32 609 VI Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de incidentele suppletoire begrotingen)

A VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VEILIGHEID EN JUSTITIE1

Vastgesteld 5 juli 2011

Het onderzoek van dit voorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het stellen van enkele vragen en het maken van enkele opmerkingen ten overvloede.

De opmerkingen betreffen de volgende onderwerpen:

  • 1. kostendekkende griffierechten;

  • 2. extra inkomsten en besparingen als gevolg van de invoering van ANPR (Automatic NumberPlate Recognition);

  • 3. besparingen als gevolg van de enkelvoudige afdoening van kantonzaken in hoger beroep;

  • 4. besparingen op de rechtsbijstand als gevolg van de invoering van de mogelijkheid om zonder tussenkomst van een advocaat een echtscheiding aan te vragen.

Ad 1

Reeds bij de plenaire behandeling op 28 september 2010 van het wetsvoorstel tot wijziging van het griffiestelsel2 en recent, op 10 mei 2011, bij de plenaire behandeling van de evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie3 zijn door vertegenwoordigers van verschillende fracties in de Eerste Kamer bedenkingen geuit over de voornemens om te komen tot een kostendekkend griffiestelsel. Wanneer een wetsvoorstel inzake deze materie te zijner tijd bij deze Kamer aanhangig is, zal het voorstel op zijn merites worden beoordeeld.

Ad 2

In de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van de Eerste Kamer zijn vragen gerezen over de wenselijkheid van de invoering van ANPR, mede in het licht van de kosten die het in te voeren systeem met zich brengen. Wanneer een wetsvoorstel inzake deze materie te zijner tijd bij deze Kamer aanhangig is, zal het voorstel op zijn merites worden beoordeeld.

Ad 3

Is bij het voorstel voor besparingen als gevolg van de enkelvoudige afdoening van kantonzaken in hoger beroep rekening gehouden met de verhoging van de competentiegrens voor kantonzaken tot € 25 000, zo vragen de leden van deze zich onder andere af? Behoort het niet tot de bevoegdheid van het desbetreffende gerechtsbestuur om te bepalen of een kantonzaak in hoger beroep, bijvoorbeeld vanwege de complexiteit ervan, enkelvoudig dan wel meervoudig wordt afgedaan?

Wanneer een wetsvoorstel inzake deze materie te zijner tijd bij deze Kamer aanhangig is, zal het voorstel op zijn merites worden beoordeeld.

Ad 4

In de memorie van antwoord bij wetsvoorstel 31 714 (echtscheidingsnotaris)4 lezen de leden dat indien bij een echtscheiding een beroep zou moeten worden gedaan op gefinancierde rechtsbijstand, dezelfde bedragen zullen gelden voor notarissen als voor advocaten. Hoe moeten de leden van deze commissie de bedoelde besparingen derhalve zien?

Wanneer een wetsvoorstel inzake deze materie te zijner tijd bij deze Kamer aanhangig is, zal het voorstel op zijn merites worden beoordeeld.

Voor het overige geeft dit voorstel geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

De leden van de vaste commissie voor Veiligheid & Justitie zien de reactie van de regering met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie,

Broekers-Knol

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie,

Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Broekers-Knol (VVD) (voorzitter), Kneppers-Heynert (VVD), Kox (SP), Engels (D66), Franken (CDA), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA) (vice-voorzitter), Duthler (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Quik-Schuijt (SP), Strik (GL), K.G. de Vries (PvdA), Knip (VVD), Hoekstra (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), De Boer (GroenLinks), De Lange (OSF), Beuving (PvdA), Koole (PvdA), Schrijver (PvdA), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Frijters-Klijnen (PVV) en Swagerman (VVD).

X Noot
2

Handelingen I 2010/11, nr. 1, blz. 8–15 en 28–35.

X Noot
3

Handelingen I 2010/11, nr. 26, item 4, blz. 12–26 en item 8, blz. 32–49.

X Noot
4

Kamerstukken I 2010/11, 31 714, B.

Naar boven