32 500 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2011

F VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 1 september 2011

De Voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties/Algemene Zaken en Huis der Koningin heeft op 10 mei 2011 een brief gestuurd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake toezeggingen die aan deze Kamer zijn gedaan.

De minister heeft op 16 augustus 2011 gereageerd.

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin¹ brengt hierbij verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De waarnemend griffier van de vaste commissie voor Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin,

Fred Bergman

BRIEF AAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Den Haag, 10 mei 2011

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin vraagt uw aandacht voor de volgende openstaande toezeggingen aan de Eerste Kamer:²

Toezegging T00299: deze toezegging betreft de toezending van de geconsolideerde Friese vertaling van de Europese verdragen.

De commissie verneemt graag van u of de Eerste Kamer deze vertaling nog vóór de aanstaande Kamerwisseling kan ontvangen.

Toezegging T01087: deze toezegging betreft – kort gezegd – de introductie van een vergoeding voor senatoren die deelnemen aan een internationale parlementaire assemblee. De commissie heeft geconstateerd dat inmiddels het wetsvoorstel aanpassing Appa en enkele andere wetten 2011, waarin onder meer een regeling van deze vergoeding is opgenomen, bij de Tweede Kamer is ingediend (Kamerstukken 32 581).

De commissie wil graag weten of het de voorkeur heeft van de regering de parlementaire behandeling van dit wetsvoorstel nog vóór het zomerreces af te ronden. De commissie zou daarnaar willen streven. Verder hebben de commissie berichten bereikt dat de bestaande onkostenvergoedingen voor Eerste Kamerleden die op het internationale vlak actief zijn vanaf enig moment belast zullen worden. De commissie verneemt graag of deze berichten kloppen en zo ja, vanaf welk moment deze belasting het geval zal zijn.

Toezegging T01133: deze toezegging betreft het rechtstreeks met Nederlandse gemeenten in overleg treden over de problematiek van het parkeren voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart. Bijgesloten is een lijst met gemeenten die parkeerbelasting heffen bij houders van een gehandicaptenparkeerkaart³.

De commissie wil graag weten of, zoals toegezegd, rechtstreeks overleg met deze gemeenten heeft plaatsgevonden of nog plaats gaat vinden.

De commissie ontvangt uw antwoord graag uiterlijk twee weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin (BZK/AZ),

W. H. Huijbregts-Schiedon

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 augustus 2011

In de brief van 10 mei jl. van de voorzitter van uw vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken wordt aandacht gevraagd voor een drietal toezeggingen van mijn kant. Mijn excuses voor de vertraagde beantwoording van uw brief.

De eerste toezegging (T00299) betreft de toezending van de geconsolideerde Friese vertaling van de Europese verdragen. Mijn tweede toezegging (T01087) betreft de introductie van een vergoeding voor senatoren die deelnemen aan een internationale parlementaire assemblee. De derde toezegging (T01133) betreft het rechtstreeks met Nederlandse gemeenten in overleg treden over de problematiek van het parkeren voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart. De commissie wil weten of rechtstreeks overleg met deze gemeenten heeft plaatsgevonden of nog plaats gaat vinden.

Toezegging Friese vertaling Europese verdragen (T00299)

Met betrekking tot de eerste toezegging deelt uw commissie mee graag te vernemen of de Eerste Kamer deze vertaling nog vóór de aanstaande Kamerwisseling kan ontvangen. In reactie daarop deel ik u mee dat het de bedoeling is de Friese vertaling eind september 2011 aan te bieden aan het secretariaat van de Raad van de Europese Unie in Brussel. Meteen daarna zal uw Kamer een afschrift van de vertaling en de aanbiedingsbrief ontvangen.

Toezegging vergoeding senatoren (T01087)

Uw tweede vraag heeft betrekking op de introductie van een vergoeding voor senatoren die deelnemen aan een internationale parlementaire assemblee. In uw brief meldt u dat de commissie berichten hebben bereikt dat de bestaande onkostenvergoedingen voor Eerste Kamerleden die op het internationale vlak actief zijn vanaf enig moment belast zullen worden. Uw commissie verneemt graag of deze berichten kloppen en zo ja, vanaf welk moment deze belasting het geval zal zijn. Daarnaast wil de commissie graag weten wanneer de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel aanpassing Appa en enkele andere wetten is afgerond.

Wat betreft de eerste vraag kan worden aangegeven dat Eerste Kamerleden die op het internationale vlak actief zijn en daarvoor onkostenvergoedingen ontvangen, verrichten hun werkzaamheden niet in dienstbetrekking en genieten daarom geen loon. Niettemin kunnen de onkostenvergoedingen bij de desbetreffende Kamerleden tot belastingheffing leiden als zij namelijk een bron van inkomsten opleveren. De vergoedingen kunnen dan worden gekwalificeerd als een resultaat uit een werkzaamheid als bedoeld in artikel 3.90 van de Wet Inkomstenbelasting 2001. Een dergelijke situatie is aan de orde als de vergoedingen – beoordeeld over een wat langere termijn – de te maken kosten zullen overstijgen. Alsdan dienen jaarlijks de vergoedingen onder aftrek van de gemaakte kosten, rekening houdend met de daarbij geldende fiscale normeringen en eventuele aftrekbeperkingen, in de aangifte inkomstenbelasting als resultaat uit een werkzaamheid opgenomen te worden.

Als deze bronvraagtoets aangeeft dat de vergoedingen de feitelijk gemaakte kosten niet overstijgen, dan is er fiscaal geen bron van inkomen en kan verantwoording in de aangifte inkomstenbelasting volledig achterwege blijven.

Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat er in algemene zin geen uitspraak valt te doen over de belastbaarheid van deze onkostenvergoedingen. Het is afhankelijk van feiten en omstandigheden zoals de hoogte van de onkostenvergoedingen en aard en hoogte van de te maken kosten. Alleen de inspecteur van belastingen is bevoegd om te beoordelen of er sprake is van belastbaarheid van deze onkostenvergoedingen.

Wat betreft de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel kan gemeld worden dat deze nog steeds voor ligt bij de Tweede Kamer. De behandeling staat op de langetermijnagenda van de Tweede Kamer vooralsnog voor week 36 gepland.

Toezegging overleg met gemeenten (T01133)

De commissie wil weten of rechtstreeks overleg heeft plaatsgevonden met gemeenten die parkeerbelasting heffen bij houders van een gehandicaptenkaart, of nog gaat plaatsvinden.

Deze toezegging is als volgt gestand gedaan. Met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft vooraf overleg plaatsgevonden over de aanpak. Afgesproken is dat er vanuit het ministerie een brief wordt gestuurd aan de VNG, die vervolgens wordt doorgestuurd naar de aangesloten lidgemeenten. Door deze aanpak werden alle Nederlandse gemeenten geïnformeerd over de gewenste aanpak van het parkeerbeleid ten aanzien van gehandicapten. Rechtstreeks overleg met de betreffende gemeenten was om die reden niet meer nodig. Onlangs heeft u een afschrift van een brief over parkeerbeleid in Nederland ontvangen, waarin nogmaals aandacht is gevraagd voor het parkeerbeleid voor gehandicapten. Ook deze brief is door de VNG verspreid onder de leden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

---

1 Samenstelling:

Holdijk (SGP), Dupuis (VVD), Kox (SP), Sylvester (PvdA) (vice-voorzitter), Engels (D66) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Meurs (PvdA), Vliegenthart (SP), De Vries-Leggedoor (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Barth (PvdA), Ter Horst (PvdA), Koole (PvdA), M. de Graaf (PVV), Klever (PVV), Sörensen (PVV) en Schouwenaar (VVD).

2 De toezeggingen zijn bijgevoegd. Zij zijn tevens te vinden op www.eerstekamer.nl

3 Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 147878.12u.