Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 oktober 2014
Mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bied ik uw Kamer
de evaluatie van de implementatie van social return bij de rijksoverheid aan1. Hiermee kom ik tegemoet aan de toezegging aan uw Kamer zoals verwoord in het Kabinetsstandpunt
ten aanzien van social return bij het Rijk (Kamerstuk 32 501, nr. 12). In dit Kabinetsstandpunt is door mijn ambtsvoorganger toegezegd dat de implementatiefase
van social return wordt afgesloten met een evaluatieonderzoek.
Social return bij het Rijk wordt toegepast in het inkoop- en aanbestedingsbeleid sinds
1 juli 2011. Het maakt onderdeel uit van het kabinetsbeleid dat gericht is op zoveel
mogelijk participatie in de samenleving en perspectief op werk en inkomen. Het evaluatieonderzoek
had tot doel inzicht te geven in de toepassing van social return bij het inkoop- en
aanbestedingsproces en in de opbrengsten in termen van re-integratie.
Kabinetsreactie op de evaluatie
De evaluatie heeft veel informatie opgeleverd over de toepassing van social return
bij het inkoopproces van het Rijk. Op dit moment is nog geen conclusie te trekken
of social return in termen van re-integratie succesvol is, omdat daarvoor de benodigde
gegevens (nog) niet beschikbaar zijn. Dit komt enerzijds doordat een groot deel van
de aanbestede opdrachten ten tijde van de evaluatie nog niet afgerond was en anderzijds
omdat van een deel van de aanbestede opdrachten – om diverse redenen – (nog) geen
of onvoldoende verantwoordingsinformatie beschikbaar is.
Omdat het Rijk geen ervaring met dit instrument had, is er gekozen om vooraf geen
(gekwantificeerde) doelen te stellen ten aanzien van re-integratie. In deze evaluatie
staat niet de (netto) effectiviteit van re-integratie centraal, maar de vraag in hoeverre
social return door het Rijk bijdraagt aan de participatie van mensen met een grote(re)
afstand tot de arbeidsmarkt.
Re-integratie is (individueel) maatwerk. Daarbij spelen tevens regionale arbeidsmarktkenmerken,
passend aanbod van kandidaten en economische omstandigheden van bedrijfssectoren een
rol. Een gemiddelde van 5% van het deel van het jaarlijks inkoopvolume dat in aanmerking
komt voor social return is een globaal richtsnoer als indicatie voor succes. Zoals
hiervoor aangegeven, beschik ik op dit moment echter niet over voldoende gegevens
voor een conclusie over deze vraag in de evaluatie.
Sociaal aanbesteden
Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer toegezegd de ontwikkelingen met betrekking tot
het toepassen van prestatie-instrumenten te volgen en in de evaluatie mee te nemen2. Een dergelijk meetinstrument meet de bijdrage van een bedrijf aan werkgelegenheid
voor mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie.
Uit het onderzoek blijkt dat prestatie-instrumenten binnen de huidige definitie van
social return bij het Rijk aanbestedingsrechtelijk niet kunnen worden toegepast, omdat
er geen direct verband is met het voorwerp van de opdracht.
Conclusie
Op dit moment beschik in niet over voldoende gegevens om conclusies te verbinden aan
de evaluatie in termen van het aantal plaatsingen van mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt. Tevens hebben de ontwikkelingen in het arbeidsmarkt- en re-integratiebeleid
van het kabinet niet stilgestaan. Ik noem in dit verband het Wetsvoorstel banenafspraak
en quotum arbeidsbeperkten. Het kabinet zal de Kamer later in het jaar informeren
over het vervolg van het social returnbeleid, waarbij social return wordt bezien in
relatie tot het Wetsvoorstel banenafspraak en de quotum arbeidsbeperkten.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok