32 513 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 14 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN G. A. TE Z.2 BETREFFENDE BETALINGSREGELING

Vastgesteld 23 september 2010

Klacht

Verzoeker klaagt dat de Belastingdienst zijn verzoek tot een betalingsregeling heeft afgewezen.

Feiten

Verzoeker heeft een definitieve aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van € 4 154 over het jaar 2005 ontvangen en een voorlopige aanslag over 2006 van € 9 695. De inspecteur van de Belastingdienst heeft voor de voorlopige aanslag over 2006 uitstel van betaling verleend van vier maanden tot eind 2007. Omdat verzoeker geen betalingen heeft gedaan, is in april 2008 loonbeslag aangekondigd. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve aanslag waarna deze aanslag met € 7 020 is verminderd. Na verrekening met de voorlopige aanslag resteerde een belastingschuld van € 31 222. Voor de aanslag over 2005 is aan verzoeker een betalingsregeling verleend van € 400,– per maand met ingang van 25 juni 2008. Aan deze betalingsregeling heeft verzoeker niet voldaan; met ingang van juni 2009 is hem een nieuwe betalingsregeling verleend van € 600 per maand voor de aanslagen over 2005 èn 2006. Omdat verzoeker betalingsachterstand had en hij geen gelegenheid heeft gemaakt van de hem geboden gelegen deze in te halen, heeft de Belastingdienst zijn verzoek tot opnieuw een betalingsregeling afgewezen. Ook het hiertegen ingestelde beroep is afgewezen.

Overwegingen

Verzoeker voert aan dat hij wel contact heeft opgenomen met de Belastingdienst en dat de betalingen die hij heeft gedaan aan concurrente schuldeisers een woningschuld betreffen.

De minister van Financiën stelt zich op het standpunt dat de Belastingdienst terecht een nieuw verzoek tot een betalingsregeling heeft afgewezen omdat verzoeker al bij twee eerdere betalingsregelingen in gebreke is gebleven. Ook heeft verzoeker de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2008 niet betaald, hoewel dit een voorwaarde was voor de eerder verleende betalingsregeling.

Oordeel van de commissie3

Niet gebleken is dat de Belastingdienst onbehoorlijk of onzorgvuldig heeft gehandeld door de afwijzing van het verzoek tot een betalingsregeling. Deze afwijzing is immers overeenkomstig de bestaande wet- en regelgeving en het beleid ingevolge de Leidraad Invordering 2008 en verzoeker heeft onvoldoende blijk gegeven van medewerking aan de betalingsregelingen.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Van Gent

De griffier van de commissie,

De Gier


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
3

De commissie bestaat uit de leden: Van Gent (GL) fungerend voorzitter, Cörüz (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Van Raak (SP), Elissen (PVV), Mulder (VVD) en de plaatsvervangende leden Blanksma-van den Heuvel (CDA), Neppérus (VVD) en Blok (VVD).

Naar boven