32 537 Regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Infrastructuur en Milieu (Kaderwet subsidies I en M)

Nr. 8 VERSLAG

Vastgesteld 1 maart 2012

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

A. Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Kaderwet subsidies I en M. De leden van de VVD-fractie hebben geen behoefte aan het stellen van vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel. De leden van de CDA-fractie hebben geen behoefte aan het stellen van vragen.

De leden van de SP-fractie hebben met grote belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel, de memorie van toelichting, de Nota van Wijziging en van het advies van de Raad van State.

De leden van de SP-fractie zijn blij met het feit dat met dit voorstel nu eindelijk een goede juridische grondslag voor subsidie-uitgaven komt, waarmee ondermeer tegemoet wordt gekomen aan de bevindingen die eerder door de auditdienst en de Algemene Rekenkamer destijds zijn aangegeven bij de begrotingshoofdstukken van VROM c.q. WWI. Eerdergenoemde leden spreken de hoop uit dat met dit voorstel de opmerkingen, die in het verleden te maken waren, over de rechtmatigheid van sommige subsidies tot het verleden zullen behoren. Zij vernemen graag op welk moment evaluaties van dit voorstel zijn gepland.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel. De leden van de ChristenUnie-fractie hebben geen behoefte aan het stellen van vragen.

1. Aanleiding

De leden van de SP-fractie vragen, nu de datum van inwerkingtreding is verstreken, wat de nieuwe datum van inwerkingtreding zal worden. Daarnaast verzoeken de leden nadrukkelijk om het vaststellen van uitvoeringsbepalingen in een algemene maatregel van bestuur (AMvB) subsidies I&M voor te leggen aan de leden van de Tweede Kamer. De leden van de fractie van de SP verwachten behoefte te hebben te reageren naar aanleiding van de voorstellen welke gedaan zullen worden over bijvoorbeeld het aangescherpte beleid ten aanzien van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies.

De leden van de fractie van de SP hebben begrip voor het feit dat er gestreefd wordt naar een structurele efficiencyslag. Wel hebben zij behoefte aan een toelichting op welke wijze naast standaardisering en uniformering de mogelijkheid van maatwerk een plek krijgt.

2. De aanpak

De leden van de fractie van de SP vragen waarom ook nu weer gekozen wordt voor de constructie om bij AMvB of bij ministeriële regeling invulling te geven aan subsidieverstrekking. De leden van de SP-fractie vragen dan ook waarom zaken als bijvoorbeeld subsidieplafond en de criteria voor verstrekking van subsidies niet gewoon binnen een wet geregeld kunnen worden. De Kamer stelt immers de kaders. De eerdergenoemde leden zijn dan ook van mening dat het ook mogelijk moet kunnen zijn om de hoogte van de te verstrekken bedragen te bediscussiëren en waar nodig bij te stellen. Kan er een toelichting gegeven worden op welke wijze dit alsnog mogelijk is wanneer er gekozen wordt voor een AMvB of ministeriële regeling? De leden van de fractie van de SP vragen daarnaast waarom er voor gekozen is om de mogelijkheid te creëren om invulling te geven per ministeriële regeling, terwijl via de formulering «Bij of krachtens AMvB» ook een mogelijkheid gegeven wordt voor subdelegatie.

b. Subsidies die op wetsniveau rechten toekennen en uitwerken

De leden van de SP-fractie constateren dat de Wet op het Waddenfonds ongewijzigd blijft. De Stichting advisering bestuursrechtspraak milieu en ruimtelijke ordening, wordt eveneens niet uit de Wet milieubeheer en Wet ruimtelijke ordening gehaald, omdat dat de wetgeving over specifiek andere voorzieningen onevenwichtig zou maken. Die overheveling wordt dan ook niet voorgesteld. De leden van de fractie van de SP zouden graag over beide punten meer verduidelijking krijgen.

Artikel drie eerste lid

Dit artikellid geeft de minister van Infrastructuur en Milieu een algemeen wettelijke bevoegdheid om subsidies te verstrekken op het gehele gebied dat binnen de grenzen van het taakveld valt. In dit specifieke geval wordt onder meer het bouwen, verbouwen en beheren van gebouwen door de Rijksgebouwendienst (RGD), inclusief de architectonische en duurzaamheidaspecten daarvan bedoeld. De leden van de fractie van de SP geven te kennen dat zij op dit specifieke punt bezwaren hebben. De leden van de SP-fractie hebben het gevoel op onvoldoende wijze hun controlerende taak over zaken die het RGD betroffen, te hebben kunnen uitvoeren. De beleidskeuzes en uitgaven zijn naar mening van de leden onvoldoende transparant gebleken. Tevens vragen de leden van de SP-fractie reflectie over de wijze waarop de beslissingen over internationale instellingen – zoals bijvoorbeeld de keuze voor en financiële afwikkeling van de vestiging van Eurojust – in de toekomst tot stand zullen komen. Vallen ook dit soort beslissingen in de toekomst onder deze Kaderwet?

Artikel 8

Om de Kaderwet goed in beeld te hebben, zouden de leden van de fractie van de SP een overzicht willen ontvangen van welke in de memorie van toelichting (MvT) genoemde uitzonderingen in Artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van Europese Unie (het tweede en derde lid) worden bedoeld. Alsmede de uitzonderingen van rechtswege, die volgens MvT niet ter zake zouden doen, en het vijftal uitzonderingen, waarin steunmaatregelen door de Europese Commissie toelaatbaar verklaard kunnen worden.

Afsluitend vragen de leden van de SP-fractie op welke wijze de vijf Rijksdiensten (Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf (ROVB), Rijkswaterstaat, de Dienst Vastgoed Defensie en de Dienst Landelijke Gebied) een plek vinden binnen deze Kaderwet.

De voorzitter van de commissie, Snijder-Hazelhoff

De griffier van de commissie, Sneep


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Gent, W. van (GL), Snijder-Hazelhoff, J.F. (VVD), Voorzitter, Slob, A. (CU), Haverkamp, M.C. (CDA), Aptroot, Ch.B. (VVD), Samsom, D.M. (PvdA), Jansen, P.F.C. (SP), Graus, D.J.G. (PVV), Ouwehand, E. (PvdD), Rouwe, S. de (CDA), Kuiken, A.H. (PvdA), Bashir, F. (SP), Mos, R. de (PVV), Tongeren, L. van (GL), Monasch, J.S. (PvdA), Dekken, T.R. van (PvdA), Dijkgraaf, E. (SGP), Veldhoven, S. van (D66), Koolmees, W. (D66), Ondervoorzitter, Jong, L.W.E. de (PVV), Leegte, R.W. (VVD), Caluwé, I.S.H. de (VVD) en Holtackers, M.P.M. (CDA).

Plv. leden: Braakhuis, B.A.M. (GL), Houwers, J. (VVD), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Koopmans, G.P.J. (CDA), Lucas, A.W. (VVD), Smeets, P.E. (PvdA), Gerven, H.P.J. van (SP), Bontes, L. (PVV), Hazekamp, A.A.H. (PvdD), Bochove, B.J. van (CDA), Groot, V.A. (PvdA), Ulenbelt, P. (SP), Agema, M. (PVV), El Fassed, A. (GL), Dikkers, S.W. (PvdA), Jacobi, L. (PvdA), Staaij, C.G. van der (SGP), Ham, B. van der (D66), Verhoeven, K. (D66), Bemmel, J.J.G. van (PVV), Lodders, W.J.H. (VVD), Boer, B.G. de (VVD) en Werf, M.C.I. van der (CDA).

Naar boven