32 609 IXB Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de incidentele suppletoire begrotingen)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten, die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2011 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën als gevolg van de in het kader van het Regeerakkoord doorgevoerde departementale herindelingen.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Voor zover door middel van deze wet begrotingsartikelen en/of onderdelen van begrotingsartikelen, die gelieerd zijn aan bepaalde beleidsterreinen, in de onderhavige begroting vervallen, inclusief de daarbij behorende budgetten, staat daar elders binnen de Rijksbegroting (bij een ander ministerie) het toevoegen van begrotingsartikelen en/of onderdelen van begrotingsartikelen met betrekking tot dezelfde beleidsterreinen tegenover.

Mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Artikel 4 Internationale Financiële Betrekkingen

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 4 Internationale financiële betrekkingen (bedragen x € 1 000)

Algemene beleidsdoelstelling: Een financieel–economisch gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel–economische ontwikkeling

Stand ontwerp-begroting 2011 (1)

Mutaties incidentele suppletore begroting (2)

Stand incidentele suppletore begroting 2011 (3) = (1+2)

Mutatie 2012

Mutatie 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Verplichtingen

3 399 961

 

3 404 311

0

0

0

0

Betalingsverplichtingen

600 916

4 350

605 266

    

Garantieverplichtingen

2 799 045

 

2 799 045

    
        

Uitgaven

2 039 774

 

1 989 774

0

0

0

0

Programma–uitgaven

2 037 205

 

1 987 205

    

Waarvan juridisch verplicht

2 037 205

 

1 987 205

    
        

Doelst. 1 Gezonde en stabiele monetaire en budgettaire ontwikkeling van de EU en haar lidstaten.

       
        

Instrument: lening aan Griekenland

1 705 000

 

1 705 000

    

Deelname EFSF

       
        

Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI's

       
        

Instrument: deelneming multilaterale

332 205

– 50 000

282 205

16 670

16 670

16 660

 

ontwikkelingsbanken en -fondsen

       
        

Apparaatsuitgaven

2 569

 

2 569

    
        

Ontvangsten

128 937

 

128 937

    

Doelst. 1 Gezonde en stabiele monetaire en budgettaire ontwikkeling van de EU en haar lidstaten.

       
        

Renteontvangsten lening Griekenland

119 316

 

119 316

    

Aflossingen lening Griekenland

       
        

Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI's

       

Ontvangsten IFI's

9 621

 

9 621

    

Toelichting

De lagere uitgaven (– € 50 mln.) zijn het gevolg van aanpassingen in het verzilveringsschema van de vijftiende middelenaanvulling voor de Internationale Ontwikkelings Associatie (IDA). Deze uitgaven worden uitgesteld tot 2012–2014, wat tot een verhoging van de betalingsverplichting in 2011 leidt. Door het uitstellen worden de bezuinigingen op het ODA budget gefaciliteerd. De betalingen aan IDA worden reëel constant gehouden, waardoor in 2012–2014 een hogere nominale betaling plaatsvindt. Deze betaling heeft dezelfde netto contante waarde als de uitgestelde betaling in 2011, waardoor het uitstel geen implicaties heeft voor het leenvolume van IDA.

Door het verhogen van de nominale betalingen nemen de betalingsverplichtingen in 2011 toe met € 4,35 mln.

Artikel 8 Begrotingsbeleid en regeldruk

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 8 Begrotingsbeleid (bedragen x € 1 000)

Algemene beleidsdoelstelling: Het budgettaire beleid creëert de randvoorwaarden om maatschappelijke ambities, nu en in de toekomst, te verwezenlijken. De overheid is betrouwbaar en consistent in de aanwending van de middelen en zorgt voor een doelmatige, doeltreffende en rechtmatige besteding. Binnen deze doelstelling wordt ook de regeldruk voor bedrijven merkbaar verminderd.

Stand ontwerp-begroting 2011 (1)

Mutaties incidentele suppletoire begroting (2)

Stand incidentele suppletoire begroting 2011 (3) = (1+2)

Mutatie 2012

Mutatie 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Verplichtingen

28 193

– 5 782

22 411

– 325

– 325

– 325

– 325

        

Uitgaven

28 193

– 5 782

22 411

– 325

– 325

– 325

– 325

Programmauitgaven

3 221

– 3 221

0

    

Waarvan juridisch verplicht

2 700

– 2 700

0

    
        

Doelst. 4 Verminderen regeldruk voor bedrijven

       

Vermindering regeldruk

3 221

– 3 221

0

    
        

Apparaatsuitgaven

24 972

– 2 561

22 411

– 325

– 325

– 325

– 325

        

Ontvangsten

5 931

 

5 931

    

Apparaatsontvangsten

5 931

 

5 931

    

Herverkaveling Regiegroep Regeldruk

De middelen die voor Regiegroep Regeldruk ter beschikking staan op de begroting IXB Financiën, zullen worden overgeheveld naar de begroting van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Deze middelen bevinden zich op de artikelen 8 «Begrotingsbeleid en Regeldruk» en artikel 9 «Algemeen». De middelen voor Regiegroep Regeldruk op artikel 8 worden eerst overgeheveld naar artikel 9, van waaruit de middelen vervolgens worden overgeheveld naar het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Artikel 9 Algemeen

Budgettaire gevolgen van beleid – niet beleidsartikel 9 Algemeen (bedragen x € 1 000)

Algemeen

Stand ontwerp-begroting 2011 (1)

Mutaties incidentele suppletoire begroting (2)

Stand incidentele suppletoire begroting 2011 (3) = (1+2)

Mutatie 2012

Mutatie 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Verplichtingen

147 248

2 089

149 337

– 1 856

– 1 856

– 1 856

– 1 856

        

Uitgaven

147 248

2 089

149 337

– 1 856

– 1 856

– 1 856

– 1 856

Totaal apparaatsuitgaven

147 228

      

Apparaatsuitgaven

139 628

2 089

141 717

– 1 856

– 1 856

– 1 856

– 1 856

Uitvoeringskosten omslagstelsel Rijkswagenpark

7 600

 

7 600

    
        

Tegoeden WOII

20

 

20

    
        

Ontvangsten

15 699

 

15 699

    

Apparaatsontvangsten

8 099

 

8 099

    

Omslagstelsel Rijkswagenpark

7 600

 

7 600

    

Herverkaveling Regiegroep Regeldruk

Zie toelichting bij artikel 8 Begrotingsbeleid en Regeldruk.

Naar boven