32 502 Staat van de Europese Unie 2010–2011

32 500 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2011

B1 HERDRUK2 MOTIE VAN HET LID BEMELMANS-VIDEC C.S.

Voorgesteld 19 april 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslagingen,

  • kennis genomen hebbende van de Notitie «Verantwoordelijk voor vrijheid; Mensenrechten in het buitenlands beleid»(Kamerstuk 32 735, nr. 1) waarin wordt gesteld dat het Hof zijn eigen gezag niet moet verzwakken door uitspraken te doen over zaken die slechts op perifere wijze verband houden met mensenrechten en dat het Hof zich zou moeten bezighouden met toezicht op de kern van het Europese mensenrechtenacquis;

  • overwegende dat deze suggesties als onjuist en niet passend moeten worden gekwalificeerd,

  • overwegende dat de rechtsvorming door het Hof dient te worden gerespecteerd en er geen reden is voor de regering om meer ruimte te bepleiten voor de «margin of appreciation» van verdragspartijen bij de invulling van standaarden,

  • verzoekt de regering zich, in lijn met 60 jaar Nederlands mensenrechtenbeleid en in het bijzonder het buitenlands beleid van het vorige kabinet, te blijven inzetten voor de mensenrechten conform haar verplichtingen die voortvloeien uit het EVRM en de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens,

  • verzoekt de regering tevens actief de toetreding van de EU tot het EVRM te blijven bevorderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Bemelmans-Videc

Engels

Strik

Koffeman

Kox

Eigeman

Langerwerf-Vergunst

Kuiper

Ten Hoeve


X Noot
1

De letter B heeft alleen betrekking op 32502.

X Noot
2

In verband met foutieve verwijzing naar het kamerstuk nummer met betrekking tot de Notitie «Verantwoordelijk voor vrijheid; Mensenrechten in het buitenlands beleid».

Naar boven