32 500 I Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2011

32 500 II Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken en van het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (III) voor het jaar 2011

Nr. 10 MOTIE VAN DE LEDEN PECHTOLD EN VAN GENT

Voorgesteld 17 november 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de aantredende leden van een nieuw kabinet elke schijn van belangenverstrengeling tussen privé- en publieke belangen dienen te vermijden;

dat het daarvoor onvoldoende is, dat zij het beheer van hun zakelijke belangen op afstand plaatsen;

dat het bovendien niet aan aantredende bewindspersonen overgelaten kan worden, daar invulling aan te geven en er al dan niet openbaarheid over te betrachten;

overwegende, dat hierdoor weinig transparantie ontstaat over de zakelijke belangen van bewindspersonen en de garantie ontbreekt, dat deze belangen niet van invloed kunnen zijn op hun taakvervulling;

verzoekt de regering de ministerscode zodanig aan te passen dat de minister-president openbaar maakt wat de zakelijke belangen van de aantredende bewindspersonen zijn en hoe zij hun zakelijke belangen op afstand hebben geplaatst;

verzoekt de regering voorts om nadere informatie aan de Kamer te verschaffen die ten minste omvat:

  • welke bewindspersonen onroerende zaken in het buitenland bezitten en in welk land;

  • voor zover het gaat om financiële of zakelijke belangen in ondernemingen, de namen van de betrokken vennootschappen;

  • en een beschrijving van de wijze waarop de zeggenschap in het beheer over financiële belangen op afstand is geplaatst,

en gaat over tot de orde van de dag.

Pechtold

Van Gent

Naar boven