De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de
volgende nadere opmerkingen en het stellen van de volgende nadere vragen.
In de memorie van antwoord geeft de regering op de vraag van de leden van de PvdA-fractie aan dat in de evaluatie van de Embryowet het Modelreglement Embryowet uit
2003 expliciet is betrokken. Dit is wel een antwoord op de eerste vraag – «is dit
modelreglement ook onderhevig geweest aan de evaluatie van ZonMw» – maar niet op de
vervolgvraag. Die vraag luidde namelijk: «Zo ja, zijn er aanbevelingen op basis hiervan
geformuleerd en welke zijn dat?» De leden van PvdA-fractie verzoeken de regering,
mede namens de leden van de SP-fractie, deze vraag alsnog te beantwoorden of aan te geven waarom dat niet mogelijk
zou zijn.
In het bijzonder zijn de leden van deze fracties geïnteresseerd in het antwoord op
de vraag of de leeftijdsgrens van 45 jaar, die in het modelreglement uit 2003 is opgenomen
voor de acceptor van eiceldonatie die IVF moet ondergaan, onderdeel van de evaluatie
heeft uitgemaakt. Zo ja, tot welk oordeel zijn de onderzoekers dan gekomen ten aanzien
van deze leeftijdsgrens? Aangezien het eerste, onderhavige, evaluatierapport uit januari
2006 stamt en de tweede evaluatie uit 2012 volgens de regering geen bijzondere relevantie
heeft voor de behandeling van dit voorstel van wet, lijkt het er op dat een belangrijk
onderdeel van de Embryowet, namelijk de uiterste leeftijd waarop vrouwen via medische
weg een kind kunnen krijgen noch in de eerste noch in de tweede evaluatie expliciete
aandacht heeft gekregen. Dit klemt eens te meer omdat het modelreglement waarin de
leeftijdsgrens is opgenomen 10 jaar oud is en het advies van de Gezondheidsraad waarnaar
verwezen wordt uit 1997 (sic!) stamt.2 Derhalve vragen de leden van deze fracties de regering of zij los van de evaluatie
van de wet bereid is om zich te laten adviseren over de (on)wenselijkheid van het
verhogen van de leeftijdsgrens voor de toepassing van IVF met gebruikmaking van eiceldonatie,
of ingevroren eicellen of embryo’s.
De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zien de antwoorden
van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 5 juli
2013.
De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Slagter-Roukema
De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer