Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de begrotingsstaat van de Raad van
State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het kabinet van de Gouverneur
van Aruba, het kabinet van de Gouverneur van Curaçao en het kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (IIB) voor het jaar
2010, zoals deze begrotingsstaat is vastgesteld bij de wet tot vaststelling van de begrotingsstaat van de Raad van State,
de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het kabinet van de Gouverneur van de
Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba (IIB) voor het jaar 2010, van 28 januari 2010, Stb. 87; laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 september 2010 Stb. 761;
Zo is het, dat Wij, met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan
bij deze:
Artikel 1
De begrotingsstaat van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden,
het kabinet van de Gouverneur van Aruba, het kabinet van de Gouverneur van Curaçao en het kabinet van de Gouverneur van Sint
Maarten (IIB) voor het jaar 2010 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.
Artikel 2
De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van 10 oktober van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze
wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum van 10 oktober, dan treedt zij in werking met ingang van de dag na
de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 10 oktober van het onderhavige begrotingsjaar.
Gegeven
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,