Klacht
Stichting L.C., hierna te noemen verzoekster, klaagt dat de Belastingdienst tot openbare verkoop wil overgaan van roerende
goederen die haar eigendom zijn, wegens de belastingschuld van een derde.
Feiten
Verzoekster heeft roerende goederen verhuurd aan een BV met ingang van 1 februari 2010. Op deze goederen heeft de Belastingdienst
beslag gelegd voor een belastingschuld van een andere BV, een derde. Verzoekster heeft al eerder een klacht ingediend bij
de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven over de behandeling van een beroepschrift over deze goederen.
Deze heeft in haar verslag van 3 maart 2011 (TK 32 513, nr. 43) geoordeeld dat, aangezien de Belastingdienst de brief van verzoekster ambtshalve als beroepschrift zou beoordelen, voldoende
aan haar klacht was tegemoetgekomen. De Belastingdienst heeft uitspraak gedaan op dit beroepschrift op 4 april 2011 en geoordeeld
dat verzoekster weliswaar juridisch eigenaar is van de goederen maar dat de economische eigendom bij belastingschuldige berust
zodat het bodemrecht is gehandhaafd. Hij wil daarom overgaan tot openbare verkoop van de goederen.
Overwegingen
Verzoekster voert aan dat de belastingschuldige BV niet de economische eigenaar is van de roerende goederen omdat zij deze
in gebruik heeft gegeven aan een andere BV, een nieuwe huurder. De belastingschuldige BV was na 1 februari 2011 geen huurder
noch gebruiker van de goederen meer.
Oordeel van de commissie3
De Belastingdienst heeft, na een herbeoordeling van de feiten, kenbaar gemaakt dat de uitspraak op beroepschrift van 4 april
2011 niet in stand kan blijven. Het gewijzigde standpunt zal worden vastgelegd in een aangepaste beschikking. Daarmee is weliswaar
voldoende tegemoetgekomen aan de klacht van verzoekster maar de commissie is van oordeel dat de Belastingdienst onzorgvuldig
heeft gehandeld ten aanzien van verzoekster. Bij een nauwkeurige behandeling van het beroepschrift zou dit verzoekschrift
immers niet nodig zijn geweest.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie,
Neppérus
De griffier van de commissie,
De Gier