Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 32503 nr. 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 32503 nr. 5 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2012
Hierbij bied ik u het jaarverslag 2011 aan van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).
Het HGIS-jaarverslag 2011 geeft inzicht in de besteding van de Nederlandse middelen aan internationale samenwerking in 2011. Het verslag volgt de indeling van het jaarverslag van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het tekstuele verslag gaat in de op de beleidsthema’s en vervolgens worden in tabellen de HGIS-uitgaven gepresenteerd naar departement, begrotingsartikel en, voor de bilaterale ontwikkelingssamenwerking, naar partnerland. Voor meer gedetailleerde informatie verwijs ik naar de jaarverslagen van de betrokken HGIS-departementen.
De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal
Figuur 1. HGIS-uitgaven 2011 naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)
Begroting en realisaties 2011 naar beleidsthema |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
---|---|---|---|
1. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten |
151 446 |
– 3 060 |
148 386 |
2. Vrede, veiligheid en conflictbeheersing |
1 034 860 |
– 57 488 |
977 372 |
3. Versterkte Europese samenwerking |
616 609 |
– 28 374 |
588 235 |
4. Meer welvaart en minder armoede |
1 353 050 |
– 93 349 |
1 259 701 |
5. Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling |
1 352 996 |
82 127 |
1 435 123 |
6. Beter beschermd en verbeterd milieu |
612 800 |
– 112 301 |
500 499 |
7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer |
299 937 |
63 617 |
363 554 |
8. Versterkt cultureel profiel, positieve beeldvorming in en buiten Nederland |
69 937 |
5 563 |
75 500 |
9. Overige uitgaven |
897 976 |
– 148 945 |
749 031 |
Totaal |
6 389 611 |
– 292 210 |
6 097 401 |
Figuur 2. ODA-uitgaven naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)
ODA-uitgaven naar beleidsthema |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
---|---|---|---|
1. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten |
40 459 |
5 604 |
46 063 |
2. Vrede, veiligheid en conflictbeheersing |
612 661 |
– 3 042 |
609 619 |
3. Versterkte Europese samenwerking |
519 000 |
– 22 190 |
496 810 |
4. Meer welvaart en minder armoede |
1 191 188 |
– 87 864 |
1 103 324 |
5. Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling |
1 339 639 |
80 509 |
1 420 148 |
6. Beter beschermd en verbeterd milieu |
470 593 |
– 45 937 |
424 656 |
7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer |
281 998 |
66 483 |
348 481 |
8. Versterkt cultureel profiel, positieve beeldvorming in en buiten Nederland |
27 646 |
9 201 |
36 847 |
9. Overige uitgaven |
218 201 |
– 11 255 |
206 946 |
Totaal |
4 701 385 |
– 8 491 |
4 692 894 |
Figuur 3. Non-ODA uitgaven naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)
Non-ODA-uitgaven naar beleidsthema |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
---|---|---|---|
1. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten |
110 987 |
– 8 664 |
102 323 |
2. Vrede, veiligheid en conflictbeheersing |
422 199 |
– 54 446 |
367 753 |
3. Versterkte Europese samenwerking |
97 609 |
– 6 184 |
91 425 |
4. Meer welvaart en minder armoede |
161 862 |
– 5 485 |
156 377 |
5. Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling |
13 357 |
1 618 |
14 975 |
6. Beter beschermd en verbeterd milieu |
142 207 |
– 66 364 |
75 843 |
7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer |
17 939 |
– 2 866 |
15 073 |
8. Versterkt cultureel profiel, positieve beeldvorming in en buiten Nederland |
42 291 |
– 3 638 |
38 653 |
9. Overige uitgaven |
679 775 |
– 137 690 |
542 085 |
Totaal |
1 688 226 |
– 283 719 |
1 404 507 |
Inhoudsopgave
1. Leeswijzer |
6 |
2. Beleidsprioriteiten |
7 |
3. HGIS Toelichting per beleidsthema |
9 |
Financiële Bijlagen |
|
Bijlage 1a. HGIS-uitgaven 2011 horizontaal |
27 |
Bijlage 1b. HGIS-ontvangsten 2011 horizontaal |
30 |
Bijlage 2. ODA-uitgaven 2011 naar beleidsthema |
31 |
Bijlage 3. ODA-prestatie 2011 |
33 |
Bijlage 4. ODA-uitgaven 2011 per land |
34 |
Bijlage 5. Non-ODA uitgaven 2011 per beleidsthema |
38 |
De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. De HGIS maakt het mogelijk om de uitgaven van de verschillende departementen op het gebied van internationale samenwerking te bundelen, om zo de onderlinge samenhang te illustreren. Het doel van de HGIS is om als instrument te worden ingezet voor een geïntegreerd en coherent buitenlands beleid.
Het HGIS-jaarverslag 2011 gaat beknopt in op de activiteiten en de resultaten die in 2011 met de HGIS-middelen zijn gerealiseerd. Daarmee is het HGIS-jaarverslag een bundeling van elementen uit de jaarverslagen van de verschillende departementen.
Het jaarverslag spiegelt volgens de begrotingssystematiek de HGIS-nota voor 2011, waarbij de beleidsthema’s van het ministerie van Buitenlandse Zaken worden gevolgd. In de HGIS-nota 2011 waren echter ook thematische tabellen opgenomen die in dit HGIS-jaarverslag niet worden opgenomen omdat in de Basisbrief besloten is dat er geen inputdoelstellingen voor ontwikkelingssamenwerking meer worden vastgesteld.
De budgetten in de HGIS-nota 2011 zijn gebaseerd op de Miljoenennota 2011 zoals die door kabinet Balkenende IV gepresenteerd is. De begroting voor 2011 werd echter nog gewijzigd op basis van het Regeerakkoord van het kabinet Rutte bij incidentele wet. Het HGIS-jaarverslag laat het verschil zien tussen de begroting, inclusief deze incidentele suppletoire begroting op basis van het Regeerakkoord, en de realisatie.
Dit jaarverslag gaat beknopt in op de activiteiten en resultaten die in 2011 met de HGIS-middelen zijn uitgevoerd en behaald. Het verslag is ontleend aan de jaarverslagen van de verschillende ministeries en geeft inzicht in de grote lijnen. Meer gedetailleerde toelichtingen staan derhalve in de jaarverslagen van de ministeries, in het bijzonder in dat van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Binnen de HGIS is een tweedeling te maken tussen de uitgaven aan Official Development Assistance (ODA) en de overige uitgaven aan internationale samenwerking, vaak kortweg aangeduid met «non-ODA».
De regering heeft voor een scherper en beter geïntegreerd buitenlands beleid drie pijlers geformuleerd: welvaart, veiligheid en vrijheid.
Onder de pijler welvaart ligt de focus op het versterken van het internationale handels- en financieringsklimaat en op duurzame economische groei, zowel in ontwikkelingslanden als in al ontwikkelde landen. Het beleid richt zich op het verbeteren van de internationale marktwerking door het faciliteren van markttoegang en door het verzekeren van een gelijk speelveld. Dit geldt zowel voor Nederlandse bedrijven in het buitenland als voor de positie van ontwikkelingslanden op internationale markten.
In 2011 werden hiervoor bijvoorbeeld publiek-private partnerschappen aangegaan om de Nederlandse kennis en kunde uit de topsectoren te laten samenwerken op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Verder is in 2011 de economische diplomatie verdiept ter bevordering van de handel. De ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Buitenlandse Zaken werken nauw samen op het gebied van internationale marktwerking. Het ministerie van Financiën speelt daarbij ook een belangrijke rol bij de multilaterale banken en ontwikkelingsfondsen.
De tweede pijler, veiligheid, omvat alle activiteiten ter bevordering van de internationale rechtsorde en internationale stabiliteit. Dit omvat de internationale inzet van de ministeries van Defensie, Veiligheid en Justitie en Buitenlandse Zaken. In 2011 heeft Nederland een actieve bijdrage geleverd aan het mitigeren van risico’s voor de internationale stabiliteit met onder meer de civiele politietrainingsmissie in Afghanistan, de anti-piraterij operaties voor de kust van Somalië en de NAVO-operatie Unified Protector in Libië.
Onder de derde pijler, vrijheid, valt de inzet voor mensenrechten wereldwijd. In 2011 werd de mensenrechtenstrategie geactualiseerd voor een scherpere inzet. Deze actualisatie beoogt een doelgericht en effectief mensenrechtenbeleid te realiseren waarbij de inzet zich met name richt op vijf prioritaire thema’s: (1) selectieve inspanningen ter verdediging van mensenrechten in zwaar repressieve regimes, (2) aanpakken van ernstige mensenrechtenschenders, (3) ondersteuning van mensenrechtenverdedigers, (4) vrijheid van meningsuiting inclusief internetvrijheid en vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, en (5) maatschappelijk verantwoord ondernemen. Nederland heeft zich in 2011 bovendien ingespannen voor de positie van vrouwen en religieuze minderheden en voor de rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders.
Daarnaast kent het buitenlands beleid een aantal dwarsdoorsnijdende onderwerpen, zoals de activiteiten van de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op gebied van klimaat en energiezekerheid.
Ontwikkelingssamenwerking is een integraal onderdeel van het buitenlands beleid, waarbij de drie pijlers van het buitenlands beleid alle drie aan de orde komen. Zoals in de Basisbrief in 2010 werd aangekondigd, werd ontwikkelingssamenwerking in 2011 herzien. Voor een efficiënte en effectieve ontwikkelingssamenwerking is gekozen om in te zetten op vier speerpunten waarop Nederland meerwaarde kan bieden, namelijk (1) voedselzekerheid, (2) veiligheid en rechtsorde, (3) water en (4) seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
In 2011 is in de Focusbrief een verdere hervorming aangekondigd. Er is gekozen om te werken met 15 partnerlanden in plaats van 33, waarbij rekening is gehouden met het armoede- en inkomensniveau van landen en het perspectief op resultaten.
In 2011 is ook gewerkt aan de modernisering van de Nederlandse diplomatie, zoals aangekondigd per brief aan de Kamer. Het uitgangspunt is het centraal stellen van Nederlandse belangen, onder andere door intensivering van de economische diplomatie en de vereenvoudiging van de consulaire dienstverlening.
Beleidsthema 1. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten
Nederland heeft zich in 2011 op verschillende manieren ingezet voor een versterkte internationale rechtsorde en mensenrechten. Dat is mede verbonden aan ons belang om als internationale economie op betrouwbare en voorspelbare wijze zaken te kunnen doen. In artikel 90 van de grondwet is vastgelegd dat de Nederlandse staat de internationale rechtsorde moet bevorderen.
De Nederlandse inzet vindt onder meer plaats door bijdragen aan internationale hoven en tribunalen. In 2011 heeft Nederland zich bijvoorbeeld actief ingezet voor de uitbreiding van het lidmaatschap van het Internationaal Strafhof (International Criminal Court, ICC). De consolidatie van het ICC blijkt onder andere uit het feit dat de VN-Veiligheidsraad Libië heeft doorverwezen naar het ICC.
Nederland heeft ook actief bijgedragen aan het versterken van de Europese rechtsorde. Nederland droeg bij aan de institutionele en juridische vraagstukken. Daarnaast faciliteerde Nederland de in Den Haag gevestigde organisaties Europol en Eurojust. De ministers van Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie hebben gezamenlijk het kabinetsstandpunt verwoord ten aanzien van een effectiever en efficiënter Europees Hof van de Rechten van de Mens.
Daarnaast heeft Nederland in 2011 haar mensenrechtenstrategie geactualiseerd met de notitie «Verantwoordelijk voor vrijheid: mensenrechten in het buitenlandsbeleid». Deze actualisatie beoogt een doelgericht en effectief mensenrechtenbeleid te realiseren waarbij de inzet zich met name richt op vijf prioritaire thema’s: (1) selectieve inspanningen ter verdediging van mensenrechten in zwaar repressieve regimes, (2) aanpakken van ernstige mensenrechtenschenders, (3) ondersteuning van mensenrechtenverdedigers, (4) vrijheid van meningsuiting inclusief internetvrijheid en vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, en (5) maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het mensenrechtenfonds wordt selectiever ingezet. Hiertoe is het aantal landen dat in aanmerking komt, gehalveerd. Om zo effectief mogelijk te opereren, vindt er een dialoog plaats met landen en wordt waar mogelijk aansluiting gezocht bij mensenrechtenverplichtingen die zij reeds zijn aangegaan. Deze zogenaamde receptorbenadering benadrukt dat mensenrechten universeel zijn, maar dat de implementatie ervan een nationale aangelegenheid is. Ook wordt in het veld gewerkt met bestaande sociale instituties, zoals vrouwengroepen, vakbonden, kerkelijke organisaties, LHBT-organisaties en denktanks.
In 2011 heeft Nederland zich bovendien ingespannen voor de positie van vrouwen en religieuze minderheden en de rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders.
In de OESO is onder het Nederlands voorzitterschap een apart hoofdstuk mensenrechten opgenomen in de in mei 2011 herziene richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
||
BZ |
01.01 Internationale rechtsorde |
47 330 |
5 154 |
5 729 |
1 084 |
53 059 |
6 238 |
01.02 Mensenrechten |
49 539 |
35 305 |
6 063 |
4 520 |
55 602 |
39 825 |
|
01.03 Internationale juridische instellingen |
21 400 |
0 |
– 7 517 |
0 |
13 883 |
0 |
|
V&J |
13.03.01 Rechtshandhaving/Europol en Eurojust |
32 677 |
– 7 344 |
25 333 |
|||
13.03.03 Rechtshandhaving/NFI |
500 |
9 |
509 |
||||
Totaal |
151 446 |
40 459 |
– 3 060 |
5 604 |
148 386 |
46 063 |
Financiële toelichting
BZ – De verhoging van het budget met EUR 5,7 miljoen is het gevolg van een hogere verdragscontributie aan de Verenigde Naties, vanwege een toename van het budget van de VN en vanwege een bijdrage aan de renovatie aan het VN-hoofdkantoor. De verhoging van het budget voor mensenrechten met EUR 6.1 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door een extra bijdrage aan de Office of the High Commisioner of Human Rights specifiek voor Tunesië en Egypte. De verlaging van het budget voor internationale juridische instellingen wordt veroorzaakt door een lager uitgevallen bijdrage aan het Internationale Strafhof in Den Haag, met name omdat de sloopkosten van de oude gebouwen op de nieuwbouwlocatie lager zijn dan voorzien.
V&J – De verlaging van het budget voor rechtshandhaving (Europol en Eurojust) is veroorzaakt door een vertraging van de werkzaamheden aan de nieuwbouw van Europol.
Het vergroten van de veiligheid en stabiliteit in de wereld vormt een belangrijke conditie voor zowel onze veiligheid als voor effectieve armoedebestrijding en voor het functioneren van de democratie en rechtsorde in ontwikkelingslanden.
De kabinetsbrede inzet voor de opbouw van fragiele staten draagt daar op een belangrijke manier aan bij. In 2011 hebben de ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie samen gewerkt aan de geïntegreerde politietrainingsmissie in Afghanistan. De geïntegreerde benadering maakt het mogelijk om defensie, diplomatie en ontwikkelingssamenwerking op coherente wijze in te zetten. Nederland heeft tevens bijgedragen aan politietrainingsmissies op EU-niveau in Kosovo en Irak, en aan trainingen aan wetgevingsjuristen en magistraten in onder andere Rusland en Turkije.
Geïntegreerde politietrainingsmissie in Afghanistan
Afghanistan maakt zich op om eind 2014 de volle verantwoordelijkheid te dragen voor de veiligheid in het land. In januari 2011 is besloten dat Nederland de komende vier jaar Afghanistan hierbij gaat ondersteunen door de civiele politie te versterken en de juridische keten beter te laten functioneren in de noordelijke provincie Kunduz en de hoofdstad Kabul. In de zomer van 2011 is de missie van start gegaan. Militairen, politiefunctionarissen en diplomaten werken nauw samen binnen de missie. In Den Haag ligt de coördinatie bij de ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie en Veiligheid en Justitie.
In Kunduz krijgt de civiele politie, van basisagent tot hoger kader, een kwaliteitsimpuls door intensieve training en begeleiding. Deze taken worden uitgevoerd door politiefunctionarissen via de Europese politietrainingsmissie EUPOL en de Koninklijke marechaussee in nauwe samenwerking met Nederlandse militairen.
Eén van de lessen uit de evaluatie over de Uruzgan missie die in het najaar van 2011 aan de Kamer is gestuurd, is het belang van aandacht voor de werking van de juridische keten. Vandaar dat ook de versterking van de juridische sector zoals de rechterlijke macht, aanklagers en advocatuur belangrijk onderdeel van de missie is, hetgeen in Kunduz wordt uitgevoerd door NGO’s en civiele experts van EUPOL.
Tenslotte wordt ook in Kabul door Nederland in het kader van de geïntegreerde politietrainingsmissie via EUPOL het midden en hoger politiekader de rechterlijke macht, aanklagers en advocaten getraind, gementord en geadviseerd.
De krijgsmacht heeft van 23 maart tot en met 31 oktober tevens een bijdrage geleverd aan de NAVO-operatie Unified Protector (OUP) in Libië. OUP had, op basis van resolutie 1973 van de VN-Veiligheidsraad, tot doel de bevolking te beschermen en toezicht te houden op de naleving van een No Fly Zone en het tegen Libië ingestelde wapenembargo. De Nederlandse bijdrage heeft bestaan uit een mijnenjager, zes F-16 jachtvliegtuigen en een KDC-10 tankvliegtuig. Ook hebben Nederlandse militairen deelgenomen aan AWACS-vluchten en hebben zij deel uitgemaakt van verschillende NAVO-hoofdkwartieren.
Nederland heeft ook een actieve bijdrage geleverd aan de bestrijding van piraterij, onder andere als deelnemer aan de NAVO-operatie Ocean Shield met Hr.Ms. De Ruyter en Hr. Ms. Tromp, en aan de EU-operatie Atalanta met Hr.Ms. Zuiderkruis.
Op het gebied van vredesopbouw werkt Nederland samen met de militaire en civiele missies van de VN, de NAVO en de EU. Zo is er onder andere een bijdrage geleverd aan de UN Mission in Sudan (UNMIS), die na de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan op 9 juli 2011 is overgegaan in de UN Mission In South Sudan (UNMISS). Daarnaast is de eerste fase van het programma voor de ontwikkeling van de veiligheidssector in Burundi (Security Sector Development and Reform) met succes voltooid.
De rechtstaatbevordering in ontwikkelingslanden volgt uit het feit dat goed bestuur een dwarsdoorsnijdend thema is dat de speerpunten ondersteunt. In 2011 werd rechtstaatbevordering opgenomen in de programma’s in de partnerlanden Oeganda, Rwanda en Indonesië, waardoor onder andere in Oeganda de achterstand in de behandeling van zaken afnam en in Rwanda juridische advieskantoren werden opgezet in alle districten.
Ook via internationale fora, zoals de NAVO en de EU, heeft Nederland zich ingespannen voor veiligheid en stabiliteit, onder meer door zich in te zetten op meer synergie tussen de activiteiten van internationale organisaties. In internationaal verband werden thema’s als het bestrijden van terrorisme en het bestrijden van de proliferatie van massavernietigingswapens verder uitgediept. Nederland heeft bijvoorbeeld een belangrijke bijdrage geleverd aan de oprichting van het Global Counter-Terrorism Forum in september 2011.
Het jaar 2011 werd gekenmerkt door een aantal humanitaire crises, waaraan Nederland een snelle en flexibele bijdrage heeft kunnen leveren; onder meer door 80 procent van de middelen voor noodhulp ongeoormerkt uit te besteden aan de VN of Rode Kruis-organisaties; en door de coördinatie van de hulp per sector te coördineren. De ministeries van Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie hebben zich er samen sterk voor gemaakt dat de rampen respons van de EU bijdraagt aan de snelheid en effectiviteit van humanitaire hulpverlening.
Op het gebied van energievoorzieningszekerheid hebben de ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Buitenlandse Zaken gezamenlijk het beleid ten aanzien van energierelaties met prioritaire landen en regio’s alsmede multilaterale organisaties vastgelegd in de door de Ministerraad goedgekeurde notitie «Naar een nieuw kader voor internationale energierelaties». In dit beleidsdocument wordt het streven naar diversificatie van aanvoerroutes en van energiebronnen nader uitgewerkt. Belangrijk resultaat van de Nederlandse energiediplomatie was de verkiezing van oud-minister Maria van der Hoeven tot Executive Director van het International Energy Agency. Tegen de achtergrond van de uitval van de Libische olieproductie besloten de lidstaten van deze organisatie, inclusief Nederland, noodvoorraden in te zetten met het oog op de stabiliteit van de oliemarkten.
Verder steunde Nederland onder andere de International Renewable Energy Agency en het Extractive Industries Transparency Initiative.
De gezamenlijke inzet van de verschillende ministeries op het speerpunt veiligheid en rechtsorde draagt bij aan het behalen van de doelstellingen zoals geformuleerd in de Focusbrief in 2011, in het bijzonder in fragiele staten.
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
||
BZ |
02.01 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid |
17 543 |
0 |
– 4 913 |
0 |
12 630 |
0 |
02.02 Bestrijding internationaal terrorisme |
500 |
0 |
0 |
0 |
500 |
0 |
|
02.03 Non-proliferatie en ontwapening |
9 553 |
2 875 |
4 302 |
377 |
13 855 |
3 252 |
|
02.04 Conventionele wapenbeheersing |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
02.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing |
350 668 |
225 435 |
3 594 |
– 16 209 |
354 262 |
209 226 |
|
02.06 Humanitaire hulpverlening |
252 267 |
250 000 |
12 988 |
14 117 |
265 255 |
264 117 |
|
02.07 Goed bestuur |
133 635 |
121 351 |
4 136 |
738 |
137 771 |
122 089 |
|
V&J |
91.01.01/23.02.01 Civ.crisisbeh.missies/uitz. politiefunctionarissen |
0 |
0 |
6 997 |
6 935 |
6 997 |
6 935 |
Defensie |
20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (diverse operaties) |
270 694 |
13 000 |
– 84 592 |
– 9 000 |
186 102 |
4 000 |
Totaal |
1 034 860 |
612 661 |
– 57 488 |
– 3 042 |
977 372 |
609 619 |
Financiële toelichting
BZ – De verlaging van het budget voor nationale en bondgenootschappelijke veiligheid wordt veroorzaakt doordat de nieuwbouw van het NAVO-hoofdkwartier in Brussel enerzijds is vertraagd en anderzijds goedkoper is geworden. De uitgaven voor non-proliferatie en ontwapening zijn gestegen omdat de contributie voor 2012 aan de Comprehensive Nuclear Test Ban and Treaty Organization en de Organization for the Prohibition of Chemical Weapons al in 2011 is betaald. De verhoging van de uitgaven aan regionale stabiliteit en crisisbeheersing is een gesaldeerd effect. Enerzijds is er sprake van een verhoging vanwege de bijdrage aan de Kunduz trainingsmissie. Anderzijds is er sprake van een verlaging omdat er geplande activiteiten niet zijn doorgegaan en doordat de betalingen aan het Medefinancieringsstelsel (MFS)-I lager uit zijn gevallen en de nieuwe uitgaven voor het MFS niet meer op dit artikel worden geboekt.
Defensie – De verlaging van het budget voor het uitvoeren van crisisoperaties hangt samen met de International Security Assistance Force (ISAF) redeployment. Er is minder personeel ingezet dan voorzien, en bovendien is de Redeployment Task Force sneller afgebouwd dan gepland. Daarnaast is het onderhoud en herstel van het uit Afghanistan teruggekeerde materieel vertraagd. De uitgaven aan de geïntegreerde politietrainingsmissie in Kunduz vielen eveneens lager uit dan begroot omdat de realisatie van de permanente infrastructuur in Kunduz en Mazar-e-Sharif vertraging opliep. De aangegeven vertragingen leiden tot het doorschuiven van een deel van deze uitgaven naar latere jaren.
Beleidsthema 3. Versterkte Europese samenwerking
De welvaart en stabiliteit van Nederland wordt bevorderd door een sterke Europese samenwerking. In 2011 heeft de samenwerking op Europees niveau bijgedragen aan het vinden van antwoorden op mondiale uitdagingen, zoals de financiële crisis en klimaatontwikkelingen. Nederland heeft zich ingezet voor een versterking vande begrotingsdiscipline van de lidstaten en het groeivermogen van de Europese economie. Dat heeft onder andere geresulteerd in een prudenter Stabiliteits- en Groeipact. Op Europees niveau is ook de inzet van de lidstaten voor de VN Klimaattop in Durban in 2011 bepaald.
Daarnaast heeft Nederland zich ingezet voor een effectief optreden van de EU naar derde landen, met in 2011 in het bijzonder aandacht voor het nabuurschapsbeleid voor de Arabische regio. Nederland heeft, tijdens het voorzitterschap van de Benelux-unie in 2011, samen met elf andere lidstaten gepleit voor meer synergie tussen de Europese Dienst voor Extern Optreden en de nationale diplomatieke diensten. Het Programma voor Maatschappelijke Transformatie (MATRA) heeft in 2011 bijgedragen aan het transformatieproces richting democratische, pluriforme rechtstaten door middel van versterking van het maatschappelijk middenveld in landen in Oost- en Zuidoost-Europa en Marokko.
Met betrekking tot het uitbreidingsbeleid heeft Nederland vastgehouden aan het «strikt-en-eerlijk» beleid. Dat dit beleid zijn vruchten afwerpt, bleek in 2011 toen Servië de laatste twee door het Joegoslavië-tribunaal gezochte verdachten Mladić en Hadžić arresteerde.
Nederland heeft in 2011 steun uitgesproken voor de visie van de Europese Commissie voor de toekomst van het Europese ontwikkelingsbeleid, waarbij de EU, net als Nederland, een sterkere focus en een gedifferentieerde aanpak voorstelt. De gedifferentieerde aanpak stelt mensenrechten en goed bestuur centraal, en wil gezamenlijke programmering tussen de Commissie en de lidstaten de norm maken.
Ook de Raad van Europa (RvE) heeft het voornemen geuit om zich meer op kernthema’s te richten; waarbij de thema’s mensenrechten, democratie en rechtsstatelijkheid centraal komen te staan. Nederland steunt deze ontwikkeling en heeft zich ingezet voor het behouden dan wel vergroten van de monitoringsinstrumenten van de RvE.
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
||
BZ |
03.02 Ondersteuning bij pre- en postaccessie |
9 428 |
0 |
– 3 566 |
3 710 |
5 862 |
3 710 |
03.03 EOF Europees Ontwikkelingsfonds |
189 133 |
189 133 |
– 25 900 |
– 25 900 |
163 233 |
163 233 |
|
03.04 Nederlandse positie in de EU |
3 145 |
0 |
715 |
0 |
3 860 |
0 |
|
03.05 Raad van Europa |
9 303 |
0 |
377 |
0 |
9 680 |
0 |
|
Toerek. |
EU-begroting |
405 600 |
329 867 |
0 |
0 |
405 600 |
329 867 |
Totaal |
616 609 |
519 000 |
– 28 374 |
– 22 190 |
588 235 |
496 810 |
Financiële toelichting
BZ – De uitgaven voor het MATRA-programma zijn verlaagd met ruim EUR 3 miljoen omdat het besluit was genomen om de nieuwe verplichting voor het MES-programma pas in 2012 in te laten gaan. De uitgaven voor het Europees Ontwikkelingsfonds zijn verlaagd omdat de financieringsbehoefte van de Commissie in 2011 lager was dan verwacht als gevolg van vertragingen in regionale programma’s.
Beleidsthema 4. Meer welvaart en minder armoede
Nederland streeft naar duurzame economische ontwikkeling en armoedevermindering in ontwikkelingslanden en naar versterkte internationale economische betrekkingen. In dit kader heeft Nederland zich in 2011 ingezet voor een voorspelbaar en niet-discriminerend handelssysteem waarbij voldoende aandacht is voor de belangen van de minst ontwikkelde landen.
Ook heeft Nederland zich ingezet voor de ontwikkeling van de private sector in ontwikkelingslanden als motor voor groei en armoedevermindering. Daarbij wordt speciaal gekeken naar het speerpunt voedselzekerheid, waaraan de Nederlandse topsectoren Agro&Food en tuinbouw een belangrijke bijdrage kunnen leveren. In 2011 is het beleid ten aanzien van het speerpunt voedselzekerheid ontwikkeld, wat resulteerde in de Beleidsbrief Voedselzekerheid. In zes Afrikaanse landenzijn fast track initiatieven gestart, zoals in Ethiopië een aantal programma’s voor de verbetering van de toegang van boeren tot zaaigoed, kleinschalige tuinbouw en ontwikkeling van melkveehouderij en -verwerking. Ook is een aantal goedlopende publiek-private partnerschappen opgeschaald, zoals bijvoorbeeld het partnerschap met Solidaridad dat zich richt op het versterken van de positie van kleine boeren en ondernemers in internationale handelsketens.
Nederland heeft als co-voorzitter samen met Zuid-Afrika in de Informal Task Force on Tax and Development in de OESO voorstellen gedaan aan ontwikkelingslanden om belastingontduiking tegen te gaan.
In 2011 is een klein deel van de schuld van Ivoorkust kwijtgescholden in verband met de vorderingen van Ivoorkust in het Heavily Indebted Poor Countries (HIPC)-traject.
De Nederlandse bijdrage aan de discussies bij het IMF en de Wereldbank over het schuldhoudbaarheidsraamwerk richt zich erop dat dit raamwerk beter moet aansluiten bij de lokale omstandigheden.
Daarnaast is er in 2011 meer focus aangebracht in het multilaterale beleid, inclusief de financiering van multilaterale instellingen. Het ministerie van Financiën is als aandeelhouder bij verschillende multilaterale instellingen actief. De aandeelhouders van de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) hebben gezamenlijk besloten tot uitbreiding van activiteiten naar de zuidelijke en oostelijke Mediterrane regio.
EBRD uitbereiding naar nieuwe regio
Tijdens de jaarvergadering van de EBRD in Astana 20–21 mei 2011 hebben de aandeelhouders van de Bank besloten tot een amendering van de EBRD-oprichtingsovereenkomst die een geografische uitbreiding van operaties mogelijk moest maken in de SEMED regio grenzend aan de Middellandse Zee (in eerste instantie in Egypte, Jordanië, Marokko, en Tunesië). De EBRD werd vanwege de ervaring van de Bank bij democratische en marktgeoriënteerde transitieprocessen en de solide kapitaalsbasis hiertoe gevraagd door de internationale gemeenschap (o.a. Europese Raad 25 maart 2011 en de G-8 Top in Deauville 26–27 mei 2011). Het kabinet steunt een duurzame transitie in de Arabische regio (cfm. Kamerstuk 32 263, nr. 40). In de nieuwe regio zal de EBRD zich richten op ontwikkeling van de private sector en transitie en daarbij vooral haar expertise inzetten.
De minister van Financiën is namens Nederland de gouverneur van de Bank. De minister van Buitenlandse Zaken is de plaatsvervangend gouverneur. Beiden ministeries werken nauw samen om deze amendering van het mandaat mogelijk te maken. De uitbreiding van het geografische werkgebied van de bank wordt gefinancierd binnen het bestaande kapitaal van de EBRD. Buitenlandse Zaken heeft daarnaast EUR 2 miljoen bijgedragen aan een Multi-donorfonds dat de Bank in staat stelt om een snelle start in de regio te maken. Zonder ratificatie mag de bank nog niet opereren in de nieuwe regio.
De ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Buitenlandse Zaken hebben gezamenlijk belangrijke stappen gezet ter verbetering van de faciliteiten voor handels- en investeringsbevordering. Het beleid is erop gericht dat Nederlandse bedrijven meer profiteren van kansen op nieuwe markten en in sectoren waarbij economische diplomatie een sleutelrol speelt.
Internationaal ondernemen
De groei van de wereldhandel nam in 2011 sterk af, na het ingezette herstel in 2010. Ook de groei in een aantal belangrijke afzetmarkten stond onder druk, onder andere door de aanhoudende crisis in Europa en de budgettaire problemen in de VS. Opkomende markten groeiden gestaag verder. Onze economie profiteerde afgelopen jaar nog onvoldoende van de kansen die nieuwe markten en sectoren bieden.
Daarom zijn er flinke stappen gezet om Nederland beter aan te sluiten op de nieuwe markten en sectoren. Op 24 juni 2011 is in de Ministerraad de brief «Buitenlandse Markten, Nederlandse kansen» goedgekeurd. Deze brief presenteerde de hoofdlijnen van het nieuwe internationaal economisch beleid ten behoeve van het bedrijfsleven. Het nieuwe beleid kent minder subsidies, meer economische diplomatie en heldere afspraken met de brancheorganisaties over de rolverdeling tussen de overheid en marktpartijen.
In 2011 is stevig ingezet op economische diplomatie. Bestaande subsidieregelingen zijn deels vervangen door een strategische agenda van projecten, kansen en belemmeringen in belangrijke groeimarkten waar kansen liggen die met behulp van economische diplomatie kunnen worden verzilverd. Ook is er een kabinetsbrede strategische reisagenda opgezet. Daarvan maken ook economische missies onderdeel uit. De topsectoren van de Nederlandse economie kunnen zich alleen door samenwerking tussen ondernemers, onderzoekers en de overheid blijven onderscheiden op de wereldmarkt. In 2011 is een begin gemaakt met het formuleren van de internationale ambities van de topsectoren.
Nederland heeft zich ingezet voor vrije en niet-discriminerende wereldhandel, in de World Trade Organization en bijvoorbeeld door het sluiten van Europese handelsverdragen.
Niet alleen in handel, maar ook in internationale investeringen werd de internationale koppositie van Nederland in 2011 onderschreven. Nederland is een grote investeerder in het buitenland en een van de grootste ontvangers van binnenkomende investeringen. Dat is mede te danken aan het goede vestigingsklimaat en de inspanningen van de Netherlands Foreign Investment Agency, dat een absoluut topjaar had. Er werden in 193 projecten een totaal van EUR 1472 miljoen aan investeringen naar Nederland gehaald. Met deze projecten zijn 4358 arbeidsplaatsen gemoeid.
Bij het internationaal economisch beleid is ook gekeken naar (voormalige) ontwikkelingslanden. Nederlandse bedrijven kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan ontwikkelingsvraagstukken op het gebied van water en voedselvoorzieningszekerheid. Via multilaterale organisaties, ambassadeprogramma’s, publiek-private partnerschappen en centrale instrumenten zoals het bedrijfsleveninstrumentarium werd gewerkt aan private sector ontwikkeling en het verbeteren van het lokale ondernemingsklimaat in ontwikkelingslanden. Dit hield onder meer in dat gewerkt werd aan het scheppen van de juiste randvoorwaarden om de private sector in ontwikkelingslanden tot bloei te brengen. De ontwikkeling van de private sector is de motor van lokale economische groei. Dit dient ook de Nederlandse handels- en investeringsbelangen.
Nederlandse kennis en kunde, ingezet ten gunste van lokale economische ontwikkeling, werd actief bij ontwikkelingssamenwerking betrokken. De inzet van de Nederlandse kennis en kunde van de topsectoren is in 2011 op de kaart gezet en wordt gedragen door de bewindslieden van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie gezamenlijk.
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
||
BZ |
04.01 Handels- en financieel systeem |
18 951 |
826 |
– 6 788 |
359 |
12 163 |
1 185 |
04.02 Armoedebestrijding |
297 090 |
294 590 |
70 924 |
67 663 |
368 014 |
362 253 |
|
04.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
487 096 |
482 596 |
– 115 445 |
– 115 445 |
371 651 |
367 151 |
|
04.04 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking |
24 815 |
24 815 |
565 |
565 |
25 380 |
25 380 |
|
04.05 Nederlandse handels- en investeringsbevordering |
6 660 |
0 |
– 821 |
0 |
5 839 |
0 |
|
V&J |
13.03.01 Rechtshandhandhaving/Tech.ass. bij drugsbestr. Suriname |
200 |
200 |
– 140 |
– 140 |
60 |
60 |
91.01.01 Effectieve besturing van het Justitieapparaat/WIPO |
146 |
0 |
– 7 |
0 |
139 |
0 |
|
Financiën |
04.20 Mult. Ontw. Banken en Fondsen |
282 205 |
282 205 |
55 071 |
55 000 |
337 276 |
337 205 |
IenM |
33.03 Veiligheid luchtvaart (ICAO en EASA) |
1 565 |
0 |
– 327 |
0 |
1 238 |
0 |
33.02 Veiligheid goederenvervoer scheepvaart (IMO en CCR-Rijnvaart) |
925 |
0 |
– 57 |
0 |
868 |
0 |
|
EL&I |
2.45 Versterken gezamenlijke kennisbasis |
4 384 |
0 |
722 |
0 |
5 106 |
0 |
3.10 Zorgen voor aantr. regio's/steden om te kunnen ondern. (WTO) |
226 |
0 |
– 226 |
0 |
0 |
0 |
|
4.01 Algemeen (bijdragen aan int. instituten) |
0 |
0 |
520 |
0 |
520 |
0 |
|
4.50 Handhaving niveau v. voorzieningszekerh. op korte + lange termijn |
1 090 |
0 |
– 716 |
0 |
374 |
0 |
|
5.01 Algemeen |
14 119 |
0 |
32 547 |
0 |
46 666 |
0 |
|
5.20 Verdere vrijmaking v/h intern. handels-/invest.verkeer en versterking v/d econ. rechtsorde |
4 007 |
0 |
869 |
0 |
4 876 |
0 |
|
5.30 Bevorderen van internationaal ondernemen |
52 009 |
0 |
– 29 148 |
0 |
22 861 |
0 |
|
5.50 Programmatisch pakket |
53 027 |
7 400 |
– 9 606 |
– 5 144 |
43 421 |
2 256 |
|
10.30 Efficiënt werkende communicatie en postmarkt (bijdr. UPU/ITU) |
2 501 |
0 |
– 519 |
0 |
1 982 |
0 |
|
39.11 Internationale contributies/FAO |
6 973 |
3 556 |
– 92 |
– 47 |
6 881 |
3 509 |
|
33.14 Beheer van de natuur (Tropisch hout) |
61 |
0 |
0 |
0 |
61 |
0 |
|
Toerek. |
EKI-kwijtschelding |
95 000 |
95 000 |
– 90 675 |
– 90 675 |
4 325 |
4 325 |
Totaal |
1 353 050 |
1 191 188 |
– 93 349 |
– 87 864 |
1 259 701 |
1 103 324 |
Financiële toelichting
BZ – De uitgaven voor het handels en investeringssysteem zijn lager dan begroot omdat er door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden minder aanspraak is gedaan op de garantievoorziening dan dat er ruimte was.
De hogere uitgaven voor armoedevermindering zijn een gesaldeerd effect van een aanpassing in de betalingsritmes aan de Wereldbank voor het Multilateral Debt Relief Initiative en de Heavily Indebted Poor Countries Initiative en een hogere uitgave aan het Bank Netherlands Partnership Program vanwege een eindbetaling, tegen verminderde uitgaven onder het thema Institutionele Ontwikkeling en in sectordoorsnijdende programma’s.
De uitgaven voor ondernemingsklimaat in ontwikkelingslanden zijn verminderd. Dat komt onder andere doordat een aantal posten wegens lokale omstandigheden minder heeft uitgegeven dan was voorzien en omdat een er vertraging is opgelopen in de uitvoering van onder andere het Global Agriculture and Food Program, het programma Strategic Alliances with International NGOs en activiteiten onder het thema Kennis en Vaardigheden. Anderzijds vonden hogere uitgaven plaats aan het Programma Uitgezonden Managers en het Minst Ontwikkelde Landenfonds van de FMO vanwege versnelling in de uitvoering van bestaande activiteiten.
De mutatie voor de toerekening van de EKI-kwijtschelding is neerwaarts bijgesteld omdat voor 2011 was verwacht dat Ivoorkust het HIPC-eindpunt zou bereiken, waarna volledige kwijtschelding zou volgen, inclusief de exportkredietschulden (EKI). Dat heeft echter niet plaatsgevonden.
EL&I – De onderuitputting onder 05.30 «bevorderen internationaal ondernemen» is voornamelijk toe te schrijven aan onderuitputting op de instrumenten «Overig Programmatisch Pakket» en Package4Growth.
In de ontwerpbegroting 2011 is de bijdrage DG BEB aan Agentschap NL opgenomen onder de uitgaven geraamd op artikel 05.30 (OD2). Bij 2e suppletore wet 2010 zijn alle bijdragen aan agentschappen onder de materiële apparaatsuitgaven gebracht. Hierdoor is de realisatie van de uitgaven 2011 verantwoord onder de uitgaven apparaat artikel 05.01 (Algemeen), hetgeen de mutatie verklaart.
Financiën – De verhoging van de uitgaven onder multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen wordt veroorzaakt doordat het verzilveringschema van het zachte-leningenloket van de Wereldbank (IDA) is aangepast.
Beleidsthema 5. Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling
De ontwikkeling van mens en maatschappij is een voorwaarde voor de duurzame economische ontwikkeling. Nederland is een internationaal erkende speler op gebied van Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR). Bij de herziening van het Nederlands ontwikkelingsbeleid in 2011 is SRGR dan ook als één van de vier speerpunten van het beleid gekozen. Op dit gebied heeft Nederland zich in 2011 bijvoorbeeld ingezet voor een integrale aanpak van HIV/aids en SRGR bij UNAIDS.
Gelijke rechten voor mannen en vrouwen is eveneens een belangrijke doelstelling onder dit beleidsthema. In 2011 was de ambitie om de Nederlandse inzet op internationaal emancipatiebeleid te dissemineren. Daartoe is de Kamerbrief Internationaal Genderbeleid naar de Tweede Kamer verzonden. Ook heeft Nederland bijgedragen aan een nieuwe meerjarig fonds voor het behalen van de Millennium Development Goal 3.
Ter versterking van het maatschappelijk middenveld in ontwikkelingslanden zijn in 2011 de activiteiten van start gegaan van twintig allianties van samenwerkende ontwikkelingsorganisaties die een subsidie hebben ontvangen in het kader van het medefinancieringsstelsel-II.
De Nederlandse bijdrage aan de ontwikkeling van het basisonderwijs in ontwikkelingslanden draagt bij aan betere kansen op betaald werk en daarmee op economische groei. In 2011 heeft Nederland bijvoorbeeld een bijdrage geleverd aan het UNICEF-programma Education in Emergencies and Post-Conflict Transition. De ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben tevens bijgedragen aan kennisontwikkeling en het bevorderen van internationale samenwerking op het gebied van onderwijs.
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
||
BZ |
05.01 Onderwijs |
258 567 |
258 567 |
– 24 703 |
– 24 703 |
233 864 |
233 864 |
05.02 Kennisontwikkeling |
134 757 |
132 161 |
– 2 172 |
– 2 172 |
132 585 |
129 989 |
|
05.03 Gender |
42 201 |
42 201 |
– 3 250 |
– 3 250 |
38 951 |
38 951 |
|
05.04 HIV/AIDS |
246 604 |
245 111 |
12 662 |
10 789 |
259 266 |
255 900 |
|
05.05 Reproductieve gezondheid |
162 886 |
162 886 |
– 26 218 |
– 26 218 |
136 668 |
136 668 |
|
05.06 Participatie civil society |
433 627 |
433 627 |
126 197 |
126 197 |
559 824 |
559 824 |
|
OCW |
06.01 HBO (beurzen niet EU) |
3 453 |
3 453 |
0 |
0 |
3 453 |
3 453 |
07.10 Wetenschappelijk onderwijs |
61 814 |
58 546 |
– 171 |
– 182 |
61 643 |
58 364 |
|
16.01 Onderzoek en wetenschappen: WOTRO |
454 |
454 |
0 |
0 |
454 |
454 |
|
EL&I |
36.15 Kennisontwikkeling en innovatie |
0 |
0 |
160 |
0 |
160 |
0 |
36.16 Waarborgen van het kennisstelsel (Intern. onderwijs) |
35 |
35 |
0 |
0 |
35 |
35 |
|
36.16 Waarborgen van het kennisstelsel (ISRIC) |
1 098 |
1 098 |
50 |
50 |
1 148 |
1 148 |
|
VWS |
46.01.01 Sport en OS |
1 500 |
1 500 |
– 2 |
– 2 |
1 498 |
1 498 |
98.01.01 WHO-partnerschap |
6 000 |
0 |
– 426 |
0 |
5 574 |
0 |
|
Totaal |
1 352 996 |
1 339 639 |
82 127 |
80 509 |
1 435 123 |
1 420 148 |
Financiële toelichting
BZ – De verlaging van de uitgaven op artikel 5.5 «reproductieve gezondheid» is het gevolg van de overheveling van alle MFS-II uitgaven naar artikel 5.6, als mede door een vertraging in een aantal centraal gefinancierde activiteiten. Daar staat tegenover dat het betalingsritme aan de Global Alliance for Vaccines and Immunization juist is verhoogd. Het budget voor artikel 5.6 «participatie civil society» is verhoogd omdat alle MFS-uitgaven naar dit artikel zijn overgeheveld. Daarnaast heeft een aanpassing plaatsgevonden in de betalingsritmes ten behoeve van onder andere SNV.
Beleidsthema 6. Beter beschermd en verbeterd milieu
Nederland zet zich nationaal en internationaal in voor een duurzame leefomgeving. Dat komt tot uiting in de Nederlandse inzet voor het beperken van de mondiale temperatuurstijging tot maximaal twee graden Celsius. Er wordt invulling gegeven aan deze inzet door middel van een kosteneffectief klimaatbeleid.
Daartoe heeft Nederland deelgenomen aan de VN-klimaattop in Durban. De Nederlandse inzet was afgestemd op Europees niveau. De belangrijkste uitkomst van Durban is dat er een nieuw mondiaal bindend instrument voor het klimaatregime zal worden ontwikkeld.
In het huidige klimaatregime streeft Nederland naar het behalen van de Kyoto-doelstelling, onder andere met de inzet van het Clean Development Mechanism (CDM) en Joint Implementation (JI). JI wordt geïmplementeerd door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en heeft samen met gegroende Assigned Amount Units in 2011 3,6 Mton aan vermeden CO2-uitstoot gerealiseerd. Het CDM wordt uitgevoerd door het ministerie van Infrastructuur en Milieu en heeft in 2011 5,8 Mton aan vermeden CO2-uitstoot gerealiseerd.
CO2-reductieprogramma’s
Nederland kent in het kader van het Kyotoprotocol een verplichting om de nationale broeikasgasemissies in de periode 2008–2012 met zes procent ten opzichte van 1990 te reduceren. Op grond van de meest recente inzichten van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) wordt verwacht dat Nederland de Kyotodoelstelling gaat halen.
In het kader van het Kyotoprotocol is afgesproken dat landen hun reductieverplichting via maatregelen in het buitenland mogen realiseren. Hiervoor zijn drie instrumenten beschikbaar: Internationale Emissiehandel, Joint Implementation (JI), en het Clean Development Mechanism (CDM). Het CDM en JI maken het voor bedrijven aantrekkelijk om in ontwikkelingslanden en landen in Midden- en Oost-Europa in schone technologieën te investeren. Zij kunnen de uitgespaarde broeikasgassen verkopen aan industrielanden. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid voor landen om emissieruimte, in de vorm Assigned Amount Units (AAU’s), die ze over hebben, aan anderen te verkopen.
Daarnaast zet Nederland zich in voor duurzaam gebruik en beheer van natuurlijke hulpbronnen. Nederland draagt onder meer bij aan de kennisontwikkeling op het gebied van bosbeheer en boslandbouw. Een gezamenlijke inspanning van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Milieu in het kader van het Interdepartementale Beleidsprogramma Biodiversiteit en via het Initiatief Duurzame Handel heeft geleid tot een groei in de vraag naar duurzaam hout, onder andere dankzij publieksvoorlichting en monitoring van de houtimport.
Duurzaam waterbeheer is één van de speerpunten van het Nederlands beleid. De Nederlandse watersector kan daar mondiaal een belangrijke bijdrage aan leveren. Het Nederlands buitenlands beleid faciliteert een samenwerking tussen Nederlandse experts uit kennisinstellingen en het bedrijfsleven enerzijds en vertegenwoordigers van de betrokken ministeries uit de focuslanden van Water Mondiaal (Vietnam, Egypte, Bangladesh, Mozambique en Indonesië) anderzijds. In Vietnam heeft dit bijvoorbeeld geleid tot een klimaatadaptatiestrategie voor de Mekong-delta en Ho Chi Min stad. De krachten van de Nederlandse watersector worden gebundeld in het programma Partners voor Water, waarvan de uitvoering ligt bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Partners voor Water
Partners voor Water (II en III) bundelt krachten om de Nederlandse watersector te versterken. Nederlandse waterexpertise vanuit de overheid, het bedrijfsleven, kennisinstellingen en NGO's wordt structureel ingezet om bij te dragen aan duurzame oplossingen voor de wereldwaterproblematiek en bij te dragen aan versterking van de Nederlandse exportpositie.
De middelen van PvW II zijn in 2011 vrijwel uitgeput. Evaluatie van afgesloten projecten en activiteiten levert een beeld op van substantiële spin-off. De Wereldbank en de Asian Development Bank hebben diverse projecten gefinancierd waarbij Nederlandse organisaties een rol spelen in de uitvoering. Een aantal initiatieven zijn verzelfstandigd.
In 2010 is een start gemaakt met PvW III, met een vergelijkbaar budget als voor PvW II. Vooralsnog worden de ambities van Water Mondiaal en de met name de 5 deltalanden uit dit budget gefinancierd. Om dit (deels) te kunnen accommoderen is het aantal PvW landen terug gebracht van 43 naar 26 inclusief de 5 deltalanden Indonesië, Vietnam, Bangladesh, Egypte en Mozambique.
In 2011 is voor EUR 4 miljoen aan beschikkingen afgegeven onder de tijdelijke subsidieregeling binnen het tijdelijke crisiskader. Eind 2010 was de definitieve subsidieregeling vrijwel afgerond.
Enkele voorbeelden van projecten en activiteiten die in 2011 aan de doelstelling hebben bijgedragen:
• Het thema «Water en klimaatadaptatie» werd internationaal geagendeerd middels het Cooperative Programme on Water and Climate (CPWC). Vanuit CPWC is in 2011 nog een belangrijke bijdrage geleverd aan het opstarten van de programma’s op de deltalanden.
• Het project Jakarta Coastal Defense Strategy Study is uitgevoerd om een strategie te ontwikkelen voor het sterk verminderen van de risico’s voor overstroming vanuit de zee en rivieren, mede als gevolg van bodemdaling. Nederland is gevraagd om in dit stadium de te assisteren bij de procesbegeleiding en multi-stakeholder betrokkenheid. De studie krijgt een vervolg in de vorm van een masterplanstudie.
• Voor Bangladesh, Egypte en Mozambique zijn eerdere verkennende missies uitgewerkt om met de NL ambassades en lokale partijen vorm te geven aan de focus voor de Water Mondiaal samenwerking.. In 2011 heeft dat geresulteerd in conferenties, oprichting van samenwerkingsverbanden en de formulering van strategische projecten
• Voor een sterke internationale positie is het van belang om als Nederland te blijven innoveren. Daarom heeft Partners voor Water bijgedragen aan de doorontwikkeling van de innovatieprogramma's «delta- en watertechnologie», en aan het Programma Human Capital Water. Verder is gewerkt aan de doorontwikkeling van de toekomstvisie 2020 voor de sector.
• Om de internationale zichtbaarheid van Nederland te versterken, heeft PvW veel energie gestoken in communicatie (www.dutchwatersector.com) en aanwezigheid op diverse internationale podia.
• Een bijdrage is geleverd aan de formulering en uitwerking van de Top Sector Water. In enkele landen (waaronder Bangladesh, Indonesië en Mozambique) wordt aangesloten bij de uitvoering van de bilaterale OS-programma’s.
• De Syrian Dutch Water Cooperation is stil gelegd in verband met de onrust.
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
||
BZ |
06.01 Milieu en water |
334 985 |
332 566 |
– 53 992 |
– 54 727 |
280 993 |
277 839 |
06.02 Water en stedelijke ontwikkeling |
136 757 |
136 757 |
8 781 |
8 781 |
145 538 |
145 538 |
|
IenM |
31.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water) |
9 536 |
0 |
221 |
0 |
9 757 |
0 |
37.01 Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) |
736 |
27 |
154 |
9 |
890 |
36 |
|
57.44 Internationaal milieubeleid |
3 970 |
0 |
– 1 492 |
0 |
2 478 |
0 |
|
57.48 Clean development mechanism |
93 675 |
0 |
– 46 330 |
0 |
47 345 |
0 |
|
61.89 Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties |
335 |
0 |
– 335 |
0 |
0 |
0 |
|
EL&I |
4.20 Duurzame energie (Joint Implementation) |
31 563 |
0 |
– 19 308 |
0 |
12 255 |
0 |
33.14 Programma «Leren voor Duurzame Ontwikkeling» |
1 000 |
1 000 |
0 |
0 |
1 000 |
1 000 |
|
39.11 Internationale contributies/UNEP |
243 |
243 |
0 |
0 |
243 |
243 |
|
Totaal |
612 800 |
470 593 |
– 112 301 |
– 45 937 |
500 499 |
424 656 |
Financiële toelichting
BZ – De uitgaven op gebied van milieu en water zijn lager dan begroot als gevolg van een technische overheveling naar artikel 5.6 van alle MFS-uitgaven. Daarnaast zijn enkele uitgaven aan hernieuwbare energieprojecten vertraagd, terwijl aan het Global Environment Fund juist een extra betaling is gedaan als gevolg van een aangepast betalingsritme.
IenM – De onderuitputting bij het CDM in 2011 vloeit voort uit het feit dat in het budget een bedrag was opgenomen voor eventuele noodzakelijke aankopen om het halen van de Kyoto-doelstelling zeker te kunnen blijven stellen. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving bestaat er namelijk een kans dat Nederland 8 Mton tekort zal komen om de Kyoto-doelstelling te halen. Deze aankopen hebben nog niet plaatsgevonden, omdat gewacht wordt totdat in 2013/2014 de werkelijke emissies in de Kyoto-periode en de leveringen op de aangekochte emissierechten bekend zijn.
EL&I – De lagere uitgaven bij Joint Implementation worden veroorzaakt door een ongunstig investeringsklimaat, waarbij ook sprake is geweest van een faillissement. Hierdoor zijn de investeringen bij projecten in het buitenland op het gebied van reductie van broeikasgasemissie lager uitgekomen dan geraamd.
Beleidsthema 7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer
Jaarlijks gaan miljoenen Nederlanders op reis, en brengen er miljoenen mensen een bezoek aan Nederland. Het beschermen van Nederlanders in het buitenland en het reguleren van het personenverkeer is daarom belangrijk.
In 2011 is er bijstand verleend aan Nederlanders in noodsituaties in onder andere Egypte, Japan, Ivoorkust, Jemen, Libië en Syrië. De capaciteit voor de crisisrespons door de consulaire dienstverlening is vergroot.
Consulaire dienstverlening richt zich ook op Nederlanders die het risico lopen om ter dood te worden veroordeeld. Deze personen ontvangen een voorziening voor bijstand, die in 2011 is verruimd. Een rapport over Nederlandse gedetineerden in het buitenland werd in mei 2011 naar de Tweede Kamer gestuurd.
De regulering van het personenverkeer omvat ook het asielbeleid en de visumverlening. De eerstejaarstoerekening staat op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maar valt onder ODA. Daarom komen de uitgaven als toerekening onder de HGIS. Het aantal visumaanvragen steeg van 390 000 in 2010 tot 425 000 in 2011.
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
||
BZ |
07.01 Consulaire dienstverlening |
16 809 |
0 |
– 2 871 |
0 |
13 938 |
0 |
07.02 Vreemdelingenbeleid |
10 130 |
9 000 |
– 212 |
– 217 |
9 918 |
8 783 |
|
Toerek |
Opvang van asielzoekers |
272 998 |
272 998 |
66 700 |
66 700 |
339 698 |
339 698 |
Totaal |
299 937 |
281 998 |
63 617 |
66 483 |
363 554 |
348 481 |
Financiële toelichting
BZ – De verlaging van het budget voor consulaire dienstverlening wordt veroorzaakt doordat de kosten voor het consulaire informatiesysteem lager zijn dan voorzien. De mutatie op de toerekening opvang van asielzoekers bestaat uit twee delen. Enerzijds vond er een naheffing plaats bij de afrekening uit 2010 van EUR 42 miljoen vanwege een stijging van de gemiddelde kostprijs per asielzoeker. Anderzijds is de raming voor 2011 bijgesteld met EUR 24 miljoen vanwege een stijging van de gemiddelde opvangduur per asielzoeker.
Beleidsthema 8. Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland
Internationale culturele samenwerking is één van de instrumenten die bijdragen aan het sterke profiel van Nederland in het buitenland. Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ministeries van Onderwijs, Cultuur Wetenschap en Buitenlandse Zaken. In de uitvoering, onder meer op het topgebied creatieve industrie, werken beide ministeries samen met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
In 2011 veranderde de focus van het internationaal cultuurbeleid: meer aandacht voor cultureel topsegment en voor een versterking van het Nederlands economisch belang, door verbanden tussen cultuur, handel en economie te benadrukken. Concreet voorbeeld was de rol van Nederland als gastland tijdens de internationale boekenbeurs van Beijing. Ook de topsector creatieve industrie genoot in 2011 prioriteit, onder meer via het programma Dutch Design Fashion and Architecture (DutchDFA).
Een ander instrument voor het versterken van het de beeldvorming van het Nederlands buitenlands beleid in binnen- en buitenland is het inzetten van publieksdiplomatie. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een aantal bestaande programma’s voor publieksdiplomatie in 2011 samengebracht tot één bezoekersprogramma «In gesprek met Buitenlandse Zaken».
Daarnaast werd in 2011 de geplande brede visie op het Nederlandse gastheerschap jegens internationale organisaties goedgekeurd door de interdepartementale stuurgroep Nederland Gastland. De visie sluit aan bij de positie en het profiel van Den Haag als juridische hoofdstad van de wereld. In het kader hiervan zijn in 2011 ook de deelvestigingen van de restmechanismes van de tribunalen voor Rwanda en Joegoslavië voorbereid.
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
||
BZ |
08.01 Nederlandse cultuur |
8 118 |
472 |
– 1 391 |
– 81 |
6 727 |
391 |
08.02 Cultureel erfgoed |
4 885 |
2 149 |
4 753 |
3 634 |
9 638 |
5 783 |
|
08.03 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid |
50 309 |
25 025 |
1 223 |
5 648 |
51 532 |
30 673 |
|
08.04 Vestigingsklimaat internationale org. in Nederland |
55 |
0 |
177 |
0 |
232 |
0 |
|
OCW |
08.11 Cultuur: overig |
904 |
0 |
– 167 |
0 |
737 |
0 |
14.01/02/04 Cultuur: overig |
5 666 |
0 |
968 |
0 |
6 634 |
0 |
|
Totaal |
69 937 |
27 646 |
5 563 |
9 201 |
75 500 |
36 847 |
Financiële toelichting
BZ – De totale mutatie van EUR 5,6 miljoen voor beleidsthema 8 wordt met name veroorzaakt door het feit dat de aanslagen voor de verdragscontributie voor UNESCO (artikel 08.02 «cultureel erfgoed», EUR 4,8 miljoen) eerder werden ontvangen dan verwacht, waardoor betaling nog in 2011 heeft plaatsgevonden.
Beleidsthema 9. Overige uitgaven
Onder het thema overige uitgaven zijn de uitgaven gebracht die niet binnen één van de inhoudelijke beleidsthema’s kunnen worden geplaatst. De uitgaven betreffen met name de apparaatsuitgaven van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de middelen voor attachés. Vanuit bijna alle ministeries worden attachés met specialistische kennis uitgezonden naar Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland.
In 2011 heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken plannen opgesteld om invulling te geven aan de bezuinigingen en hervormingen die zijn ingegeven door het Regeerakkoord, om zowel het departement als de posten efficiënter, goedkoper en flexibeler te maken. Dit betreft ook de attachés van de vakministeries binnen de HGIS.
Uitgangspunten bij de hervorming van het postennet zijn het centraal stellen van Nederlandse belangen via onder andere intensivering van de economische diplomatie, «structuur volgt functie», modernisering en vereenvoudiging van de consulaire dienstverlening (zie hieronder) en flexibeler, meer gefocust, geïntegreerder en dynamischer werken. Hiertoe zijn er voor het eerst ambassadeurs benoemd in Panama en in Juba. Chonqing in West-China is gekozen als locatie voor een Consulaat-Generaal. De ambassade in Yaoundé werd gesloten, en de ambassades is Asmara, Quito en Montevideo bereiden zich voor op een spoedige sluiting. De posten in Lusaka, Ouagadougou, Managua en La Paz blijven tot 2014 open maar bereiden zich tevens voor op sluiting. De taakstelling voor de reductie van het aantal fte met 391 voor de periode 2008–2011 is in 2011 behaald.
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
||
BZ |
09.01 Geheim |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
0 |
10.01 Nominaal en onvoorzien |
62 261 |
0 |
– 62 165 |
0 |
96 |
0 |
|
11.01 Apparaatsuitgaven |
780 427 |
218 201 |
– 84 810 |
– 11 255 |
695 617 |
206 946 |
|
Div. dept. |
Attachés |
55 288 |
0 |
– 1 980 |
0 |
53 308 |
0 |
Totaal |
897 976 |
218 201 |
– 148 945 |
– 11 255 |
749 031 |
206 946 |
Financiële toelichting
BZ – De lagere apparaatsuitgaven zijn het gevolg van lagere uitgaven aan zowel personele als materiële uitgaven. Dit is het gevolg van een afname van het aantal uitgezonden medewerkers en van een overheveling van budget naar het ministerie van Defensie voor de persoonsbeveiliging op hoog-risicoposten, alsmede van een verlaging van de uitgaven aan buitenlandse huisvesting.
Ten slotte heeft er een onderbesteding plaatsgevonden als gevolg van eerdere begrotingsbesluitvorming ter correctie van de kasschuif die in 2013 ten laste van het apparaatsartikel is gebracht.
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
Totaal |
wv. ODA |
||
V Buitenlandse Zaken |
|||||||
01.00 Versterkte int. rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten |
|||||||
01.01 Internationale rechtsorde |
47 330 |
5 154 |
5 729 |
1 084 |
53 059 |
6 238 |
|
01.02 Mensenrechten |
49 539 |
35 305 |
6 063 |
4 520 |
55 602 |
39 825 |
|
01.03 Internationale juridische instellingen |
21 400 |
– 7 517 |
0 |
13 883 |
|||
02.00 Grotere veiligh. en stabiliteit, effect. hum. hulpverl. en goed bestuur |
|||||||
02.01 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid |
17 543 |
– 4 913 |
0 |
12 630 |
|||
02.02 Bestrijding internationaal terrorisme |
500 |
0 |
0 |
500 |
|||
02.03 Non-proliferatie en ontwapening |
9 553 |
2 875 |
4 302 |
377 |
13 855 |
3 252 |
|
02.04 Conventionele wapenbeheersing |
0 |
0 |
|||||
02.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing |
350 668 |
225 435 |
3 594 |
– 16 209 |
354 262 |
209 226 |
|
02.06 Humanitaire hulpverlening |
252 267 |
250 000 |
12 988 |
14 117 |
265 255 |
264 117 |
|
02.07 Goed bestuur |
133 635 |
121 351 |
4 136 |
738 |
137 771 |
122 089 |
|
03.00 Versterkte Europese samenwerking |
|||||||
03.02 Ondersteuning bij pre- en postaccessie |
9 428 |
– 3 566 |
3 710 |
5 862 |
3 710 |
||
03.03 EOF Europees Ontwikkelingsfonds |
189 133 |
189 133 |
– 25 900 |
– 25 900 |
163 233 |
163 233 |
|
03.04 Nederlandse positie in de EU |
3 145 |
715 |
0 |
3 860 |
|||
03.05 Raad van Europa |
9 303 |
377 |
0 |
9 680 |
|||
04.00 Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede |
|||||||
04.01 Handels- en financieel systeem |
18 951 |
826 |
– 6 788 |
359 |
12 163 |
1 185 |
|
04.02 Armoedebestrijding |
297 090 |
294 590 |
70 924 |
67 663 |
368 014 |
362 253 |
|
04.03 Verhoogde economische groei en verminderde armoede als gevolg van gezonde private sector ontwikkeling in ontwikkelingslanden |
487 096 |
482 596 |
– 115 445 |
– 115 445 |
371 651 |
367 151 |
|
04.04 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking |
24 815 |
24 815 |
565 |
565 |
25 380 |
25 380 |
|
04.05 Nederlandse handels- en investeringsbevordering |
6 660 |
– 821 |
0 |
5 839 |
|||
05.00 Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling |
|||||||
05.01 Gelijke kansen op doorlopen kwalitatief goed onderwijs |
258 567 |
258 567 |
– 24 703 |
– 24 703 |
233 864 |
233 864 |
|
05.02 Versterking van het gebruik van kennis en onderzoek |
134 757 |
132 161 |
– 2 172 |
– 2 172 |
132 585 |
129 989 |
|
05.03 Gender |
42 201 |
42 201 |
– 3 250 |
– 3 250 |
38 951 |
38 951 |
|
05.04 HIV/AIDS |
246 604 |
245 111 |
12 662 |
10 789 |
259 266 |
255 900 |
|
05.05 Reproductieve gezondheid |
162 886 |
162 886 |
– 26 218 |
– 26 218 |
136 668 |
136 668 |
|
05.06 Participatie civil society |
433 627 |
433 627 |
126 197 |
126 197 |
559 824 |
559 824 |
|
06.00 Beter beschermd en verbeterd milieu |
|||||||
06.01 Milieu en water |
334 985 |
332 566 |
– 53 992 |
– 54 727 |
280 993 |
277 839 |
|
06.02 Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen |
136 757 |
136 757 |
8 781 |
8 781 |
145 538 |
145 538 |
|
07.00 Welzijn van Nederlanders i.h. buitenl. en regulering v.h. pers. verkeer |
|||||||
07.01 Consulaire dienstverlening |
16 809 |
– 2 871 |
0 |
13 938 |
|||
07.02 Vreemdelingenbeleid |
10 130 |
9 000 |
– 212 |
– 217 |
9 918 |
8 783 |
|
08.00 Versterkt cult. profiel, pos. beeldvorming in en buiten Nederland |
|||||||
08.01 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur en versterking van de culturele identiteit in ontwikkelingslanden |
8 118 |
472 |
– 1 391 |
– 81 |
6 727 |
391 |
|
08.02 Cultureel erfgoed |
4 885 |
2 149 |
4 753 |
3 634 |
9 638 |
5 783 |
|
08.03 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid |
50 309 |
25 025 |
1 223 |
5 648 |
51 532 |
30 673 |
|
08.04 Vestigingsklimaat int. organisaties in Nederland |
55 |
177 |
0 |
232 |
|||
09.00 Geheim |
|||||||
09.01 Geheim |
10 |
0 |
10 |
||||
10.00 Nominaal en onvoorzien |
|||||||
10.01 Nominaal en onvoorzien |
62 261 |
– 62 165 |
0 |
96 |
|||
11.00 Algemeen |
|||||||
11.01 Apparaatsuitgaven |
780 427 |
218 201 |
– 84 810 |
– 11 255 |
695 617 |
206 946 |
|
Totaal |
4 611 434 |
3 630 803 |
– 163 538 |
– 31 995 |
4 447 896 |
3 598 808 |
|
VI Veiligheid en Justitie |
|||||||
13.03.01 Rechtshandhandhaving/Tech. ass. bij drugsbestrijding Suriname |
200 |
200 |
– 140 |
– 140 |
60 |
60 |
|
13.03.01 Rechtshandhandhaving/Europol en Eurojust |
32 677 |
– 7 344 |
0 |
25 333 |
|||
13.03.03 Rechtshandhandhaving/NFI |
500 |
9 |
0 |
509 |
|||
91.01.01 Effectieve besturing van het Justitieapparaat/Attachés |
1 293 |
– 241 |
0 |
1 052 |
|||
91.01.01/23.02.01 Civ.crisisbeh.missies/uitz. politiefunctionarissen |
6 997 |
6 935 |
6 997 |
6 935 |
|||
91.01.01 Effectieve besturing van het Justitieapparaat/WIPO |
146 |
– 7 |
0 |
139 |
|||
Totaal |
34 816 |
200 |
– 726 |
6 795 |
34 090 |
6 995 |
|
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
|||||||
39.01 Apparaat (attachés) |
721 |
– 218 |
0 |
503 |
|||
Totaal |
721 |
0 |
– 218 |
0 |
503 |
0 |
|
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
|||||||
06.01 HBO (beurzen niet EU) |
3 453 |
3 453 |
0 |
0 |
3 453 |
3 453 |
|
07.10 Wetenschappelijk onderwijs |
61 814 |
58 546 |
– 171 |
– 182 |
61 643 |
58 364 |
|
08.11 Internationaal beleid: attachés |
150 |
0 |
0 |
150 |
|||
08.11 Internationaal beleid: Cultuur overig |
904 |
– 167 |
0 |
737 |
|||
14.01/02/04/05 Cultuur: overig |
5 666 |
968 |
0 |
6 634 |
|||
16.01 Onderzoek en wetenschappen: WOTRO |
454 |
454 |
0 |
0 |
454 |
454 |
|
16.03 Attaché China |
252 |
– 64 |
0 |
188 |
|||
Totaal |
72 693 |
62 453 |
566 |
– 182 |
73 259 |
62 271 |
|
IXB Financiën |
|||||||
01 Belastingen |
|||||||
02 Belastingdienst (attachés) |
1 324 |
– 24 |
0 |
1 300 |
|||
04 Internationale betrekkingen |
|||||||
20 Mult. Ontw. Banken en Fondsen |
282 205 |
282 205 |
55 071 |
55 000 |
337 276 |
337 205 |
|
09 Algemeen (apparaat/attachés) |
1 075 |
236 |
0 |
1 311 |
|||
Totaal |
284 604 |
282 205 |
55 283 |
55 000 |
339 887 |
337 205 |
|
X Defensie |
|||||||
20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (diverse operaties) |
270 694 |
13 000 |
– 84 592 |
– 9 000 |
186 102 |
4 000 |
|
26 Commando Dienstencentra |
|||||||
06.01 Attachés |
20 688 |
0 |
0 |
20 688 |
|||
Totaal |
291 382 |
13 000 |
– 84 592 |
– 9 000 |
206 790 |
4 000 |
|
XII Infrastructuur en Milieu |
|||||||
31.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water) |
9 536 |
221 |
0 |
9 757 |
|||
33.02 Veiligheid goederenvervoer scheepvaart (IMO en CCR-Rijnvaart) |
925 |
– 57 |
0 |
868 |
|||
33.03 Veiligheid luchtvaart (ICAO en EASA) |
1 565 |
– 327 |
0 |
1 238 |
|||
37.01 Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) |
736 |
27 |
154 |
9 |
890 |
36 |
|
41.01 Attachés |
2 104 |
– 78 |
0 |
2 026 |
|||
57.44 Internationaal milieubeleid |
3 970 |
– 1 492 |
0 |
2 478 |
|||
57.48 Clean development mechanism |
93 675 |
– 46 330 |
0 |
47 345 |
|||
61.82 Apparaat/attachés |
316 |
0 |
0 |
316 |
|||
61.89 Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties |
335 |
– 335 |
0 |
0 |
|||
Totaal |
113 162 |
27 |
– 48 244 |
9 |
64 918 |
36 |
|
XIII Economische Zaken, Landbouw en Innovatie |
|||||||
2 Een sterk innovatievermogen |
|||||||
01 Algemeen (attachés) |
5 679 |
630 |
0 |
6 309 |
|||
45 IS opkomende markten |
4 384 |
722 |
0 |
5 106 |
|||
3 Een concurrerend ondernemingsklimaat |
|||||||
10 Bijdrage UNWTO |
226 |
– 226 |
0 |
||||
4 Doelmatige en duurzame energiehuishouding |
|||||||
01 Algemeen (bijdragen aan int. instituten) |
520 |
0 |
520 |
||||
20 CO2/reductieplan-Joint Implementation |
31 563 |
– 19 308 |
0 |
12 255 |
|||
50 Bijdrage aan diverse instituten |
1 090 |
– 716 |
0 |
374 |
|||
5 Internationale Economische Betrekkingen |
|||||||
01 Algemeen |
14 119 |
32 547 |
0 |
46 666 |
|||
20 Verdere vrijmaking v/h intern. handels-/invest.verkeer en versterking v/d econ. rechtsorde |
4 007 |
869 |
0 |
4 876 |
|||
30 Bevorderen van internationaal ondernemen |
52 009 |
– 29 148 |
0 |
22 861 |
|||
50 Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven in kansrijke sectoren op zowel binnen- als buitenlandse markten |
53 027 |
7 400 |
– 9 606 |
– 5 144 |
43 421 |
2 256 |
|
10 Elektronische communicatie en post |
|||||||
30 Bijdrage aan internationale organisaties |
2 501 |
– 519 |
0 |
1 982 |
|||
33 Natuur |
|||||||
14 Beheer van de natuur (Tropisch hout) |
61 |
0 |
0 |
61 |
|||
14 Programma «Leren voor Duurzame Ontwikkeling' |
1 000 |
1 000 |
0 |
0 |
1 000 |
1 000 |
|
36 Kennis en Innovatie |
|||||||
15 Kennisontwikkeling en innovatie |
160 |
0 |
160 |
||||
16 Waarborgen van het kennisstelsel (Intern. onderwijs) |
35 |
35 |
0 |
0 |
35 |
35 |
|
16 Waarborgen van het kennisstelsel (ISRIC) |
1 098 |
1 098 |
50 |
50 |
1 148 |
1 148 |
|
39 Algemeen |
|||||||
11 Internationale contributies/FAO |
6 973 |
3 556 |
– 92 |
– 47 |
6 881 |
3 509 |
|
11 Internationale contributies/UNEP |
243 |
243 |
0 |
0 |
243 |
243 |
|
21 Apparaatsuitgaven (attachés) |
19 828 |
– 2 235 |
0 |
17 593 |
|||
Totaal |
197 843 |
13 332 |
– 26 352 |
– 5 141 |
171 491 |
8 191 |
|
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
|||||||
98.08.06 Apparaatsuitgaven (attachés) |
749 |
0 |
0 |
749 |
|||
Totaal |
749 |
0 |
0 |
0 |
749 |
0 |
|
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
|||||||
46.01.01 Sport en OS |
1 500 |
1 500 |
– 2 |
– 2 |
1 498 |
1 498 |
|
98.01.01 WHO-partnerschap |
6 000 |
– 426 |
0 |
5 574 |
|||
98.02.01 Algemeen, apparaatsuitgaven (attachés) |
1 109 |
14 |
0 |
1 123 |
|||
Totaal |
8 609 |
1 500 |
– 414 |
– 2 |
8 195 |
1 498 |
|
Toerekeningen |
|||||||
EU-begroting |
405 600 |
329 867 |
0 |
0 |
405 600 |
329 867 |
|
EKI-kwijtschelding |
95 000 |
95 000 |
– 90 675 |
– 90 675 |
4 325 |
4 325 |
|
Opvang asielzoekers |
272 998 |
272 998 |
66 700 |
66 700 |
339 698 |
339 698 |
|
Totaal |
773 598 |
697 865 |
– 23 975 |
– 23 975 |
749 623 |
673 890 |
|
TOTAAL UITGAVEN |
6 389 611 |
4 701 385 |
– 292 210 |
– 8 491 |
6 097 401 |
4 692 894 |
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
|
---|---|---|---|---|
V Buitenlandse Zaken |
||||
22 Grotere veiligh. en stabiliteit, effect. hum. hulpverl. en goed bestuur |
||||
10 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid |
149 |
– 149 |
||
70 Humanitaire hulpverlening |
1 000 |
347 |
1 347 |
|
23 Versterkte Europese samenwerking |
||||
40 Restitutie Raad van Europa |
243 |
243 |
||
24 Meer welvaart en minder armoede |
||||
10 Aflossingen en rente begrotingsleningen |
20 483 |
8 840 |
29 323 |
|
27 Welzijn van Nederlanders i.h. buitenl. en regulering v.h. pers. verkeer |
||||
10 Consulaire dienstverlening |
38 450 |
2 553 |
41 003 |
|
28 Versterkt cult. profiel, pos. beeldvorming in en buiten Nederland |
||||
10 Doorberekening Defensie diversen |
790 |
– 16 |
774 |
|
31 Algemeen |
||||
10 Diverse ontvangsten |
57 326 |
56 867 |
114 193 |
|
20 Koersverschillen |
38 746 |
38 746 |
||
Totaal |
118 198 |
107 431 |
225 629 |
|
VI Veiligheid en Justitie |
||||
13.03.01 Rechtshandhaving/Europol |
258 |
258 |
||
Totaal |
0 |
258 |
258 |
|
IXB Financiën |
||||
04.07.01 Ontvangsten IFI's |
8 920 |
3 628 |
12 548 |
|
Totaal |
8 920 |
3 628 |
12 548 |
|
X Defensie |
||||
20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties |
1 407 |
1 807 |
3 214 |
|
Totaal |
1 407 |
1 807 |
3 214 |
|
XIII Economische Zaken, Landbouw en Innovatie |
||||
05 Internationale economische betrekkingen |
||||
21 Ontvangsten kredieten en garanties |
10 681 |
– 2 044 |
8 637 |
|
90 Diverse ontvangsten BEB |
1 134 |
– 677 |
457 |
|
Totaal |
11 815 |
– 2 721 |
9 094 |
|
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
||||
98.03.01 Algemeen ontvangsten |
5 |
5 |
||
Totaal |
0 |
5 |
5 |
|
TOTAAL ONTVANGSTEN |
140 340 |
110 408 |
250 748 |
Begroting/Beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
Begroting/artikel |
|
---|---|---|---|---|---|
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten |
|||||
1.1 |
Internationale rechtsorde |
5 154 |
1 084 |
6 238 |
V-01.01 |
1.2 |
Mensenrechten |
35 305 |
4 520 |
39 825 |
V-01.02 |
Totaal |
40 459 |
5 604 |
46 063 |
||
Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur |
|||||
2.3 |
Non-proliferatie en ontwapening |
2 875 |
377 |
3 252 |
V-02.03 |
2.5 |
Regionale stabiliteit en crisisbeheersing |
225 435 |
– 16 209 |
209 226 |
V-02.05 |
2.6 |
Humanitaire hulpverlening |
250 000 |
14 117 |
264 117 |
V-02.06 |
2.7 |
Goed bestuur |
121 351 |
738 |
122 089 |
V-02.07 |
V&J |
Civ.crisisbeh.missies/uitz. politiefunctionarissen |
0 |
6 935 |
6 935 |
VI-91.01.01/23.02.01 |
Defensie |
Crisisbeheersingsoperaties |
13 000 |
– 9 000 |
4 000 |
X-20 |
Totaal |
612 661 |
– 3 042 |
609 619 |
||
Versterkte Europese samenwerking |
|||||
3.2 |
Ondersteuning bij pre- en postaccessie |
0 |
3 710 |
3 710 |
V-03.02 |
3.3 |
EOF Europees ontwikkelingsfonds |
189 133 |
– 25 900 |
163 233 |
V-03.03 |
Toerek. |
Toerekening EU-begroting |
329 867 |
0 |
329 867 |
Toerekening |
Totaal |
519 000 |
– 22 190 |
496 810 |
||
Meer welvaart en minder armoede |
|||||
4.1 |
Handels- en financieel systeem |
826 |
359 |
1 185 |
V-04.01 |
4.2 |
Armoedebestrijding |
294 590 |
67 663 |
362 253 |
V-04.02 |
4.3 |
Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
482 596 |
– 115 445 |
367 151 |
V-04.03 |
4.4 |
Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking |
24 815 |
565 |
25 380 |
V-04.04 |
V&J |
Rechtshandhaving/Tech.ass. bij drugsbestr. Suriname |
200 |
– 140 |
60 |
VI-13.03.01 |
Financiën |
Mult. Ontw. Banken en Fondsen |
282 205 |
55 000 |
337 205 |
IXB-04.20 |
EL&I |
Faciliteit transitielanden |
7 400 |
– 5 144 |
2 256 |
XIII-5.50 |
Internationale contributies/FAO |
3 556 |
– 47 |
3 509 |
XIII-39.11 |
|
Toerek. |
EKI-kwijtschelding |
95 000 |
– 90 675 |
4 325 |
Toerekening |
Totaal |
1 191 188 |
– 87 864 |
1 103 324 |
||
Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling |
|||||
5.1 |
Onderwijs |
258 567 |
– 24 703 |
233 864 |
V-05.01 |
5.2 |
Kennisontwikkeling |
132 161 |
– 2 172 |
129 989 |
V-05.02 |
5.3 |
Gender |
42 201 |
– 3 250 |
38 951 |
V-05.03 |
5.4 |
HIV/AIDS |
245 111 |
10 789 |
255 900 |
V-05.04 |
5.5 |
Reproductieve gezondheid |
162 886 |
– 26 218 |
136 668 |
V-05.05 |
5.6 |
Participatie civil society |
433 627 |
126 197 |
559 824 |
V-05.06 |
OCW |
HBO (beurzen niet EU) |
3 453 |
0 |
3 453 |
VIII-06.01 |
Wetenschappelijk onderwijs |
58 546 |
– 182 |
58 364 |
VIII-07.10 |
|
Onderzoek en wetenschappen: WOTRO |
454 |
0 |
454 |
VIII-16.01 |
|
EL&I |
Waarborgen van het kennisstelsel (Intern. onderwijs) |
35 |
0 |
35 |
XIII-36.16 |
Waarborgen van het kennisstelsel (ISRIC) |
1 098 |
50 |
1 148 |
XIII-36.16 |
|
VWS |
Sport en OS |
1 500 |
– 2 |
1 498 |
XVI-46.01.01 |
Totaal |
1 339 639 |
80 509 |
1 420 148 |
||
Beter beschermd en verbeterd milieu |
|||||
6.1 |
Milieu en water |
332 566 |
– 54 727 |
277 839 |
V-06.01 |
6.2 |
Water en stedelijke ontwikkeling |
136 757 |
8 781 |
145 538 |
V-06.02 |
IenM |
Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) |
27 |
9 |
36 |
XII-37.01 |
EL&I |
Programma «Leren voor Duurzame Ontwikkeling' |
1 000 |
0 |
1 000 |
XIII-33.14 |
Internationale contributies/UNEP |
243 |
0 |
243 |
XIII-39.11 |
|
Totaal |
470 593 |
– 45 937 |
424 656 |
||
Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer |
|||||
7.2 |
Vreemdelingenbeleid (opvang asielzoekers) |
9 000 |
– 217 |
8 783 |
V-07.02 |
Toerek. |
Opvang van asielzoekers |
272 998 |
66 700 |
339 698 |
Toerekening |
Totaal |
281 998 |
66 483 |
348 481 |
||
Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland |
|||||
8.1 |
Nederlandse cultuur |
472 |
– 81 |
391 |
V-08.01 |
8.2 |
Cultureel erfgoed |
2 149 |
3 634 |
5 783 |
V-08.02 |
8.3 |
Draagvlak Nederlands buitenlands beleid |
25 025 |
5 648 |
30 673 |
V-08.03 |
Totaal |
27 646 |
9 201 |
36 847 |
||
Algemeen |
|||||
11.1 |
Apparaatsuitgaven |
218 201 |
– 11 255 |
206 946 |
V-11.01 |
Totaal |
218 201 |
– 11 255 |
206 946 |
||
Totaal ODA binnen HGIS |
4 701 385 |
– 8 491 |
4 692 894 |
||
ODA buiten HGIS (instituten EL&I) |
4 725 |
4 725 |
|||
TOTAAL ODA |
4 706 110 |
– 8 491 |
4 697 619 |
ODA-prestatie in 2011 |
|
---|---|
ODA-uitgaven (1) |
4 686,0 |
Af: Aflossingen op ODA-leningen (2) |
54,9 |
Af: Ontvangsten op eerdere ODA-uitgaven (3) |
109,2 |
Netto ODA (1-2-3) |
4 521,9 |
BNP 2011 |
605 640,0 |
ODA-prestatie 2011 |
0,75% |
Extra ODA voor de GPM (Kunduz): |
11,6 |
Profiel 1 landen |
2011 |
---|---|
Benin |
|
2.07 Goed bestuur |
1 786 000 |
4.02 Armoedevermindering |
2 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
1 801 000 |
5.01 Onderwijs |
6 526 000 |
5.03 Gender |
2 000 |
6.01 Milieu en water |
828 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer |
9 039 000 |
Totaal |
19 984 000 |
Ethiopië |
|
2.07 Goed bestuur |
1 736 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
20 699 000 |
4.04 Kwaliteit en effectiviteit OS |
109 000 |
5.01 Onderwijs |
1 573 000 |
5.03 Gender |
463 000 |
5.04 HIV/AIDS |
7 983 000 |
5.05 Reproductieve gezondheid |
5 960 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer |
3 000 000 |
Totaal |
41 523 000 |
Mali |
|
1.02 Mensenrechten |
20 000 |
2.07 Goed bestuur |
502 000 |
4.02 Armoedevermindering |
15 000 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
3 191 000 |
4.04 Kwaliteit en effectiviteit OS |
315 000 |
5.01 Onderwijs |
8 981 000 |
5.04 HIV/AIDS |
7 000 |
5.05 Reproductieve gezondheid |
9 951 000 |
6.01 Milieu en water |
17 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer |
4 529 000 |
Totaal |
42 513 000 |
Mozambique |
|
2.07 Goed bestuur |
2 124 000 |
4.02 Armoedevermindering |
18 000 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
4 976 000 |
4.04 Kwaliteit en effectiviteit OS |
164 000 |
5.01 Onderwijs |
305 000 |
5.03 Gender |
457 000 |
5.04 HIV/AIDS |
2 733 000 |
5.05 Reproductieve gezondheid |
9 000 000 |
6.01 Milieu en water |
25 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer |
11 287 000 |
Totaal |
49 071 000 |
Oeganda |
|
1.02 Mensenrechten |
530 000 |
2.07 Goed bestuur |
5 871 000 |
4.02 Armoedevermindering |
212 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
591 000 |
5.01 Onderwijs |
2 893 000 |
5.03 Gender |
92 000 |
Totaal |
10 189 000 |
Rwanda |
|
2.07 Goed bestuur |
6 607 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
14 088 000 |
4.04 Kwaliteit en effectiviteit OS |
125 000 |
5.01 Onderwijs |
6 200 000 |
6.01 Milieu en water |
7 030 000 |
Totaal |
34 050 000 |
Profiel 2 landen |
2011 |
---|---|
Afghanistan |
|
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing |
29 542 000 |
2.07 Goed bestuur |
2 152 000 |
Totaal |
31 694 000 |
Burundi |
|
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing |
10 500 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
126 000 |
Totaal |
10 626 000 |
Jemen |
|
1.02 Mensenrechten |
108 000 |
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing |
228 000 |
2.07 Goed bestuur |
342 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
1 308 000 |
4.04 Kwaliteit en effectiviteit OS |
5 000 |
5.01 Onderwijs |
600 000 |
5.03 Gender |
50 000 |
5.05 Reproductieve gezondheid |
734 000 |
6.01 Milieu en water |
6 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer |
40 000 |
Totaal |
3 421 000 |
Palestijnse Autoriteiten |
|
1.02 Mensenrechten |
1 089 000 |
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing |
13 115 000 |
2.07 Goed bestuur |
5 054 000 |
Totaal |
19 258 000 |
Soedan |
|
1.02 Mensenrechten |
1 084 000 |
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing |
35 884 000 |
2.07 Goed bestuur |
520 000 |
Totaal |
37 488 000 |
Brede relatie |
2011 |
---|---|
Bangladesh |
|
2.07 Goed bestuur |
2 707 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
882 000 |
5.01 Onderwijs |
18 720 000 |
5.03 Gender |
948 000 |
5.05 Reproductieve gezondheid |
6 790 000 |
6.01 Milieu en water |
10 724 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer |
15 021 000 |
Totaal |
55 792 000 |
Ghana |
|
2.07 Goed bestuur |
105 000 |
4.02 Armoedevermindering |
10 000 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
276 000 |
5.01 Onderwijs |
6 644 000 |
5.03 Gender |
485 000 |
5.05 Reproductieve gezondheid |
18 443 000 |
6.01 Milieu en water |
9 075 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer |
77 000 |
Totaal |
45 105 000 |
Indonesië |
|
2.07 Goed bestuur |
11 340 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
1 262 000 |
5.01 Onderwijs |
14 394 000 |
5.02 Kennisontwikkeling |
4 000 000 |
6.01 Milieu en water |
9 892 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer |
12 452 000 |
Totaal |
53 340 000 |
Kenia |
|
1.02 Mensenrechten |
29 000 |
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing |
51 000 |
2.07 Goed bestuur |
3 642 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
2 975 000 |
6.01 Milieu en water |
1 744 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer |
4 802 000 |
Totaal |
13 243 000 |
Transitielanden |
2011 |
---|---|
Colombia |
|
1.02 Mensenrechten |
1 931 000 |
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing |
2 341 000 |
2.07 Goed bestuur |
781 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
1 686 000 |
6.01 Milieu en water |
7 570 000 |
Totaal |
14 309 000 |
Vietnam |
|
4.02 Armoedevermindering |
2 647 000 |
5.04 HIV/AIDS |
1 186 000 |
5.05 Reproductieve gezondheid |
4 627 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer |
5 240 000 |
Totaal |
13 700 000 |
Zuid Afrika |
|
2.07 Goed bestuur |
3 455 000 |
4.02 Armoedevermindering |
20 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
1 532 000 |
5.01 Onderwijs |
9 684 000 |
5.04 HIV/AIDS |
6 321 000 |
Totaal |
21 012 000 |
Regionale programma's |
2011 |
---|---|
Afrika Grote Meren |
|
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing |
500 000 |
2.07 Goed bestuur |
260 000 |
6.01 Milieu en water |
8 446 000 |
Totaal |
9 206 000 |
Exitlanden |
2011 |
---|---|
Albanië |
275 000 |
Armenië |
618 000 |
Bhutan |
2 000 000 |
Bolivia |
37 432 000 |
Bosnië & Herzegovina |
7 051 000 |
Burkina Faso |
38 668 000 |
Congo, Democratische Republiek |
4 163 000 |
Egypte |
6 393 000 |
Europa en Centraal Azië |
3 255 000 |
Georgië |
224 000 |
Guatemala |
12 736 000 |
Kaap Verdië |
1 700 000 |
Kosovo |
746 000 |
Macedonië |
1 029 000 |
Moldavië |
2 840 000 |
Mongolië |
4 407 000 |
Nicaragua |
14 787 000 |
Pakistan |
17 727 000 |
Senegal |
19 259 000 |
Sri Lanka |
74 000 |
Suriname |
33 318 000 |
Tanzania |
47 867 000 |
Zambia |
14 628 000 |
Zimbabwe |
5 205 000 |
Totaal Exitlanden |
276 402 000 |
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving |
Begroting 2011 |
Mutatie |
Realisaties 2011 |
Begroting/artikel |
|
---|---|---|---|---|---|
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten |
|||||
1.1 |
Internationale rechtsorde |
42 176 |
4 645 |
46 821 |
V-01.01 |
1.2 |
Mensenrechten |
14 234 |
1 543 |
15 777 |
V-01.02 |
1.3 |
Internationale juridische instellingen |
21 400 |
– 7 517 |
13 883 |
V-01.03 |
VenJ |
Rechtshandhaving/Europol en Eurojust |
32 677 |
– 7 344 |
25 333 |
VI-13.03.01 |
Rechtshandhaving/NFI |
500 |
9 |
509 |
VI-13.03.03 |
|
Totaal |
110 987 |
– 8 664 |
102 323 |
||
Vrede, veiligheid en conflictbeheersing |
|||||
2.1 |
Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid |
17 543 |
– 4 913 |
12 630 |
V-02.01 |
2.2 |
Bestrijding internationaal terrorisme |
500 |
0 |
500 |
V-02.02 |
2.3 |
Non-proliferatie en ontwapening |
6 678 |
3 925 |
10 603 |
V-02.03 |
2.5 |
Regionale stabiliteit en crisisbeheersing |
125 233 |
19 803 |
145 036 |
V-02.05 |
2.6 |
Humanitaire hulpverlening |
2 267 |
– 1 129 |
1 138 |
V-02.06 |
2.7 |
Goed bestuur |
12 284 |
3 398 |
15 682 |
V-02.07 |
VenJ |
Civ.crisisbeh.missies/uitz. politiefunctionarissen |
0 |
62 |
62 |
VI-91.01.01/23.02.01 |
Defensie |
Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (diverse operaties) |
257 694 |
– 75 592 |
182 102 |
X-20 |
Totaal |
422 199 |
– 54 446 |
367 753 |
||
Versterkte Europese samenwerking |
|||||
3.2 |
Ondersteuning bij pre- en postaccessie |
9 428 |
– 7 276 |
2 152 |
V-03.02 |
3.4 |
Nederlandse positie in de EU |
3 145 |
715 |
3 860 |
V-03.04 |
3.5 |
Raad van Europa |
9 303 |
377 |
9 680 |
V-03.05 |
Toerek. |
EU-begroting |
75 733 |
0 |
75 733 |
Toerekening |
Totaal |
97 609 |
– 6 184 |
91 425 |
||
Meer welvaart en minder armoede |
|||||
4.1 |
Handels- en financieel systeem |
18 125 |
– 7 147 |
10 978 |
V-04.01 |
4.2 |
Armoedebestrijding |
2 500 |
3 261 |
5 761 |
V-04.02 |
4.3 |
Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden |
4 500 |
0 |
4 500 |
V-04.03 |
4.5 |
Nederlandse handels- en investeringsbevordering |
6 660 |
– 821 |
5 839 |
V-04.05 |
VenJ |
Effectieve besturing van het Justitieapparaat/WIPO |
146 |
– 7 |
139 |
VI-91.01.01 |
Financiën |
Mult. Ontw. Banken en Fondsen |
0 |
71 |
71 |
IXB-04.20 |
IenM |
Veiligheid goederenvervoer scheepvaart (IMO en CCR-Rijnvaart) |
925 |
– 57 |
868 |
XII-33.02 |
Veiligheid luchtvaart (ICAO en EASA) |
1 565 |
– 327 |
1 238 |
XII-33.03 |
|
EL&I |
IS opkomende markten |
4 384 |
722 |
5 106 |
XIII-02.45 |
Bijdrage UNWTO |
226 |
– 226 |
0 |
XIII-03.10 |
|
Algemeen (bijdragen aan int. instituten) |
0 |
520 |
520 |
XIII-04.01 |
|
Bijdrage aan diverse instituten |
1 090 |
– 716 |
374 |
XIII-04.50 |
|
Algemeen |
14 119 |
32 547 |
46 666 |
XIII-05.01 |
|
Verdere vrijmaking v/h intern. handels-/invest.verkeer en versterking v/d econ. rechtsorde |
4 007 |
869 |
4 876 |
XIII-05.20 |
|
Bevorderen van internationaal ondernemen |
52 009 |
– 29 148 |
22 861 |
XIII-05.30 |
|
Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven in kansrijke sectoren op zowel binnen- als buitenlandse markten |
45 627 |
– 4 462 |
41 165 |
XIII-05.50 |
|
Bijdrage aan internationale organisaties |
2 501 |
– 519 |
1 982 |
XIII-10.30 |
|
Internationale contributies/FAO |
3 417 |
– 45 |
3 372 |
XIII-39.11 |
|
Beheer van de natuur (Tropisch hout) |
61 |
0 |
61 |
XIII-33.14 |
|
Totaal |
161 862 |
– 5 485 |
156 377 |
||
Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling |
|||||
5.2 |
Kennisontwikkeling |
2 596 |
0 |
2 596 |
V-05.02 |
5.4 |
HIV/AIDS |
1 493 |
1 873 |
3 366 |
V-05.04 |
5.6 |
Participatie civil society |
0 |
0 |
0 |
V-05.06 |
OCW |
Wetenschappelijk onderwijs |
3 268 |
11 |
3 279 |
VIII-07.10 |
EL&I |
Kennisontwikkeling en innovatie |
0 |
160 |
160 |
XIII-36.15 |
VWS |
WHO-partnerschap |
6 000 |
– 426 |
5 574 |
XVI-98.01.01 |
Totaal |
13 357 |
1 618 |
14 975 |
||
Beter beschermd en verbeterd milieu |
|||||
6.1 |
Milieu en water |
2 419 |
735 |
3 154 |
V-06.01 |
IenM |
Integraal waterbeleid (Partners voor Water) |
9 536 |
221 |
9 757 |
XII-31.01 |
Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) |
709 |
145 |
854 |
XII-37.01 |
|
Internationaal milieubeleid |
3 970 |
– 1 492 |
2 478 |
XII-57.44 |
|
Clean development mechanism |
93 675 |
– 46 330 |
47 345 |
XII-57.48 |
|
Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties |
335 |
– 335 |
0 |
XII-61.89 |
|
EL&I |
CO2/reductieplan-Joint Implementation |
31 563 |
– 19 308 |
12 255 |
XIII-04.20 |
Totaal |
142 207 |
– 66 364 |
75 843 |
||
Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer |
|||||
7.1 |
Consulaire dienstverlening |
16 809 |
– 2 871 |
13 938 |
V-07.01 |
7.2 |
Vreemdelingenbeleid |
1 130 |
5 |
1 135 |
V-07.02 |
Totaal |
17 939 |
– 2 866 |
15 073 |
||
Versterkt cultureel profiel, positieve beeldvorming in en buiten Nederland |
|||||
8.1 |
Nederlandse cultuur |
7 646 |
– 1 310 |
6 336 |
V-08.01 |
8.2 |
Cultureel erfgoed |
2 736 |
1 119 |
3 855 |
V-08.02 |
8.3 |
Draagvlak Nederlands buitenlands beleid |
25 284 |
– 4 425 |
20 859 |
V-08.03 |
8.4 |
08.04 Vestigingsklimaat int. organisaties in Nederland |
55 |
177 |
232 |
V-08.03 |
OCW |
Cultuur: overig |
904 |
– 167 |
737 |
VIII-08.11 |
Cultuur: overig |
5 666 |
968 |
6 634 |
VIII-14.01/02/04 |
|
Totaal |
42 291 |
– 3 638 |
38 653 |
||
Overige uitgaven |
|||||
9.1 |
Geheim |
0 |
10 |
10 |
V-9.1 |
10.1 |
Nominaal en onvoorzien |
62 261 |
– 62 165 |
96 |
V-10.01 |
11.1 |
Apparaatsuitgaven |
562 226 |
– 73 555 |
488 671 |
V-11.01 |
Div. dept. |
Attachés |
55 288 |
– 1 980 |
53 308 |
Div. Begrotingen |
Totaal |
679 775 |
– 137 690 |
542 085 |
||
Totaal non-ODA |
1 688 226 |
– 283 719 |
1 404 507 |
|
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32503-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.