32 545 Wet- en regelgeving financiële markten

Nr. 166 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2022

De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) rapporteren elk jaar aan mij over door hen geconstateerde knelpunten in wet- en regelgeving op het terrein van de financiële markten. Deze rapportages leveren een waardevolle bijdrage aan de verbetering van wet- en regelgeving voor de financiële markten.

Hierbij ontvangt u de rapportages die DNB en de AFM mij dit jaar hebben toegestuurd1, alsmede mijn reactie op de wetgevingswensen die daarin staan geformuleerd. Daarnaast voer ik met beide toezichthouders ook breder het gesprek over ontwikkelingen in de financiële sector die zij signaleren en over het nut, de noodzaak en de wenselijkheid van aanpassing van wet- en regelgeving die daarmee verband houdt.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

Brief AFM

Knelpunten

Stand van zaken/acties/voornemens

Tipgeldregeling Marktmisbruik toezicht

Ik sta positief tegenover het voorstel en ben hierover met de AFM in gesprek. Meldingen van derden zijn belangrijk voor effectief marktmisbruiktoezicht, maar de AFM ontvangt die weinig. Een tipgeldregeling kan zorgen voor meer meldingen.

Het voorstel lijkt uitvoerbaar en past binnen de verordening marktmisbruik. Wel moet nader stil gestaan worden bij de effectiviteit en de wijze waarop een eventuele wetswijziging kan worden vormgegeven. Ik zal daarom met de AFM nog nader overleggen over het voorstel.

Betalingen onder fictieve naam (pseudokoop)

Op grond van de Europese verordening betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (de CPC-verordening) dienen lidstaten er voor zorg te dragen dat autoriteiten die toezicht houden op consumentenbescherming de bevoegdheid hebben om testaankopen zo nodig met gebruikmaking van een fictieve identiteit te doen. Voornoemde bevoegdheid is geregeld in de Wet handhaving consumentenbescherming onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Naast de AFM komt deze bevoegdheid ook toe aan onder meer de Autoriteit Consument en Markt en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. In de praktijk blijkt dat de autoriteiten op dit moment niet adequaat van deze bevoegdheid gebruik kunnen maken. Meer specifiek blijkt het onder meer lastig om in een online omgeving anoniem of onder fictieve identiteit betalingen te verrichten. Dit is door de autoriteiten tevens onder de aandacht gebracht van het Ministerie van EZK. Er is op dit moment nog geen concrete oplossing voorgesteld door de AFM. Samen met de Minister van EZK zal ik onderzoeken wat de knelpunten zijn voor de autoriteiten om gebruik te kunnen maken van deze bevoegdheid en hoe deze kunnen worden weggenomen. De Minister van EZK zal daarbij de interdepartementale afstemming coördineren en ik zal zorg dragen voor eventuele knelpunten in regelgeving van de financiële markten.

Openbaarmakingsregime in de Sanctiewet opnemen

Ik sta positief tegenover een openbaarmakingsregime in de Sanctiewet. Ik ga nader in gesprek over de wens vraag om een nadere analyse, waarbij ook ingegaan dient te worden op de randvoorwaarden. Voor een aanpassing van de Sanctiewet ga ik in gesprek met de Minister van Buitenlandse Zaken als eerste ondertekenaar van de Sanctiewet.

Ontbrekende Guidelines for Enforcement of Financial Information (GLEFI) -bevoegdheden in het AFM toezicht op de financiële verslaggeving

Ik heb met de AFM afgesproken om dit te bezien en mee te nemen in de onderhandelingen van de binnen afzienbare termijn verwachte aanpassing van de Transparantierichtlijn. De eerste vervolgstap is dat ik in gesprek treed met stakeholders. Dit zal ik op korte termijn doen.

Informatie toezicht (financiële) verslaggeving delen met de ECB en Joint Supervisory Teams (JST’s) en met ESMA

Ik sta positief tegenover het creëren van de mogelijkheid voor de AFM om toezichtvertrouwelijke informatie die zij in het kader van de Wet toezicht financiële verslaggeving (Wtfv) heeft verkregen, te delen met de toezichthoudende autoriteit de Europese Centrale Bank (ECB), de JST’s alsmede de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) langs de lijnen van artikel 6 Wtfv. Ik ontvang graag een verdere analyse om hier verder over in gesprek te gaan.

Wijziging regels melden van stemmen, kapitaal, zeggenschap en kapitaalbelang in uitgevende instellingen

Ik sta positief tegenover het voorstel om te kijken naar het (meer) in lijn brengen van de regels over meldingen van kapitaal en zeggenschapsbelangen in de Wft met de ruimte die het BW thans biedt voor beursgenoteerde BVs om toe te treden tot de gereglementeerde markt. Dit raakt aan andere punten over stroomlijning met het vereenvoudigde BV-recht die bovenal primair op het terrein van de Minister van Justitie en Veiligheid liggen. Ik zie graag dat dit (breder) wordt bezien binnen het «Modernisering van het NV-recht» traject en zal hierover in overleg blijven met de Minister van JenV.

Besluit Gereglementeerde markten Wft in lijn brengen met MiFID II

In samenwerking met de AFM is de hier bedoelde wijziging van het Besluit gereglementeerde markten Wft reeds vormgegeven. Deze wijziging zal ik aanbieden aan de Tweede Kamer in het Wijzigingsbesluit financiële markten 2022.

Compensatiemechanisme voor collectieve schades

Dit onderwerp raakt aan de evaluatie rentederivaten mkb. Onderdeel van de evaluatie is om te bezien welke lessen betrokken partijen kunnen leren van de wijze waarop het compensatietraject is verlopen. Aan de hand van de uitkomsten van de evaluatie en het voorstel van de AFM ga ik graag met de AFM en andere stakeholders in gesprek over mogelijkheden om compensatietrajecten in de toekomst beter te laten verlopen.

Brief DNB

Knelpunten

Stand van zaken/acties/voornemens

2.1 Versterken toezichtkader voor bijkantoren van levens- en schadeverzekeraars uit derde landen

Ik herken de wens van DNB om de vergunnings- en toezichteisen voor bijkantoren van verzekeraars uit derde landen aan te scherpen, om onder andere een grotere controle over de activa van het bijkantoor en een betere rapportage over de solvabiliteit van het bijkantoor en de verzekeraar in het derde land tot stand te brengen. Dit is in het belang van Nederlandse polishouders. Ik zie deze wens op hoofdlijnen als haalbaar en uitvoerbaar en zal het overleg met DNB over deze wens voortzetten.

2.2 Implementatie lidstaatoptie artikel 11(6) richtlijn Depositogarantiestelsels (DGS)

De wetgevingswens ziet op de implementatie van een lidstaatoptie uit de Richtlijn 2014/49/EU (DGS-richtlijn). Nederland is daarom niet verplicht om deze mogelijkheid van inzet van DGS-middelen ter financiering van een deposito-overdracht in faillissement op te nemen in het nationaal recht.

Eerder was deze lidstaatoptie opgenomen in het voorstel voor de Wijzigingswet financiële markten 2018. Naar aanleiding van inhoudelijke en operationele bezwaren die de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) formuleerde in haar consultatiereactie, is destijds besloten om de implementatie van deze lidstaatoptie geen onderdeel meer te laten uitmaken van het wetsvoorstel.

De Europese Commissie werkt momenteel aan voorstellen voor een herziene DGS-richtlijn, als onderdeel van de herziening van het crisismanagementraamwerk (CMDI-herziening). De voorstellen van de Europese Commissie worden in de loop van 2022 verwacht. Het is goed mogelijk dat het onderwerp inzet van DGS-middelen (o.a. in faillissement), waar deze lidstaatoptie over gaat, onderdeel wordt van deze nieuwe voorstellen of onderhandelingen daaromtrent. Ik wil de Commissievoorstellen of onderhandelingen over deze materie niet doorkruisen. Mocht later blijken dat deze wetgevingswens de Commissievoorstellen en daaropvolgende onderhandelingen niet doorkruist en de lidstaatoptie van artikel 11(6) DGS-richtlijn ongewijzigd blijft, dan zal ik opnieuw een afweging maken.

2.3 Versterking resolutieraamwerk verzekeraars

Ik herken de wens van DNB om het resolutieraamwerk voor verzekeraars te versterken en enkele omissies en wetstechnische onvolkomenheden in het raamwerk te herstellen. Ik zal een aantal verbeterpunten op korte termijn bundelen in een voorstel voor een Wijzigingswet herstel en afwikkeling van verzekeraars.

In dit traject zal ik aandacht houden voor mogelijke wijzigingen die op middellange termijn zullen volgen bij de implementatie van de (thans voorgestelde) richtlijn herstel en afwikkeling verzekeraars. Om de maatschappelijke lasten beperkt te houden is een bepaalde mate van continuïteit en bestendigheid van het regelgevend kader immers van belang.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven