowet.

Allereerst merk ik op dat het Modelreglement Embryowet een werkdocument van de beroepsgroep is, dat aan instellingen een handvat biedt om de op grond van de Embryowet geldende regels in de praktijk te implementeren. In het evaluatierapport van 2006 is één expliciete aanbeveling opgenomen rond het modelreglement. Deze aanbeveling betreft de kunstmatige voortplanting bij terminale patiënten. De onderzoekers merken op dat ondanks dat het in de praktijk weinig voorkomt, er behoefte bestaat aan een leidraad voor postmortaal gebruik van geslachtscellen en embryo’s. De beroepsbeoefenaren wordt aangeraden zorgvuldigheidsvoorwaarden te ontwikkelen rond hulp bij voortplanting als een van de partners terminaal ziek is en deze op te nemen in het modelreglement.

Verder vragen de leden van de PvdA-fractie of de leeftijdsgrens van 45 jaar onderdeel is geweest van de evaluatie in 2006. Ook vragen de leden de regering of zij los van de evaluatie van de wet bereid is zich te laten adviseren over de (on)wenselijkheid van het verhogen van de leeftijdsgrens voor de toepassing van ivf met gebruikmaking van eiceldonatie, of ingevroren eicellen of embryo’s.

De leeftijdsgrens van 45 jaar is geen onderdeel geweest van de evaluatie in 2006 omdat deze leeftijdsgrens geen onderdeel is van de Embryowet. Dat deze leeftijdsgrens is opgenomen in het Modelreglement Embryowet is een nadere invulling van de ivf-praktijk van de beroepsgroep, waaronder de toepassing van de Embryowet. Daarnaast is de grens voor de vergoeding van ivf vastgesteld op 43 jaar, met steun van de patiëntenorganisatie en de beroepsgroep, als alternatief voor het schrappen van vergoeding van meerdere behandelingen. Ook deze grens is geen onderdeel van de Embryowet. De vragen betreffen dus de maximale leeftijd van de ontvanger zoals opgenomen in het Modelreglement. Over de bereidheid advies te vragen over het al dan niet verhogen van de leeftijdgrens van 45 jaar, merken wij het volgende op. De laatste jaren zijn regelmatig nieuwe ontwikkelingen op het gebied van voortplantingstechnologie aan de orde geweest die tot maatschappelijke ophef hebben geleid. Om die reden leek het raadzaam een structureel overleg tussen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de betrokken beroepsgroepen (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie en Vereniging van Klinisch Embryologen) te organiseren. Dit structurele overleg is tot stand gebracht en vindt op regelmatige basis plaats. Daarnaast is afgesproken één keer per jaar een zogenaamde vruchtbaarheidsbijeenkomst te organiseren waarbij alle betrokken veldpartijen worden uitgenodigd. Het doel van deze bijeenkomst is om nieuwe technieken, mogelijkheden en wijze van introductie te bespreken. De eerste bijeenkomst zal plaatsvinden op 3 oktober 2013. Mocht de beroepsgroep besluiten dat de leeftijdsgrens voor ivf kan worden aangepast, dan zal dit zeker een onderwerp zijn dat aan de orde komt in het bovengenoemde overleg.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven