32 593 EU-voorstel: Mededeling naar een Single Market Act COM(2010)608

B VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 24 februari 2011

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken1 hebben kennisgenomen van de mededeling van de Europese Commissie «Naar een Single Market Act: Voor een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen – 50 voorstellen om beter samen te werken, te ondernemen en zaken te doen»2

Naar aanleiding daarvan is op 22 december 2010 een brief gestuurd aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

De minister heeft op 23 februari 2011 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Warmolt de Boer

BRIEF AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Den Haag, 22 december 2010

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken hebben met belangstelling kennisgenomen van de mededeling van de Europese Commissie «Naar een Single Market Act: Voor een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen – 50 voorstellen om beter samen te werken, te ondernemen en zaken te doen»3 De Eerste Kamer heeft deze mededeling geselecteerd als prioritair dossier, wat betekent dat de leden van de commissie dit dossier met bijzondere aandacht volgen. Met betrekking tot genoemde mededeling wensen de leden van de fracties van de VVD en de PvdA enkele punten aan de regering mee te geven.

Eerlijke concurrentie en een efficiënte markt

De leden van de fractie van de VVD constateren dat in de EU 2020-strategie de vorming van een gemoderniseerde interne markt binnen de Europese Unie centraal staat. Onze welvaart en werkgelegenheid is gebaat bij een efficiënte markt waarin streng wordt opgetreden tegen protectionisme, nationalisme en corporatisme. Ook biedt het Nederland de mogelijkheid om zijn functie als ingang en doorvoerroute van Europa verder te versterken.

Europa gaat niet over alles

De leden van de VVD-fractie zijn groot voorstander van de ontwikkeling van een «Single Market» waarin sprake is van een level playing field voor internationaal opererende bedrijven. De Europese Unie dient zich hierbij te richten op implementatie en handhaving van concurrentieregels die de economische ontwikkeling versterken. Hierbij is het van groot belang om in de gaten te houden waar de Europese Unie wel en niet over gaat, naar het oordeel van deze leden.

Geen extra verplichtingen en regeldruk

De leden van de fracties van de VVD en de PvdA zijn van oordeel dat op nationaal en internationaal niveau getracht dient te worden de regeldruk voor bedrijven tot een minimum te beperken. Voor Europese regelgeving geldt dan ook dat het niet moet leiden tot extra verplichtingen en administratieve lasten. Met name maatschappelijke organisaties pleiten voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en het verbeteren van transparantie. Standpunt van de leden van de VVD-fractie en de PvdA-fractie is dat de overheid niet moet dwingen om de verslaglegging uit te breiden. Bedrijven dienen vrij te zijn om zich met behulp van extra informatievoorziening te onderscheiden en consumenten en maatschappelijke groeperingen hebben de mogelijkheid bedrijven hierop aan te spreken.

Consequenties voor het EU budget

De 50 voorstellen zijn veelomvattend. De Commissie dient naar het oordeel van de leden van de fractie van de VVD te worden opgeroepen deze voorstellen uit te werken zonder dat de begroting verder groeit.

De leden van genoemde fracties vernemen ten aanzien van deze punten, mede in relatie tot genoemde mededeling, graag het oordeel van de regering. Ook vernemen zij graag hoe de regering deze punten op Europees niveau naar voren brengt.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

E. M. Kneppers-Heynert

BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 februari 2011

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op vragen van de leden van de fractie van de VVD en de PvdA over de Commissiemededeling «Naar een Single Market Act.»

Het kabinet heeft kennis genomen van de brief van de vaste commissie voor Economische Zaken naar aanleiding van de mededeling van de Europese Commissie «Naar een Single Market Act: Voor een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen – 50 voorstellen om beter samen te werken, te ondernemen en zaken te doen», waarin de Eerste Kamer aangeeft deze mededeling als prioritair dossier te hebben geselecteerd.

Het kabinet is voorstander van verdere versterking van de interne markt. De interne markt vormt de kern van de Europese integratie en heeft sinds 1992 gezorgd voor welvaart voor ondernemers, consumenten en burgers.

De presentatie van de mededeling vormde het begin van een publieke consultatie. Alle betrokkenen (Lidstaten, Europees Parlement, sociale partners, bedrijfsleven en burgers) hebben tot 28 februari aanstaande de mogelijkheid om op de mededeling te reageren. Op basis van deze reacties zal de Europese Commissie een beleidsactieplan voor de periode 2011–2012 opstellen. Hierin zullen naar verluidt ongeveer tien tot twintig concrete voorstellen genoemd worden die de interne markt op korte termijn kunnen versterken.

Het kabinet deelt de constatering van de leden van de VVD-fractie dat onze welvaart en werkgelegenheid gebaat zijn bij een efficiënte interne markt. Zoals reeds aangegeven in de kabinetsreactie op de mededeling «Naar een Single Market Act» (dossiernummer 32 593) dringt het kabinet er bij Commissie op aan te prioriteren op voorstellen die gericht zijn op versterken van economische groei en concurrentievermogen. Versterking van de interne markt is een essentieel onderdeel van de Europa 2020-strategie. Vandaar dat het kabinet onder meer pleit voor het door versterkte samenwerking tot stand brengen van het EU-octrooi, de digitale interne markt en versterking van de infrastructuur voor netwerksectoren.

Ten aanzien van de opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD over de grenzen van de bevoegdheden van de Europese Unie wil het kabinet benadrukken dat ook voor het kabinet een goede afbakening van bevoegdheden tussen de Lidstaten en de Europese Unie essentieel is. Vandaar dat ieder concreet wetgevingsvoorstel dient te worden beoordeeld op basis van het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel. Ook in de reactie op de mededeling heeft het kabinet duidelijk aangegeven dat bij sommige voorstellen een nationale aanpak mogelijk effectiever en beter is, in plaats van een Europees initiatief. Zo heeft het kabinet kritisch gereageerd op de Commissievoorstellen op het gebied van particuliere obligatieleningen en verplichte basisbankdiensten.

Betreffende de opmerkingen van de leden van de fracties van de VVD en de PvdA dat op nationaal en internationaal niveau getracht dient te worden de regeldruk voor bedrijven tot een minimum te beperken, beklemtoont het kabinet dat vermindering van regeldruk en administratieve lasten een belangrijk uitgangspunt is. Ook in Europa dienen onnodige administratieve lasten voor burgers en ondernemers voorkomen te worden. Vandaar dat het kabinet in zijn reactie op de mededeling de Commissie oproept actief in te zetten op vereenvoudiging van regelgeving (bijvoorbeeld op het gebied van openbare aanbestedingen). Het kabinet steunt de herziening van de vierde en zevende richtlijn over het jaarrekeningenrecht met als doel een substantiële vermindering van de administratieve lasten, in het bijzonder voor kleine ondernemers. Voor wat betreft het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen meent het kabinet dat de maatschappelijke baten en administratieve lasten van eventuele voorgenomen maatregelen goed tegen elkaar moeten worden afgewogen. Het kabinet hecht aan een gedegen evaluatie van de effectiviteit van de huidige regelgeving alvorens nieuwe regelgeving in overweging genomen kan worden.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen


X Noot
1

Samenstelling:

Schuurman (CU), Van den Berg (SGP), Meindertsma (PvdA), Broekers-Knol (VVD), Doek (CDA), Terpstra (CDA), Essers (CDA), Kneppers-Heynert (VVD) voorzitter, Van Driel (PvdA), Sylvester (PvdA), Kox (SP), Engels (D66), Franken (CDA), Hamel (PvdA), Asscher (VVD), Willems (CDA), Reuten (SP) vicevoorzitter, Hofstra (VVD), Laurier (GL), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Kuiper (CU), Elzinga (SP), Vliegenthart (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

X Noot
2

Dossiernummer E100063 op www.europapoort.nl

X Noot
3

Dossiernummer E100063 op www.europapoort.nl

Naar boven