Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2012
Onder verwijzing naar mijn toezegging tijdens het Wetgevingsoverleg op 14 juni j.l.
om een brief over religie en ontwikkeling te sturen, treft u de toegezegde informatie
hierbij aan.
Religie is een belangrijke factor in de context waarin ontwikkelingssamenwerking plaatsvindt
en heeft de afgelopen jaren de nodige aandacht gekregen. Nederlandse NGO’s en het
ministerie van Buitenlandse Zaken vormden in 2005 gezamenlijk een «Kennisforum Religie
en Ontwikkeling», met als doel om door meer begrip van religie in ontwikkelingslanden
te komen tot betere resultaten in internationale samenwerking. Het forum diepte onderwerpen
uit als HIV/Aids en religie, onderwijs en religie, en conflict en religie. Het resultaat
was onder andere een «Hand out» over Religie en Ontwikkeling, met achtergronden en
beleidsrichtlijnen. Ook verenigden zeven partners hun krachten in het Kenniscentrum
Religie & Ontwikkeling (KCRO), dat door Oikos gecoördineerd wordt. Het publiceerde
in 2011 «Religie en ontwikkeling: handreikingen voor de praktijk», een document dat
geregeld wordt gebruikt als ondersteunend materiaal voor diplomaten en beleidsmedewerkers.
Al deze inspanningen hebben er toe bijgedragen dat het onderwerp religie geïntegreerd
is geraakt in diverse beleidsterreinen, binnen en ook buiten Ontwikkelingssamenwerking.
Binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt nu met enige regelmaat kennis en
ervaring uitgewisseld over de rol van religie en religieuze actoren, op thema’s zoals
SRGR, conflictbeheersing en democratisering in de Arabische regio. Daarbij worden
ook deskundigen van het KCRO betrokken, evenals vertegenwoordigers van Nederlandse
denktanks en academische instellingen. Medewerkers van het ministerie participeren
ook in initiatieven van het KCRO, zoals in het symposium «Religie en Ethiek in Buitenlandse
Betrekkingen», van oktober jl.
Het KCRO vervult al met al een belangrijke rol om de opgedane kennis en ervaring te
borgen en te delen.
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
H. P. M. Knapen