32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 104 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2012

Hierbij stuur ik u, zoals toegezegd tijdens het AO «water voor ontwikkeling», een verslag van de «Sanitation and Water for All» (SWA) «High level meeting» (HLM) van 20 april jl. in Washington. Het verslag gaat u met enige vertraging toe omdat het officiële verslag van SWA pas recentelijk beschikbaar is gesteld.

SWA is een samenwerkingsverband van overheden, donoren en maatschappelijke en internationale organisaties. SWA werd in 2010 opgericht op initiatief van Nederland en het Verenigd Koninkrijk om ontwikkelingslanden, met name die het meest achterlopen op de 2015 Millenniumdoelen voor water en sanitatie, te ondersteunen.

Voorafgaand aan de HLM op 20 april, kwamen op 19 april de Ministers van water uit 40 ontwikkelingslanden bijeen om een gezamenlijke verklaring voor te bereiden.

In mijn toespraak tijdens de HLM sprak ik mijn waardering uit voor de organisatie van deze bijeenkomst en wees ik op het belang van goede samenwerking tussen donoren en ontvangende landen op het terrein van drinkwater en sanitatie. In dit kader heb ik aangekondigd dat Nederland in een partnerschap met UNICEF in West- en Centraal Afrika minimaal 5 miljoen mensen zal voorzien van drinkwater en sanitaire voorzieningen. De activiteiten zullen plaatsvinden in 9 landen (Benin, Centraal Afrikaanse Republiek, Ghana, Guinee, Ivoorkust, Liberia, Mali, Mauritanië en Sierra Leone). Deze landen zijn deels fragiele en post-conflict landen die ernstig «off-track» zijn ten aanzien van de ontwikkelingsdoelen voor drinkwater en sanitatie. De Nederlandse toezegging past in het kabinetsbeleid om de komende vier jaar in totaal 25 miljoen mensen additioneel ten opzichte van 2010 van veilig drinkwater en sanitatie te voorzien en zo bij te dragen aan de wereldwijde armoededoelstellingen. UNICEF is bereid een garantie voor minimaal 10 jaar af te geven voor de werking van drinkwatersystemen en sanitaire voorzieningen en tevens de waterkwaliteit te garanderen. Dienstverlening aan de gebruiker wordt gecontroleerd middels een representatieve steekproef van de waterpunten door onafhankelijke derde partijen die hierover jaarlijks aan UNICEF, de lokale overheid en DGIS rapporteren. UNICEF heeft veel waardering voor de Nederlandse kennis en expertise op het terrein van drinkwater en sanitatie; ik ben daarom met UNICEF overeengekomen dat minimaal 20–25% van de Nederlandse financiering zal worden aangewend voor de inzet van Nederlandse kennis en expertise om duurzame resultaten te behalen en lokale capaciteit op te bouwen. De bijdrage van Nederland komt in het bijzonder ten goede aan de gezondheidssituatie van kinderen en levert tevens economische voordelen op, zoals een hogere productiviteit en besparingen op ziektekosten.

Tevens heb ik aangekondigd dat Nederland op verzoek van de WHO en UNICEF gastheer zal zijn van een post-MDG conferentie met betrekking tot het ontwikkelen van indicatoren op het terrein van drinkwater en sanitatie in Den Haag op 3, 4 en 5 december 2012.

Onderzoek wijst uit dat meer aandacht nodig is voor duurzame investeringen. De kosten van gebrekkig of niet-functionerende voorzieningen kunnen oplopen tot 9% van het BNP. Daar tegenover staat dat door middel van goed-functionerende voorzieningen grote voordelen behaald kunnen worden door besparingen op gezondheidskosten, een toename van het aantal productieve dagen van met name vrouwen en een vermindering van een negatieve impact op het milieu.

De belangrijkste uitkomsten van de HLM zijn gebaseerd op de aanbevelingen van het «Global Annual Assessment of Sanitation and Drinking-Water» (GLAAS) 2012 rapport en de meest recente update van het «Joint Monitoring Programme on Drinking-Water and Sanitation» (JMP) van de WHO en UNICEF, alsmede input van donoren en sectorale Ministers uit ontwikkelingslanden. Samengevat:

  • Het verbeteren van de toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen

    Het Millennium Ontwikkelingsdoel ten aanzien van drinkwater is in 2010 feitelijk al bereikt. Dit neemt niet weg dat in een groot aantal landen deze doelstelling nog bij lange na niet is gehaald. Speciale aandacht zal uitgaan naar het Millennium Ontwikkelingsdoel met betrekking tot sanitatie. In dit licht hebben de Ministers van 40 ontwikkelingslanden gezamenlijk afgesproken de toegang tot sanitatie met 7% te verbeteren en de toegang tot veilig drinkwater met 5% in de komende 2 jaar. Een grotere focus zal hierbij liggen op het verkleinen van de verschillen tussen urbane en rurale gebieden en het verbeteren van de toegang tot voorzieningen op scholen en in gezondheidscentra.

  • Het terugdringen van het gebruik van het open veld als toilet («open defecation») en realiseren van het recht op sanitatie

    «Open defecation» is een van de grootste gevaren voor de gezondheid. Toegang tot basis sanitaire voorzieningen is een mensenrecht en essentieel om «open defecation» terug te dringen. Het verbeteren van hygiëne is tevens een van de meest kosteneffectieve manieren om de gezondheid te verbeteren en gezondheidskosten te reduceren. Hoewel goede vooruitgang is geboekt, zijn de Ministers overeengekomen om in 2014 «open defecation» te hebben teruggedrongen met 15%. De focus ligt hierbij specifiek op de allerarmsten en buitengesloten groepen. De aanpak richt zich op «low-cost» technologie, het opbouwen van capaciteit, het verhogen van het bewustzijn en het verzekeren van onafhankelijke monitoring.

  • Een toename van nationale investeringen

    Inzet is om publieke en private financieringen in toenemende mate te mobiliseren ten behoeve van drinkwater en sanitatie. Meerdere ontwikkelingslanden hebben toegezegd 2% van het jaarlijkse budget te zullen reserveren voor drinkwater en sanitatie. Verschillende modellen om private investeringen aan te trekken zijn de afgelopen jaren in onder andere Kenia en de Filipijnen succesvol gebleken en zullen verder worden onderzocht.

  • Het verdubbelen van hulp

    Ondanks de financiële crisis hebben verschillende donoren steun aan de drinkwater en sanitatie sector toegezegd. In dit kader kondigde de Britse Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking aan dat zijn land het aantal mensen dat wereldwijd van water, sanitatie en hygiënevoorlichting zal worden voorzien, zal verdubbelen van 30 miljoen nu tot ten minste 60 miljoen mensen in 2015. Nederland heeft aangegeven in samenwerking met het Verenigd Koninkrijk, UNICEF en de lokale overheden van 9 landen in West- en Centraal Afrika middelen ter beschikking te willen stellen om de toegang tot veilig drinkwater en sanitatie voor 10 miljoen mensen in deze landen veilig te stellen.

  • Gerichter benaderen en slimmer besteden

    Veel landen, veelal in Sub-Sahara Afrika, budgetteren financiële middelen voor drinkwater en sanitatie maar geven dat maar in beperkte mate (ca. 70%) uit. Hoewel meer geld nodig is om de Millennium Ontwikkelingsdoelen te bereiken, toont dit aan dat alleen een verhoging van de fondsen niet de oplossing is. Initiatieven gericht op capaciteitsopbouw, het verbeteren van beleid en het versterken van instituties behoeven tevens aandacht. Duurzame dienstverlening, nationaal en lokaal, staat hierbij centraal.

  • Betere voorbereiding voor infrastructurele investeringen

    De Ministers uit ontwikkelingslanden hebben afgesproken minimaal 10% van de sectorale investeringen te reserveren voor niet-infrastructurele investeringen. Doel is het vergroten van kennis en technische ondersteuning, een betere match tussen vraag en aanbod van de financiering en gedragsverandering middels hygiënepromotie.

  • Meer aandacht voor duurzaamheid

    De drinkwater en sanitatie sector staat voor complexe uitdagingen gerelateerd aan financiering, energievoorziening, klimaatverandering, urbanisering en voedselcrises. Ondertussen wordt water schaarser en duurder. In dit licht is het belangrijk dat een integrale sectorbenadering wordt toegepast. Het ontwikkelen van duurzame en betaalbare diensten die lokaal beheerd kunnen worden is van groot belang. Ministers uit ontwikkelingslanden hebben afgesproken om het aantal niet-functionerende water systemen met minimaal 10% te verminderen in 2014.

  • Leiden, plannen en coördineren

    Het belang van nationaal leiderschap en verantwoordelijkheid is benadrukt. De Ministers uit ontwikkelingslanden zijn overeengekomen leiderschap te versterken. Donoren richten zich op harmonisering van de ontwikkeling van overheidssystemen en nationale financieringsinstrumenten. Coördinatie en planning dienen met name in fragiele «off-track» landen versterkt te worden. De Verenigde Staten en Nederland kondigden hun steun aan voor het SWA «National Planning for Results Initiative» (NPRI), waarmee partners gemobiliseerd worden hun middelen specifiek te richten op het versterken van de planning in «off-track» landen.

  • Het versterken van informatiesystemen en het controleren van resultaten

    GLAAS en JMP rapporten leveren een belangrijke bijdrage aan de evaluatie van de globale drinkwater en sanitatie sector. De omvang en diepgang van globale monitoring behoeven echter verdere verbetering om de realiteiten «in het veld» beter weer te geven en meer aandacht te besteden aan zaken als waterkwaliteit en duurzaamheidsindicatoren. Het opbouwen van nationale informatiesystemen is essentieel en het verbeteren van traceersystemen heeft hoge prioriteit. Ministers uit ontwikkelingslanden zijn overeengekomen om een nationaal sectoraal monitoringsysteem toe te passen en een gezamenlijke jaarlijkse review meeting te houden met de belangrijkste actoren uit de sector.

  • Nadruk op drinkwater en sanitatie in de toekomstige globale dialoog

    Het succes van de SWA HLM is van belang voor de globale dialoog ten aanzien van drinkwater en sanitatie. Algemene toegang tot drinkwater en sanitatie maakt deel uit van het promoten van groene economische groei en duurzaamheid, de belangrijkste agendapunten van de duurzaamheidstop Rio +20. Erkend wordt dat drinkwater en sanitatie integraal onderdeel vormen van economische groei en van invloed zijn op gezondheid, energie, voedselzekerheid en het milieu.

De directeur van Simavi, tevens lid is van de Stuurgroep van SWA namens «End Water Poverty», stelde dat door het afdwingen van garanties voor duurzaamheid en waterkwaliteit als voorwaarde voor financiële steun, Nederland internationaal voorop loopt bij het vergroten van de effectiviteit van hulp. Het hoofd van USAID en de Directeur-Generaal  van AusAID kondigden tevens op de HLM aan dat zij zullen toetreden tot het «Sanitation and Water for All Partnership», dat nu meer dan 80 leden telt.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Naar boven