32 500 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2011

Nr. 51 MOTIE VAN HET LID HOUWERS C.S.

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 8 november 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat:

  • innovatie wezenlijk is voor de Nederlandse economie en zeker in de huidige situatie;

  • innovaties en innovatieve ondernemers noodzakelijk blijven voor een succesvolle uitvoering van het Mosselconvenant;

  • de Kamer grote waardering heeft voor innovatieve ondernemers die risicodragend en met lef aan het MZI-traject zijn begonnen ver voor 2004;

  • de brief d.d. 31 augustus 2009 als uitwerking had dat MZI-pionierbedrijven werden geliquideerd;

  • de minister per brief van 29 september 2010 een onvolledige oplossing biedt voor de pionierbedrijven van voor 2004;

  • de gesprekken over de – broodnodige – innovatieprojecten met PO en NGO nog lopend waren en met deze brief eenzijdig worden afgebroken,

spreekt uit, dat:

  • het ongewenst is dat de eerder genoemde MZI-bedrijven worden beëindigd vanuit de ministeriële regeling;

  • de ministeriële regeling op dit punt dient te worden aangepast, binnen de ecologische ruimte van de Waddenzee en zodanig dat de uitvoering van een volledige transitie door de bodemzaadvissers niet wordt belemmerd,

en draagt de staatsecretaris op:

  • de MZI-bedrijven die bedrijfsmatig voor 2004 bezig waren, niet te beëindigen en geen productiecapaciteit af te nemen;

  • innovatieve projecten te bevorderen door het lopende overleg over innovatie tussen MZI'ers, NGO en PO hierop uit te dagen;

  • hierover uiterlijk voor het kerstreces de Kamer een eindrapportage voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Houwers

Dijkgraaf

Jacobi

Slob

Naar boven