32 533 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de inrichting en het beheer van het pensioenregister

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 11 november 2010

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

   

1.

Aanleiding en doel

1

2.

Uitwerking/aanvullende wetgeving

2

3.

Toezicht

5

4.

Adviezen CBP en AFM

5

1. Aanleiding en doel

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de Wijziging van de Pensioenwet in verband met de inrichting en het beheer van het pensioenregister.

Zij zijn verheugd dat middels dit wetsvoorstel invulling wordt gegeven aan het amendement (Kamerstukken II 2005–06, 30 413, nr. 58), dat beoogt te garanderen dat er een nationaal pensioenregister komt waarmee een consument op een snelle en eenvoudige manier een volledig overzicht kan krijgen van de opgebouwde oudedagsvoorziening.

De leden van de VVD-fractie hebben echter wel een aantal vragen bij het wetsvoorstel zoals deze nu voorligt.

Op welke wijze wordt het pensioenregister onder de aandacht gebracht (invulling van de publiekscampagne)? Welke kosten brengt de hiervoor beoogde publiekscampagne met zich mee en voor wiens rekening zijn deze? Zijn er verschillende communicatiestrategieën voor de groep met een (aanvullend) pensioen en diegenen die alleen aanspraak maken op AOW?

Is de beoogde inwerkingtreding per 31 december 2010 nog haalbaar. En zijn de fondsen hier klaar voor? De leden van de VVD-fractie achten het van belang dat wanneer het pensioenregister gelanceerd worden deze ook een volledig overzicht voor alle betrokkenen moet weergeven. Hoe verhoudt de lancering van het pensioenregister zich tot de herziening van het pensioenstelsel en de nieuwe wetgeving?

De leden van de VVD-fractie vinden het gezien de roerige tijden in pensioenland belangrijk dat de Kamer geïnformeerd wordt over het functioneren van de instelling. Kan hierin worden voorzien en met welke periodiciteit?

De leden van de PvdA-fractie hebben met genoegen kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Het is van groot belang dat iedereen inzicht heeft in zijn/haar volledige pensioenaanspraken, en op basis hiervan kan bekijken of aanvullende zaken in de derde pijler gewenst zijn. Transparantie en volledigheid zijn sleutelbegrippen om het pensioenregister tot een succes te maken. Het is dus van groot belang dat alle pensioenuitvoerders aan het register meewerken, maar ook dat er onzekerheden bestaan rondom de pensioenaanspraken. De leden van PvdA-fractie hebben nog enkele aanvullende vragen, die in dit verslag zijn opgenomen.

De leden van de CDA fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel om de pensioenwet te wijzigen in verband met de inrichting van een nieuw pensioenregister. Deze leden staan in principe positief tegenover dit voorstel. Het sluit goed aan bij de gedachte uit het regeerakkoord, waarin staat dat er voor een robuust en toekomstbestendig pensioenstelsel meer deskundigheid, versterking van intern toezicht, transparantie in beleggingen en pensioenopbouw noodzakelijk is (hoofdstuk 11). Het maakt onderdeel uit van financiële educatie.

Het pensioenregister zal al worden opgericht per 1 januari 2011. Dit is al op zeer korte termijn. Welk traject wordt door de regering voorgesteld om de haalbaarheid van deze invoerdatum te faciliteren? Wat gebeurt er indien dit wetsvoorstel niet meer voor deze tijd volledig wordt afgerond? Kan het pensioenregister dan toch al (deels) worden opgericht?

Tegelijkertijd wordt er intensief onderhandeld tussen sociale partners over een nieuw pensioencontract. Op welke wijze zal dat nieuwe contract, dat toch een aantal extra onzekerheden omvat, gecommuniceerd worden aan de deelnemers? En welke gevolgen heeft dat nieuwe contract voor het onderhavige wetsvoorstel.

In de memorie van toelichting wordt aangegeven dat er een publiciteitscampagne zal komen om de burger te informeren over het nieuwe pensioenregister. Kan de regering meer in detail aangeven op welke wijze dit zal gebeuren? Hoeveel zal deze campagne gaan kosten? Wie gaat deze campagne organiseren?

De leden van de D66-fractie denken dat het pensioenregister – mits goed vormgegeven – van toegevoegde waarde kan zijn. Wel nemen zij de kritische kanttekening van de Raad van State zeer serieus. Hierover hebben zij, naast andere, vragen, die in dit verslag zijn opgenomen.

De leden van de D66-fractie zijn benieuwd of de regering nog steeds streeft naar inwerkingtreding op 31 december 2010. De leden vragen of er nog obstakels zijn voor de inwerkingtreding.

2. Uitwerking/aanvullende wetgeving

De leden van de VVD-fractie lezen dat het pensioenregister een nieuwe impuls biedt aan betrokkenen voor een betere kijk op hun pensioensituatie met als mogelijk neveneffect een verbeterd pensioenbewustzijn. Mogelijk veroorzaakt de verwachtingskloof bij betrokken een stortvloed aan vragen bij de pensioenfondsen en mogelijk ook onrust in de samenleving als overzichten tegenvallen. Welke gedragsaffecten worden ingecalculeerd? De leden van de VVD-fractie willen tevens graag weten of de pensioenfondsen zich hiervan bewust zijn en hoe zij hier op inspelen.

Algemeen bekend is dat het UPO (Uniform Pensioenoverzicht) veelal (on)gelezen in de prullenbak dan wel in een dossiermap belandt. Dan wel omdat betrokken te weinig interesse hebben in hun pensioen, dan wel omdat het veelal voor niet pensioendeskundigen abracadabra is wat er op het UPO staat. De leden van de VVD-fractie vinden duidelijke en begrijpelijke communicatie en informatie dermate belangrijk, dat de vraag luidt: Hoe wordt met deze wetenschap rekening gehouden, zodat het pensioenregister niet hetzelfde leven beschoren is als het UPO?

De regering stelt dat de communicatie over onzekerheden met betrekking tot pensioenaanspraken, in de tweede pijler, tot de verantwoordelijkheid behoort van de pensioenuitvoerders, de leden van de VVD-fractie zijn het hier mee eens. Zij vraagt echter wel hoe hier vorm aan gegeven gaat worden. Tevens rijst de vraag welke rechten betrokken kunnen ontlenen aan de gepubliceerde gegevens in het pensioenregister? Indien schade voor deelnemers voortvloeit uit onjuiste gegevensverstrekking, op welke wijze is het pensioenfonds in een dergelijk geval aansprakelijk?

Heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, behalve de aanwijzing van de instelling, nog een andere bemoeienis met de instelling?

De leden van de VVD-fractie vragen of de instelling ook een begroting op zal stellen en wie deze begroting toetst. Aan wie en op welke wijze legt de instelling verantwoording af? Wie verleent decharge? Wie benoemt het bestuur van de instelling?

Worden in het reglement ook normen/criteria opgenomen ten aanzien van de juistheid en tijdigheid van de aan te leveren gegevens? Zo, ja, hoe verhouden deze normen/criteria zich ten opzichte van normen/criteria die de toezichthouders Inspectie Werk en Inkomen (IWI) en Autoriteit Financiële Markten (AFM) hanteren?

Worden in het reglement ook sancties opgenomen die de instelling kan treffen jegens pensioenuitvoerders die zich niet houden aan de normen/criteria inzake de juistheid en tijdigheid van de aangeleverde gegevens? Aan welke sancties kan hierbij worden gedacht?

De leden van de PvdA-fractie vragen of de genoemde termen pensioenfonds en pensioenuitvoerder in het door de Stichting Pensioenregister nog op te stellen reglement onder b en c beiden slaan op het pensioenfonds in strikt juridische zin? Of dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen pensioenfonds en verzekeraar enerzijds en pensioenuitvoerder anderzijds?

Zij vragen of er een verplichting bestaat voor alle pensioenuitvoerders om deel te nemen aan het pensioenregister, dus ook de pensioenfondsen die buiten een verplichtgestelde bedrijfstak opereren? Zo nee, hoe wordt geregeld dat toch alle pensioenuitvoerders deelnemen aan het Pensioenregister? Welke instantie controleert deelname en welke sanctiemogelijkheden zijn er om deelname af te dwingen indien deze niet verplicht is?

De leden van de PvdA-fractie delen de mening van de Raad van State dat het wenselijk is dat ook in het pensioenregister aandacht wordt besteed aan de onzekerheden in met name het tweede pijlerpensioen, zoals voorwaardelijke indexatie en mogelijke kortingen op aanspraken. Dit is niet slechts de verantwoordelijkheid van pensioenuitvoerders. Zij vragen de regering om toch in de memorie van toelichting aandacht te geven aan de mogelijkheid om bij de vormgeving van het register een waarschuwing op te nemen met betrekking tot mogelijke onzekerheden. Is de regering alsnog bereid hiertoe over te gaan?

De heer Korte van de AFM pleitte in de hoorzitting over pensioenen in de Kamer over het meenemen van de communiceerbaarheid van de pensioenen in de onderhandelingen over het nieuwe pensioencontract. Gebeurt dat in de praktijk ook vragen de leden van de CDA-fractie. Is bijvoorbeeld de stichting pensioenkijker betrokken bij die onderhandelingen om te toetsen of het nieuwe contract wel communiceerbaar is? Zo nee, wil de regering er dan bij de sociale partners op aandringen dat er wel iemand meekijkt wat betreft de communiceerbaarheid en standaardisatie in het nieuwe contract.

Het belangrijkste voordeel van deze wet is dat de consument in een oogopslag een volledig overzicht heeft over de omvang van zijn pensioenaanspraken. Er resteren echter veel onzekerheden over de precieze waarde van de aanspraken, met name wat betreft de tweede pijler. Deze waarde is immers afhankelijk van de waarde van de beleggingsportefeuille van pensioenfondsen. Communicatie van deze onzekerheden is bijzonder belangrijk. Dit heeft de Raad van State ook vastgesteld. Zij wijzen erop dat dit het doel van de wet moet zijn. Het antwoord van de regering op vragen van de Raad van State stemt de leden van de CDA fractie niet bijzonder vrolijk. Hier wordt namelijk gesteld dat de communicatie over de risico’s de eerste verantwoordelijkheid is van de pensioenuitvoerders. De leden van de CDA fractie willen benadrukken dat juist dit pensioenregister voor veel mensen waarschijnlijk de belangrijkste bron van informatie worden voor inzicht in de omvang van hun pensioenaanspraken. In hoeverre heeft de regering bijvoorbeeld overwogen om verschillende scenario’s te presenteren, afhankelijk van behaalde beleggingsresultaten? Zou het juist pensioenregister ook niet ten doel moeten hebben om de mensen bewust te maken van de fluctuerende toekomstige waarde van de pensioenen?

Is het waar dat de burger een totaal overzicht gepresenteerd krijgt van de gecombineerde verwachte waarde van de aanspraken in de eerste twee pijlers? Kan de regering enkele voorbeelden geven hoe een dergelijk overzicht er concreet uit komt te zien? Graag in de vorm van een overzicht en een screenshot.

Overigens zal de SVB nog een fors aantal jaren nodig hebben voor de verzekerdenadministratie. Concreet: op dit moment stelt de SVB pas als iemand bijna de pensioengerechtigde leeftijd bereikt heeft vast op hoeveel AOW iemand recht heeft. Kan de regering aangeven of in het pensioenregister straks ook helder vermeld wordt of iemand aanspraak kan maken op een hele of slechts een gedeeltelijke AOW uitkering? Zo dat niet het geval is, wat is dan de waarde van het pensioenregister.

Hieraan gelieerd is de vraag of een deelnemer op enige wijze rechten kan ontlenen aan het pensioenregister. En tot wie kan iemand zich wenden als hij vermoedt dat er fouten zitten in het pensioenregister?

Op basis van de informatie uit het pensioenregister kan blijken dat er een pensioentekort resteert. In hoeverre blijkt dit direct uit de gegeven informatie? Valt deze informatie ook nog op enigerlei wijze te koppelen aan financieel advies om dit pensioentekort op te vangen?

De waarde van de beleggingen kan voortdurend wijzigen. Om de hoeveel tijd wordt de informatie in het pensioenregister daarop eigenlijk aangepast?

De leden van de D66-fractie constateren dat de regering in het nader rapport stelt dat communicatie over mogelijke onzekerheden niet behoort tot het doel van het pensioenregister. De leden vragen of dit betekent dat gebruikers bijvoorbeeld niet in het pensioenregister kunnen zien welk gedeelte van hun rechten voorwaardelijk of onvoorwaardelijk is. Verder zijn de leden benieuwd of de regering heeft overwogen om het pensioenregister verantwoordelijk te maken voor een overzicht van de verschillende pensioenfondsen op gebieden als dekkingsgraad, beleggingsrendement en dergelijke. Ook vragen zij de regering of zij heeft overwogen om een informatief gedeelte op de website te plaatsen waar in meer algemene zin uitleg wordt gegeven over het Nederlandse pensioenstelsel en de risico’s die deelnemers lopen.

De leden van de D66-fractie constateren dat uit recent onderzoek van de AFM is gebleken dat in veel Uniforme Pensioenoverzichten (UPO’s) foutieve informatie over de pensioenaanspraken staat. Zij verwachten dat wanneer dit niet verbeterd, er ook in het pensioenregister foutieve informatie komt te staan. Daarom hebben zij de volgende vragen. Hoe verhoudt de informatie over pensioenaanspraken in het pensioenregister zich tot de foutieve informatie in de UPO’s? Onderneemt de regering stappen om dit (eventuele) knelpunt op te lossen? Zo ja, welke?

De leden van de D66-fractie vragen de regering om explicieter in te gaan op de beveiliging van de (virtuele) informatie waar het pensioenregister over beschikt. De leden zijn onder andere benieuwd wie op dit punt verantwoordelijk is voor het toezicht. Kan de regering nader ingaan op haar interpretatie van goede technische en procedurele inrichting van de virtuele private dataverzameling? Kan de regering ingaan op risico’s en tegenmaatregelen?

3. Toezicht

De IWI krijgt toezichthoudende bevoegdheden voor de gegevens die worden aangeleverd door de SVB. De AFM zal toezicht houden op de gegevens van de pensioenuitvoerders. Over welke sanctiemogelijkheden beschikt de AFM indien de pensioenuitvoerders onjuiste informatie aanleveren vragen de leden van de CDA-fractie. Hoe hoog zullen de eventuele boetes in dat geval zijn? Wat is de mening van de AFM over deze kwestie? Is de AFM van mening dat zij over voldoende sanctiemiddelen beschikt?

De leden van de D66-fractie constateren dat de AFM de mogelijkheid krijgt tot het opleggen van boetes. De leden vragen de regering om te schetsen in welk stadium de AFM een boete zal opleggen en hoe hoog deze boetes kunnen zijn.

4. Adviezen CBP en AFM

Voor de leden van de VVD-fractie is de waarborging van de privacy van de betrokkenen een belangrijke voorwaarde. In de memorie van toelichting is te lezen dat op grond van artikel 13 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) op de verantwoordelijken verplicht zijn om technische en organisatorische maatregelen te nemen om de persoonsgegevens te beveiligen. Hoe gaat hier vorm aan gegeven worden? Wordt het college bescherming persoonsgegevens hierin betrokken? De leden van de VVD-fractie zijn voorstander van privacy by design zodat al bij het inrichten van het systeem alle privacy aspecten op voorhand worden ingebed.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Van Gent

Adjunct-griffier van de commissie,

Esmeijer


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Gent, W. van (GL), fng voorzitter, Hamer, M.I. (PvdA), Ham, B. van der (D66), Sterk, W.R.C. (CDA), Smeets, P.E. (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Hijum, Y.J. van (CDA), Omtzigt, P.H. (CDA), Koşer Kaya, F. (D66), Ulenbelt, P. (SP), Ortega-Martijn, C.A. (CU), Dijck, A.P.C. van (PVV), Spekman, J.L. (PvdA), Vermeij, R.A. (PvdA), Fritsma, S.R. (PVV), Karabulut, S. (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Dijkgraaf, E. (SGP), Azmani, M. (VVD), Jong, L.W.E. de (PVV), Klaver, J.F. (GL), Huizing, M.E. (VVD) en Straus, K.C.J. (VVD).

Plv. leden: Voortman, L.G.J. (GL), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Pechtold, A. (D66), Uitslag, A.S. (CDA), Klijnsma, J. (PvdA), Neppérus, H. (VVD), Biskop, J.J.G.M. (CDA), Smilde, M.C.A. (CDA), Dijkstra, P.A. (D66), Kooiman, C.J.E. (SP), Slob, A. (CU), Bontes, L. (PVV), Çelik, M. (PvdA), Dijsselbloem, J.R.V.A. (PvdA), Mos, R. de (PVV), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Staaij, C.G. van der (SGP), Aptroot, Ch.B. (VVD), Klaveren, J.J. van (PVV), Sap, J.C.M. (GL), Houwers, J. (VVD) en Harbers, M.G.J. (VVD).

Naar boven