32 513 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 18 HERDRUK 1 VERSLAG OVER HET BURGERINITIATIEF VAN DE INITIATIEFGROEP UIT VRIJE WIL BETREFFENDE LEGALISATIE VAN STERVENSHULP AAN OUDEREN DIE HUN LEVEN VOLTOOID ACHTEN

Vastgesteld 23 september 2010

De commissie2,

overwegende,

dat de initiatiefgroep Uit Vrije Wil, in het vervolg de initiatiefgroep, op 18 mei 2010 een burgerinitiatief heeft ingediend met het voorstel om stervenshulp aan mensen van 70 jaar en ouder die hun leven voltooid achten, te legaliseren in een wettelijke regeling onder voorwaarden van zorgvuldigheid en toetsbaarheid door het verstrekken van medicijnen via een hulpverlener,

dat het burgerinitiatief voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 9a van het reglement van de commissie, waaronder de voorwaarde dat tenminste 40 000 personen van 18 jaar of ouder van hun steun aan dit burgerinitiatief hebben blijk gegeven door overlegging van een handtekening en persoonsgegevens, omdat de brief is vergezeld van 45 646 schriftelijke handtekeningen van personen van 18 jaar of ouder met de vereiste persoonsgegevens en 71 225 digitale steunbetuigingen,

dat door dit aantal steunbetuigingen zonder nader onderzoek kan worden aangenomen dat tenminste 40 000 van de ondertekenaars zijn gerechtigd om deel te nemen aan verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, zodat is voldaan aan de voorwaarde genoemd in artikel 10 van het reglement van de commissie,

dat geen van de bezwaren genoemd in artikel 132a tweede lid van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer tegen het in behandeling nemen van dit burgerinitiatief kan worden aangevoerd,

dat dit onder andere betekent dat ook is voldaan aan de voorwaarde dat het burgerinitiatief geen onderwerp betreft waarover de Kamer korter dan twee jaar voor de indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen (artikel 132a tweede lid onder c),

dat de commissie heeft vastgesteld dat het burgerinitiatief voldoende gespecificeerde beleidsdoelstellingen inhoudt,

dat de commissie heeft vastgesteld dat in de jaren 2008 (na 18 mei), 2009 en in 2010 tot aan de indiening van het burgerinitiatief geen debat is gevoerd dat expliciet de legalisatie van stervenshulp aan ouderen die hun leven voltooid achten betrof,

dat de commissie heeft vastgesteld dat ook bij de behandeling van de begroting van de ministeries van Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in de jaren 2008 en 2009 geen moties zijn ingediend die de legalisatie van stervenshulp aan ouderen betreffen,

dat de commissie heeft vastgesteld dat weliswaar over de uitvoering van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding aan de hand van het Jaarverslag 2008 van de Regionale toetsingscommissies euthanasie schriftelijk overleg is gevoerd door de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, vastgesteld op 22 januari 2010 (TK 32 123 XVI, nr. 114 en over palliatieve zorg een algemeen overleg is gevoerd op 3 februari 2010 (TK 29 509, nr. 28). Dat dit echter niet betekent dat deze overleggen een belemmering inhouden als bedoeld in artikel 132a tweede lid onder c van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer voor het gehele burgerinitiatief maar alleen voor het onderdeel melding en toetsing,

dat de commissie voorts heeft vastgesteld dat over andere onderdelen van het burgerinitiatief, zoals de voorwaarden van wilsbekwaamheid, het Nederlands staatsburgerschap en de leeftijd van 70 jaar of ouder en de middelen van medicijnen en de bijstand van een hulpverlener daarbij niet is gesproken;

van oordeel,

dat dit burgerinitiatief voldoet aan de door de Kamer gestelde voorwaarden;

stelt de Kamer voor:

  • a. dit burgerinitiatief in behandeling te nemen;

  • b. de brief van de Initiatiefgroep in handen te stellen van de vaste commissie voor Justitie alsmede de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en deze commissies te verzoeken om voor 1 november 2010 een gesprek met haar te voeren waarin in het bijzonder wordt geprobeerd verduidelijking te verkrijgen niet zozeer van de doelstellingen als wel van de maatregelen die haar voor ogen staan om die doelstellingen te bereiken en over dit gesprek een beknopt verslag uit te brengen aan de Kamer;

  • c. dit burgerinitiatief na uitbrengen van dat verslag zo snel mogelijk te agenderen voor de plenaire vergadering van de Kamer en ook een besluit te nemen zoals bedoeld in artikel 132a, vijfde lid van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer, door te stemmen over de voorstellen van de initiatiefgroep als betrof het één voorstel.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Van Gent

De griffier van de commissie,

De Gier


XNoot
1

I.v.m. een aanvulling in de laatste alinea.

XNoot
2

De commissie bestaat uit de leden: Van Gent (GL) fungerend voorzitter, Cörüz (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Van Raak (SP), Elissen (PVV), Mulder (VVD) en de plaatsvervangende leden Blanksma-van den Heuvel (CDA), Neppérus (VVD), Blok (VVD).

Naar boven