Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32504 nr. 63 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32504 nr. 63 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2010
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Belastingplan 2011 c.a. heeft het lid Bashir c.s. een motie ingediend waarin het kabinet wordt verzocht zo snel mogelijk een uitzondering te maken op de regeling tijdelijke willekeurige afschrijving voor investeringen in zeeschepen door IB-ondernemers.1 De directe aanleiding van deze breed gedragen motie wordt gevormd door de agressieve reclame-uitingen van de sector. In deze reclame-uitingen wordt aangegeven dat de belastingdienst meer geld teruggeeft aan de (particuliere) investeerders dan hun investering in het zeeschip. Dit soort tendentieuze reclame-uitingen zijn ook voor mij een doorn in het oog, dus om die reden heb ik erg veel begrip voor de wens van uw Kamer.
Tijdens de parlementaire behandeling heb ik van u de ruimte gekregen om te kijken naar de mogelijke effecten op de Nederlandse werkgelegenheid in geval van uitvoering van de motie. Daarbij heb ik ruimte gekregen om geen invulling te geven aan de motie indien in Nederland reële werkgelegenheid (bijvoorbeeld bij de werven in het noorden van het land) verloren zou gaan.
In deze brief wil ik u informeren omtrent deze mogelijke effecten op de werkgelegenheid. Tevens wil ik u informeren omtrent het initiatief vanuit de sector om een reclamecode in te voeren voor alle reclame-uitingen met betrekking tot investeringen in zeeschepen door consumenten die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting en die gebruik willen maken van de tijdelijke willekeurige afschrijving.
Ik heb reeds in de brief aan u van 12 november jl2 aangegeven dat het gecompliceerd is om zeescheepvaartmaatschappen uit te zonderen van de tijdelijke willekeurige afschrijving, een generieke crisismaatregel die in beginsel alleen nog voor het jaar 2011 geldt. Ik volsta hier met verwijzing naar deze brief.
Verwachte effecten op de werkgelegenheid bij uitvoering van de motie
De tijdelijke willekeurige afschrijving dient om de liquiditeits- en financieringspositie te verbeteren van bedrijven die voor vervangings- of uitbreidingsinvesteringen staan. Door de financiële crisis zijn banken kritischer geworden met het verstrekken van kredieten. Sterker dan in het verleden het geval was dient ook een reder een aanzienlijk eigen vermogen in te brengen, uit eigen middelen of via het aantrekken van kapitaal uit de particuliere markt. Vanuit de zeevaartsector heb ik vernomen dat de crisismaatregel op dit vlak tot nu toe effect heeft gehad.
Om de verwachte effecten op de werkgelegenheid in beeld te krijgen heb ik informatie verkregen vanuit de sector en is ambtelijk overleg gevoerd met de ministeries van I&M en EL&I. Gewezen wordt op de verwachte negatieve effecten op de werkgelegenheid c.q. reële activiteiten in Nederland.
De meeste kapitaalgoederen worden heden ten dage in het buitenland gemaakt. De grotere zeeschepen zijn hier over het algemeen geen uitzondering op. Vaak kunnen dergelijke zeeschepen vanwege hun afmetingen niet door Nederlandse werven worden gebouwd. Wel is vaak een deel van de waarde van de schepen die in het buitenland zijn gebouwd afkomstig van Nederlandse toeleveranciers (equipment e.d.). Maar ook in het buitenland gebouwde schepen zorgen voor directe werkgelegenheid in Nederland. Het gaat dan bijvoorbeeld om bemanning en walpersoneel. Vooral de wat kleinere schepen worden momenteel nog door Nederlandse werven gebouwd, wat uiteraard werkgelegenheid met zich brengt. Bij voortzetting van de regeling zullen er volgend jaar waarschijnlijk – evenals de afgelopen twee jaar – een aantal zeeschepen in Nederland gefinancierd en gebouwd gaan worden.
Uit het voorgaande volgt dat er reële economische effecten zijn verbonden aan het beheer en de bouw van zeeschepen die mede gefinancierd worden met de tijdelijke willekeurige afschrijving. Dit betekent dat uitvoering van de motie naar verwachting negatieve effecten zal hebben op de werkgelegenheid in Nederland.
Reclamecode
In de huidige reclame-uitingen wordt een te eenzijdig beeld geschetst van de gevolgen van de regeling tijdelijke willekeurige afschrijving voor investeringen in zeeschepen door IB-ondernemers. De verplichtingen en risico’s voor de particuliere investeerder blijven daarbij onderbelicht. Ik heb er derhalve verschillende malen, onder meer bij het wetgevingsoverleg van 8 november jl., op gewezen dat de investeerder die voornemens is te investeren in zeescheepvaartmaatschappen er goed aan doet zich uitgebreid te informeren, en het prospectus uitgebreid te bestuderen.
De branche-organisaties KVNR en Scheepsbouw Nederland (hierna: «branche-organisaties») hebben mij recent bericht dat zij in nauw overleg met de betrokken aanbieders van participaties in zeeschepen een reclamecode hebben ontwikkeld. De reclamecode en de begeleidende brief treft u als bijlage bij deze brief aan.3
De reclamecode beoogt een einde te maken aan de reclames die een te eenzijdig beeld schetsen van de fiscale gevolgen voor de investeringen in zeeschepen. De maatschappelijke ophef omtrent deze tendentieuze reclame-uitingen was immers de aanleiding voor de motie Bashir c.s.
De reclamecode van de branche-organisaties is opgesteld in overleg met de Stichting Reclame Code en heeft nagenoeg een volledig bereik. Er zijn in de reclamecode procedures vastgelegd indien er toch sprake zou zijn van het niet-naleven van de code. Wanneer een lid zich niet aan de reclamecode houdt, zal de branche-organisatie zo nodig een klacht bij de Reclame Code Commissie indienen. Tevens kan de branche-organisatie een boete opleggen en besluiten een overtredende partij bij herhaaldelijk niet naleven van de code te royeren.
De branche-organisaties en haar leden hebben zich gecommitteerd tot naleving van reclamecode en zij hebben de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat deze reclamecode daadwerkelijk voor voldoende waarborgen zorgt.
Ook dient de sector toezicht te houden op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de reclamecode. Het moge duidelijk zijn dat de aard en inhoud van de reclames ingrijpend dient te veranderen om een eind te maken aan het te eenzijdige beeld. Gelet op het brede draagvlak van de aangenomen motie Bashir c.s. heeft de sector op dit punt een maatschappelijke verantwoordelijkheid. De reclamecode is een vorm van zelfregulering waarbij vertrouwen centraal staat. Het is nu aan de sector om dit vertrouwen waar te maken. Het gaat hier ook om de geloofwaardigheid van de sector.
De ingangsdatum van de reclamecode is gesteld op 1 januari 2011 omdat er enige tijdsbeslag gemoeid is met de implementatie van de code. Desalniettemin heb ik de sector verzocht om – voor zover nog mogelijk – per heden, lopende reclamecampagnes stop te zetten of aan te passen.
De leden van de branche-organisaties hebben hieraan gehoor gegeven.
Afwegingskader
Gelet op de hiervoor geschetste verwachte negatieve effecten op de Nederlandse werkgelegenheid en de initiatieven vanuit de sector om de reclame-uitingen ingrijpend aan te passen, ben ik van mening dat hiermee zonder negatieve neveneffecten het beoogde doel van de motie wordt bereikt. Ik ben derhalve niet voornemens om de tijdelijke willekeurige afschrijving aan te passen.
De staatssecretaris van Financiën,
F. H. H. Weekers
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32504-63.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.