De commissie2,
overwegende,
dat bovengenoemde initiatiefnemers op 18 mei 2010 een burgerinitiatief hebben ingediend met het voorstel dat een persoon die
een ernstig misdrijf begaat, wettelijk wordt verplicht om mee te werken aan een gedragskundig onderzoek en dat zij tevens
voorstellen dat voor bepaalde delicten zonder gedragskundig onderzoek de maatregel van terbeschikkingstelling wordt opgelegd,
dat het burgerinitiatief voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 9a van het reglement van de commissie, waaronder de
voorwaarde dat tenminste 40 000 personen van 18 jaar of ouder van hun steun aan dit burgerinitiatief hebben blijk gegeven
door overlegging van een handtekening en persoonsgegevens, omdat de brief is vergezeld van 67 448 digitale handtekeningen,
dat door dit aantal steunbetuigingen zonder nader onderzoek kan worden aangenomen dat tenminste 40 000 van de ondertekenaars
zijn gerechtigd om deel te nemen aan verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, zodat is voldaan aan de voorwaarde genoemd
in artikel 10 van het reglement van de commissie,
dat geen van de bezwaren genoemd in artikel 132a tweede lid van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer tegen het in behandeling
nemen van dit burgerinitiatief kan worden aangevoerd,
dat dit onder andere betekent dat ook is voldaan aan de voorwaarde dat het burgerinitiatief geen onderwerp betreft waarover
de Kamer korter dan twee jaar voor de indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen (artikel 132 a tweede lid
onder c), ook al is in de Kamer in deze periode meermaals gesproken over de weigering van mensen om mee te werken aan een
gedragskundig onderzoek,
dat het burgerinitiatief weliswaar voldoet aan de formele vereisten voor ontvankelijkheid, maar dat het berust op de onjuiste
veronderstelling dat voor het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) een gedragskundig onderzoek is vereist,
terwijl de rechter ook zonder een pro justitia rapportage tbs kan opleggen,
dat initiatiefnemers daarnaast voorstellen misdrijven aan te wijzen bij het begaan waarvan moet worden verplicht de maatregel
van terbeschikkingstelling op te leggen terwijl zij tegelijkertijd voorstellen dat een persoon die meewerkt met het onderzoek,
alleen gevangenisstraf wordt opgelegd. Dit is in strijd met het eerdere onderdeel van het voorstel namelijk om een gedragskundig
onderzoek te verplichten,
dat ook de toelichting op de voorstellen onduidelijkheden bevat, zodat dit burgerinitiatief niet voldoet aan het vereiste
van een nauwkeurige omschrijving van het voorstel alsmede een nauwkeurige motivering daarvan,
van oordeel,
dat daarmee dit burgerinitiatief niet voldoet aan de voorwaarde in artikel 9a onder c van het Reglement van Orde,
dat dit burgerinitiatief niettemin de wens van vele burgers tot het in de wet opnemen van de verplichting tot meewerking aan
een gedragskundig onderzoek voor een persoon die een ernstig misdrijf begaat, tot uiting brengt.
Stelt aan de Kamer voor:
1. Dit burgerinitiatief te behandelen als een brief en in handen te stellen van de vaste commissie voor Justitie.
2. De commissie te verzoeken initiatiefnemers uit te nodigen voor een gesprek op 1 november 2010 over hun voorstel.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Van Gent
De griffier van de commissie,
De Gier