32 608 Een centraal aandeelhoudersregister voor besloten- en (niet-beursgenoteerde) naamloze vennootschappen

Nr. 2 HERDRUK 1 INITIATIEFNOTA2

Inleiding

Berichten in de pers over fraude met en door besloten vennootschappen (BV’s) zijn geen zeldzaamheid: het gaat over ontslagzwendel, om BTW-fraude, witwassen, faillissementsfraude enzovoorts. De parlementaire werkgroep verwevenheid onderwereld/bovenwereld stelde in oktober 2008 vast dat vooral in de vastgoedsector op massale schaal zich criminele activiteiten afspelen:

«Bij de vastgoedfraude is echt goed wat mis. Bonafide handelaren zijn criminele activiteiten gaan ontwikkelen. De massaliteit moeten we volgens de gesprekspartners niet onderschatten. Vastgoed leent zich goed voor criminele activiteiten. Dat komt doordat de markt niet transparant is en het product heterogeen is. De vastgoedwereld is verder een gesloten wereld; er zijn maar weinigen die hem goed van binnenuit kennen. [...] Er zijn ook veel tussenschakels. Dat leidt tot ingewikkelde constructies waar niet zomaar doorheen valt te prikken».3

Niet zelden zitten er achter die ingewikkelde constructies BV’s. Terecht wees deze werkgroep op de rol van notarissen als essentiële schakel in vastgoedtransacties. De werkgroep wees op «foute notarissen» die bewust meewerken aan malafide vastgoedtransacties of op naïeve notarissen die in hun onervarenheid of onkunde fouten maken. Het kabinet steunde dit standpunt en wees erop dat het ook voorkomt dat onder andere het notariaat

«de eigen rol [bij pogingen tot het misbruik van vastgoed maken] niet kan of wil zien. Vooral het laatste is van betekenis: dienstverleners die (soms mede uit financieel eigenbelang) niet willen zien wat hunrol in het misbruik is, en daarbij ook geen poging doen om daaromtrent inzicht te verkrijgen».4

Hoewel de situatie in de vastgoedwereld in het genoemde rapport van de parlementaire werkgroep en bij het kabinet veel aandacht krijgt5, wil dat niet zeggen dat niet ook in andere sectoren fraude of andere criminele activiteiten me behulp van BV’s plaatsvinden. Schimmige constructies met BV’s worden gebruikt voor allerlei dubieuze zaken. Daarbij kan het gaan om BTW-fraude, vormen van ontslagzwendel, faillissementsfraude, duistere fiscale constructies, het opkopen van slecht lopende BV’s en die misbruiken voor allerlei vormen van zwendel enzovoorts.

In veel van die gevallen is op enig moment een notaris – meestal te goeder trouw – betrokken geweest. Vanuit de Tweede Kamer luidt dan ook regelmatig de roep om strenger toezicht op juridische beroepsgroepen, wordt de aandacht gevestigd op het gebrek aan zelfreinigend vermogen van bijvoorbeeld notarissen of advocaten of wordt het verschoningsrecht ter discussie gesteld. Ook de notariële beroepsgroep zelf ziet het belang dat «rotte appels» uit hun midden worden verwijderd en dat mistoestanden moeten worden voorkomen of worden aangepakt. Dit zijn allemaal zeer relevante onderwerpen waarbij desnoods aanscherping van de wet- en regelgeving kan bijdragen aan het beter functioneren van de desbetreffende beroepsgroep. Maar als vanuit de samenleving en de politiek – terecht – hogere eisen worden gesteld aan de kwaliteit en integriteit van notarissen en aan de rol van de notaris als beschermer van rechtsverkeer, dan moet die beroepsgroep ook de middelen krijgen om aan die eisen te voldoen. Het kabinet wees in het verband van vastgoedfraude terecht op het belang

Deze initiatiefnota beoogt niet de hele discussie over de rechten en plichten van notarissen aan de orde te stellen, maar richt zich op een punt daaruit namelijk de mogelijkheden die notarissen moeten hebben om voor de vereiste transparantie en rechtszekerheid te zorgen. Immers: criminelen willen alles behalve transparantie en verschuilen zich liever in de anonimiteit of achter onduidelijke constructies met rechtspersonen. Om dit tegen te gaan moet de notaris als poortwachter in het rechtsverkeer een grotere rol spelen. Bovendien: als we malafide notarissen willen aanpakken, moeten we de grote meerderheid van bonafide notarissen de mogelijkheid bieden om malafide praktijken aan te pakken. Om aan deze eisen van de samenleving en wetgever te voldoen moeten notarissen de instrumenten krijgen om daaraan te kunnen voldoen. In deze initiatiefnota worden voorstellen gedaan om dit instrumentarium te vergroten, met als doel het vergroten van transparantie in het rechtsverkeer en het daarmee voorkomen van strafbare praktijken rondom BV’s.

Rol van de notaris

Het voorkomen en bestrijden van misbruik van rechtspersonen heeft al langer de aandacht van de politiek. Bijvoorbeeld met de toekomstige vervanging van het preventieve toezicht op basis van een verklaring van geen bezwaar, door een systeem van doorlopende controle van rechtspersonen kan al veel worden verbeterd.6 In aanvulling hierop kan worden overwogen om de notaris een grotere rol te geven in het tegengaan van misbruik van rechtspersonen. Die rol mag van de notaris als uitvoerder van een publieke taak ook worden verwacht. De notaris vervult een waarborgfunctie in het rechtsverkeer en heeft in het rechtsverkeer al een poortwachterfunctie. Hij moet immers al ongebruikelijke transacties melden, bij bepaalde transacties cliëntenonderzoek doen of bij het vermoeden van fraude of witwassen zijn diensten weigeren. Ook in het kader van het transport van onroerende zaken of aandelen in BV’s speelt de notaris een belangrijke rol als het gaat om tegengaan van onoorbare transacties. Het is te overwegen om de rol van notaris als poortwachter verder te versterken, zeker als daarnaast gelijktijdig de onkreukbaarheid van de notaris door wetgever en de beroepsgroep zelf beter wordt gegarandeerd. Die poortwachterfunctie mag er echter niet toe leiden dat het economisch verkeer onnodig wordt gehinderd. Door bij wijze van spreken voor relatief kleine financiële transacties een notariële akte te eisen zou weliswaar een beter zicht kunnen ontstaan op criminele geldstromen, maar daarmee zou tevens het vrije economisch verkeer veel schade oplopen. Maar er zijn wel meer bescheiden en toch zinvolle stappen vooruit te maken als het gaat om de notaris een grotere rol te geven als hoeder van het rechtsverkeer.

Om malafide transacties te kunnen voorkomen worden aan de notaris diverse wettelijke eisen gesteld. Op 1 augustus 2008 is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) in werking getreden. Op grond van deze wet moet de notaris bij bepaalde transacties, waaronder de aan- en verkoop van onroerend goed en de overdracht van aandelen, een cliëntenonderzoek doen. Het gaat hierbij ondermeer om het vaststellen van de identiteit van de partijen bij een transactie. Als bij die transactie een rechtspersoon partij is, moet worden vastgesteld wie de zogenaamde UBO («ultimate beneficial owner») is, ofwel wie achter de schermen de uiteindelijk belanghebbende natuurlijke persoon is. Daarbij gaat het dus ook om het vaststellen van de identiteit van de bij de transactie betrokken partijen. Als een van die partijen geen natuurlijke maar een rechtspersoon is, dan is de notaris gehouden om vast te stellen wie de uiteindelijk belanghebbende natuurlijk persoon is die achter de rechtspersoon schuil gaat.

De overdracht van aandelen in BV’s en niet-beursgenoteerde NV’s vindt eveneens plaats bij notariële akte. Net zoals bij onroerende zaken dient de notaris de beschikkingsbevoegdheid van de verkoper vast te stellen, moet worden onderzocht of de aandelen niet bezwaard zijn met pandrechten of andere beperkende rechten, of de aandelen niet gecertificeerd zijn, of er geen optie- of andere voorkeursrechten jegens derden met betrekking tot de verkochte aandelen bestaan en of bij de verkrijging van de aandelen mogelijk overdrachtsbelasting is verschuldigd. Ook voor het kunnen heffen van overdrachtsbelasting bij de verkoop van onroerend moet kunnen worden vastgesteld wie aandeelhouder is van een vennootschap waarvan de bezittingen (voornamelijk) bestaan uit onroerende zaken bestaan. Dit betreft de zogenaamde onroerende zaaklichamen (OZL). Bij het verkrijgen van aandelen een OZL, is in veel gevallen overdrachtsbelasting verschuldigd. Door een recente wijziging van artikel 4 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer7 moet de notaris ook onderzoeken of een verkrijger van aandelen in een OZL mogelijk deel uitmaakt van een concern, een groep van vennootschappen die door aandeelhouderschap met elkaar is verweven. Dit heeft te maken met het feit dat er tevens overdrachtsbelasting moet worden betaald als alle verkrijgingen van aandelen in een vennootschap binnen een periode van twee jaar bij elkaar opgeteld, een verplichting tot het betalen van overdrachtsbelasting met zich mee brengen. Dan gaat het dus niet om iedere afzonderlijke verkrijging op zich maar om een optelling daarvan. Sinds kort worden dergelijke verkrijgingen van aandelen in een OZL eveneens belast als die binnen die periode van twee jaar door een «nauw verwante groep» zijn gedaan. Daarbij gaat het om een groep van bloed- en aanverwanten in de rechte lijn, maar ook van de echtgenoot van de verkrijger en rechtspersoonrelaties binnen het concern. Deze nieuwe bepaling dient om te voorkomen dat, door spreiding bij aankoop van OZL-aandelen, een gedeelte of zelfs de totale verkrijging van de aandelen buiten de heffing van overdrachtsbelasting kan blijven.

Bestaande onderzoeksmogelijkheden bij overdracht van aandelen

Op dit moment kan de notaris die de opdracht krijgt om aandelen in een besloten vennootschap over te dragen het Handelsregister van de Kamer van Koophandel raadplegen. Daarin is vastgelegd wie zijn de bestuurders van de vennootschap zijn, wat er in de statuten staat, hoe groot het geplaatste aandelenkapitaal is en wanneer de laatst vastgestelde jaarrekening is gedeponeerd. En dan moeten deze gegevens ook nog correct zijn, wat niet altijd het geval hoeft te zijn. Echter uitsluitend als een vennootschap slechts één aandeelhouder heeft, worden in het Handelsregister ook de gegevens van die ene aandeelhouder vermeld. Als er meerdere aandeelhouders zijn, wordt niet in het Handelsregister noch in enig ander openbaar register opgenomen wie de aandeelhouders zijn. De notaris kan dan alleen te rade gaan bij degene die aandelen uit zijn BV wil verkopen. Deze eigenaar dient een aandeelhoudersregister te tonen, liefst ook een akte waaruit zijn eigendomsrecht blijkt. Dat register dient te worden gehouden door het bestuur van de vennootschap. Het bestuur heeft de wettelijke plicht om in dat register de namen en de adressen van alle houders van aandelen op naam op te nemen, met vermelding van ondermeer de datum waarop zij de aandelen hebben verkregen. Hoewel er op grond van het tweede lid van artikel 2:85 BW een wettelijke verplichting bestaat tot het regelmatig bijhouden van dat register, leert de praktijk iets anders: het register is slecht bijgehouden of zoek of de eigendomsakte is zoek. In die gevallen kan het aandeelhoudersregister soms nog door de notaris worden «gereconstrueerd», bijvoorbeeld op basis van informatie die de accountant over de vennootschap kan verstrekken. Nog hachelijker wordt de situatie als de notaris onderzoek naar de beschikkingsbevoegdheid van een aandeelhouder moet uitvoeren in het geval van verpanding van aandelen of het vestigen van een beperkt recht daarop. Ook hierin schiet het aandeelhoudersregister van de vennootschap vaak tekort: hoewel daarin een pandrecht op aandelen dient te zijn ingeschreven gebeurt dit in de praktijk niet altijd. De notaris kan dan weliswaar bijvoorbeeld met de bank waarbij de verkoper een rekeningnummer heeft bellen en vragen of die bank wellicht een pandrecht heeft op de aandelen heeft, maar dit levert niet de benodigde zekerheid op. Er kan bijvoorbeeld altijd nog een andere bank zijn met een pandrecht.

Gebrek aan transparantie

Rechtspersonen kunnen door andere rechtspersonen worden vertegenwoordigd of handelen, maar uiteindelijk zitten er achter iedere rechtspersoon natuurlijke personen die belanghebbend zijn bij een transactie van die rechtspersoon.

De bovengenoemde parlementaire werkgroep legde in haar verslag een bijzondere nadruk op de verwevenheid tussen onder- en bovenwereld daar waar het om vastgoedtransacties ging. Het gebrek aan transparantie binnen de vastgoedwereld, zorgt er enerzijds voor dat een kleine groep notarissen onderdeel worden of dreigen te worden van deze vastgoedwereld, en legt anderzijds een extra druk op bonafide notarissen om alert te zijn op malafide praktijken.

Voor onroerend goedtransacties levert het Kadaster doorgaans veel informatie op: wie is de eigenaar, is het pand belast met een hypotheek en of zijn er beslagen op het onroerend goed ingeschreven, zijn er bepaalde beperkingen of andere gerechtigden? De vragen kunnen doorgaans goed worden beantwoord als er sprake is een natuurlijk persoon als eigenaar van een onroerende zaak. Dat wordt echter veel gecompliceerder als de betreffende onroerende zaak eigendom is van een BV en niet de onroerende zaak zélf wordt verkocht maar wel de aandelen in die BV. Dan kan de notaris niet terugvallen op het Kadaster. Omdat het niet om onroerende zaken zelf gaat maar om een aandeel in een BV biedt het Kadaster niet de informatie die de notaris nodig heeft. De notaris is daarom in het geval van een BV niet in staat om door te zoeken tot hij bij de bij die transactie uiteindelijk belanghebbende natuurlijke persoon terecht komt. Aangezien steeds meer transacties met onroerende zaken niet meer rechtstreeks maar wel via het verkopen van aandelen van vennootschappen plaatsvinden, kan de notaris steeds vaker niet of nauwelijks achterhalen wie er nu feitelijk achter een onroerend zaak transactie zit. Ondoorzichtige transacties en malafide personen blijven hierdoor onbekend.

Daarbij komt nog dat via dergelijke OZL’s mogelijk de overdrachtsbelasting kan worden ontdoken. Bij de overdracht van aandelen in een dergelijke vennootschap is er, als vier of meer personen samen alle aandelen in die BV kopen, en wel ieder voor minder dan 1/3 gedeelte van het aantal geplaatste aandelen, geen overdrachtsbelasting over de koopprijs verschuldigd. Pas bij de verkrijging van tenminste 1/3 van het aandelenkapitaal van een onroerend goedvennootschap is overdrachtsbelasting verschuldigd. Het kan daarom ook voor het vaststellen van een verplichting tot het betalen van overdrachtsbelasting van belang zijn om te weten welke aandelen in mogelijke andere vennootschappen door een persoon of rechtspersoon worden gehouden, dus om een onderzoek op het subject te kunnen uitvoeren.

Daar waar voor registergoederen men via het Kadaster kan achterhalen wie de eigenaar daarvan is, kan dat in het geval van aandelen in een BV of niet-beursgenoteerde NV dus niet. Die aandelen betreffen immers geen goederen die in een openbaar register moeten worden vastgelegd.

Bij OZL’s is er als het ware sprake van een scheiding tussen het juridisch eigendom over onroerende zaken (de aandelen in de BV) en het economisch eigendom (de onroerende zaken zelf). Van een dergelijke scheiding is ook sprake in het geval certificering van aandelen. Bij certificaten van aandelen is het winstrecht van die aandelen afgescheiden van het stemrecht op die aandelen. In feite is een certificaat het economisch eigendom van een aandeel. Of aandelen wel of niet zijn gecertificeerd, blijkt niet altijd uit het aandeelhoudersregister. Certificaten van aandelen kunnen namelijk ook «zonder medewerking van de vennootschap» worden uitgegeven. Daarnaast kunnen certificaten van aandelen zonder notariële akte worden uitgegeven en overgedragen. Hoewel certificering van aandelen door vennootschappen vooral gebruikt wordt als beschermingsconstructie tegen vijandige overnames, biedt certificering van aandelen bij gebrek aan een notariële akte tevens de mogelijkheid tot fraude of wordt op ontbreekt op zijn minst het zicht op de achterliggende geldstromen of natuurlijke personen.

Beslispunten

Deze initiatiefnota beoogt een bijdrage te leveren aan het tegengaan van fraude met BV’s en niet-beursgenoteerde NV’s. Zoals in de inleiding is geschetst worden vooral BV’s voor een breed scala van criminele activiteiten misbruikt. Een deel van de oplossing kan worden gevonden door de notaris meer instrumenten te geven om onderzoek te doen naar de natuurlijke personen die werkelijk schuil gaan achter deze rechtspersonen en geldstromen. Bij gebrek aan een openbaar register van aandelen van BV’s en niet-beursgenoteerde NV’s blijft het voor notarissen moeilijk om de werkelijke belanghebbenden achter een dergelijke vennootschap boven tafel te krijgen. Dat daarmee de kans op verboden transacties toeneemt, mag duidelijk zijn.

De indieners van deze nota zouden daarom graag de volgende beslispunten willen voorleggen:

  • 1. Centraal Aandeelhoudersregister

    Er dient een openbaar register voor aandelen in BV’s en niet-beursgenoteerde NV’s te komen. De mogelijkheid van een dergelijk register is al eerder aan de orde geweest. Al in 1994 schreef de minister van Justitie in een brief aan de Kamer dat. «omdat het aandeelhoudersregister ook een belangrijke rol kan spelen bij de bestrijding van misbruik met en door rechtspersonen, thans nader [wordt] onderzocht welke mogelijkheden er zijn om een Centraal Aandeelhoudersregister in een geautomatiseerd systeem op te nemen»8. De uitkomst van dit onderzoek heeft niet tot een dergelijk systeem geleid.

    De totstandkoming van een dergelijk Centraal Aandeelhoudersregister in combinatie met de tussenkomst van de notaris bij aandelentransacties maakt dat er een beter zicht komt op tot nu toe ondoorzichtige constructies met BV’s, onduidelijke belangen van natuurlijke en rechtspersonen, witwasconstructies beter kunnen worden tegengegaan omdat geldstromen inzichtelijker worden en de notaris beter in staat wordt gesteld om de regels op grond van de Wwft na te leven. Tenslotte kan er een betere belastingheffing plaats, zowel van overdrachtsbelasting als van inkomstenbelasting.

    Een dergelijk Centraal Aandeelhoudersregister kan worden geïntegreerd in het Handelsregister zoals de Kamers van Koophandel die bijhouden. Concreet kunnen wij ons voorstellen dat er in het Centraal Aandeelhoudersregister feiten worden geregistreerd die voor de rechtstoestand van aandelen in besloten of naamloze (niet-beursgenoteerde) vennootschappen van belang zijn. Die feiten omvatten ook de gegevens van de houders van die aandelen, evenals van de vennootschap zelf. Daarbij valt te denken aan:

    • gegevens van de gerechtigden en beperkt gerechtigden (waaronder pandhouders en vruchtgebruikers) van aandelen, en de wijze waarop deze hun rechten hebben verkregen;

    • gegevens van certificaathouders en de rechten die deze aan het houderschap kunnen ontlenen;

    • of er executoriale of conservatoire beslagen op de aandelen zijn gelegd;

    • of een houder van aandelen of certificaten daarvan een aanmerkelijk belang heeft in de desbetreffende vennootschap;

    • of de vennootschap een OZL is;

    • of de vennootschap behoort tot een concern.

    Een dergelijk register moet zodanig worden vormgegeven dat daarmee de structuur van concernvennootschappen en deelnemingen in andere vennootschappen inzichtelijk wordt.

    De vraag is voor wie het register toegankelijk moet worden. Enerzijds zou vanwege de bescherming van de persoonlijke levenssfeer de toegang tot het register zo beperkt mogelijk moet blijven. Bijvoorbeeld door alleen de notaris, de bestuurders van de vennootschap of justitiële en fiscale autoriteiten daar toegang tot te verlenen. Aan de andere kant worden in veel andere voor iedereen openbaar register ook privacygevoelige gegevens vastgelegd, bijvoorbeeld in het Kadaster of het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. In het kader van het voorkomen van misbruik van BV’s en niet-beursgenoteerde NV’s zou het de voorkeur genieten om het register openbaar toegankelijk te maken.

  • 2. Overdracht van certificaten van aandelen bij notariële akte

    Bij certificaten van aandelen zijn de controlemogelijkheden gebrekkig: er bestaat ook daar geen register, waardoor ook hier het risico op het witwassen van geld en het ontduiken van belastingen, bijvoorbeeld overdrachtsbelasting, wordt vergroot. Daarbij vindt er geen cliëntenonderzoek door de notaris plaats als de overdracht van certificaten buiten de notaris om gaat, zodat ook meldingen van ongebruikelijke transacties achterwege blijven. Aangezien een notariële akte wel altijd wordt geregistreerd door de Belastingdienst zou dit de controle aanzienlijk verbeteren. Wij stellen dan ook voor om niet alleen voor de overdracht van aandelen in BV’s en niet-beursgenoteerde NV’s een notariële akte te vereisen, maar dat ook te doen voor certificaten van die aandelen.

  • 3. Aandelen aan toonder bij niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen afschaffen.

    De meeste NV’s geven aandelen aan toonder uit: aandelen waarvan de bezitter die een bewijsstuk van het aandeel heeft meteen ook de eigenaar van dat aandeel is en de daarbij behorende rechten kan uitoefenen. Een dergelijk aandeel is niet op naam van de eigenaar geregistreerd en kan worden verkocht zonder dat daar speciale eisen aan worden gesteld. Een notariële akte is niet vereist. Dergelijke toonderaandelen vormen dus een anoniem vermogenbezit. Door de voorschriftloze overdrachtsmogelijkheid kunnen ze dienen voor allerlei vormen van misbruik, variërend van belastingontduiking tot witwassen of zelfs het financieren van terrorisme.

    Voor zover het beursgenoteerde NV’s betreft vindt de handel in toonderaandelen plaats via de beurs. Het zicht op deze vorm van overdracht is redelijk transparant: er vindt op de beurs geen overdracht van papieren aandelen meer plaats maar de handel verloopt via (niet-anonieme) effectenrekeningen bij erkende instellingen en via een geautomatiseerd systeem voor effectenverkeer. In Nederland wordt het systeem van levering en bewaring van effecten door Nederlands Centraal Instituut voor Giraal Effectenverkeer (Necigef) beheerd, dat weer onder toezicht staat van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

    Een dergelijke transparantie en toezicht ontbreken echter voor aandelen aan toonder in niet-beursgenoteerde NV’s. Daarvan zijn de houders meestal onbekend en ontbreekt vrijwel ieder zicht op de onderhandse overdracht. Vanwege de vereiste transparantie en rechtszekerheid en daarmee het voorkomen van misbruik van deze aandelen stellen wij voor om toonderaandelen in niet-beursgenoteerde NV’s af te schaffen door ze op naam van de eigenaar te laten zetten.9

Financiële gevolgen

De transactiekosten – waaronder de kosten van de notariële akten en de inschrijving van die akten in het Centraal Aandeelhouders Register – kunnen door de overheid in de vorm van leges worden vastgesteld. Dit brengt voor de betrokken partijen extra kosten met zich mee. Voor de overheid betekent dit register dat er meer (overdrachts)belasting kan worden geheven, financiële winsten beter kunnen worden afgeroomd en criminaliteit kan worden voorkomen en bestreden. De financiële voordelen die hier voor de overheid uit voortvloeien kunnen wellicht worden gebruikt ter compensatie van de kosten die aandeelhouders van bedoelde vennootschappen moeten maken als een Centraal Aandeelhouders Register wordt ingesteld.

Daarnaast kan het register gaan dienen als orgaan om aankondigingen te doen waarvoor thans de wet voorschrijft om die te publiceren in een «landelijk verspreid dagblad», zoals voorgenomen fusies of kapitaalverminderingen. Hiermee kunnen de financiële lasten voor de betrokken partijen afnemen.

Het is niet mogelijk om een beredeneerde schatting te maken van de bedragen die met de instelling van een dergelijk register gemoeid zijn noch van de extra inkomsten voor de overheid. De betere waarborging van het rechtsverkeer, het voorkomen van misdrijven en de te verwachten extra belastinginkomsten zullen naar onze mening voldoende compensatie bieden voor de toegenomen lasten voor aandeelhouders.

Groot

Recourt


X Noot
1

I.v.m. toevoeging van een voetnoot.

X Noot
2

Bij de totstandkoming van deze initiatiefnota is dankbaar gebruik gemaakt van de mondelinge en schriftelijke bijdragen van mr. drs. J.H.M. (Hans) Erkamp, notaris en filosoof. Over dit onderwerp zal in februari een artikel van de heer Erkamp in het Nederlands Juristenblad verschijnen.

X Noot
3

Verwevenheid van de bovenwereld met de bovenwereld. Rapport van de parlementaire werkgroep verwevenheid onderwereld/bovenwereld. Oktober 2008, p. 17.

X Noot
4

29 911, nr. 16 brief van de ministers van Justitie, van Financiën en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 3 november 2008, p. 5.

X Noot
5

In 2009 werd voor de periode van drie jaar de Nationale Regiegroep Aanpak Misbruik Vastgoed ingesteld. Deze regiegroep, onder gezamenlijk voorzitterschap van de ministeries van Justitie en van Financiën, moet onder ander met een actieplan komen.

X Noot
6

31 948 Wijziging van onder meer Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet documentatie vennootschappen in verband met het vervallen van de verklaring van geen bezwaar en het verbeteren en uitbreiden van de controle op rechtspersonen met het oog op de voorkoming en bestrijding van misbruik van rechtspersonen.

X Noot
7

Door middel van de wet van 23 december 2010 tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2011), inwerkingtreding 1-1-2011.

X Noot
8

Vergaderjaar 1993–1994. 17 050 Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies Nr. 188 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 20 juli 1994.

X Noot
9

In onder ander België is deze stap al eerder gezet. De wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder.

Naar boven