Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 11 juni 2010 en het nader rapport d.d. 1 september 2010, aangeboden
aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de minister van Financiën. Het advies van de Raad van
State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 21 april 2010, no. 10.001101, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse
Zaken, mede namens de Minister van Financiën, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het protocol tot wijziging
van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Barbados tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen
van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, met Protocol; 's-Gravenhage, 27 november 2009
(Trb. 2009, 229 en Trb. 2010, .....), met toelichtende nota.
Het Protocol ziet op de heffing van dividendbelasting in deelnemingssituaties en op de uitwisseling van bankinformatie met het oog op de belastingheffing. De Raad onderschrijft de goedkeuring
van het Protocol, maar plaatst daarbij enige kanttekeningen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 21 april 2010, nr. 10.001101, machtigde Uwe Majesteit de Raad van
State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 11 juni 2010,
nr. W06.10.0129/III, bied ik U hierbij aan.
1. Vrijstelling dividendbelasting
In artikel 10, derde lid, van het Verdrag zijn categorieën aandeelhouders opgenomen die aanspraak maken op de vrijstelling
van bronbelasting op dividenden. Artikel 10, vierde lid, van het Verdrag biedt de mogelijkheid voor een lichaam dat niet valt
onder artikel 10, derde lid, van het Verdrag, alsnog gerechtigd te worden tot de vrijstelling door het vragen van een beslissing
aan de bevoegde autoriteit van het land dat de vrijstelling zou moeten verlenen. De toelichtende nota gaat niet in op de vraag
of tegen een dergelijke beslissing bezwaar en beroep mogelijk zijn.
De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.
1. Gevolg gevend aan het advies van de Raad over de mogelijkheid van bezwaar en beroep bij een weigering tot vrijstelling
van dividendbelasting is de toelichting bij artikel I van het Protocol op dit onderdeel aangevuld.
2. Fishing expeditions
De Raad merkt met betrekking tot artikel 28 van het Verdrag op, dat niet eveneens procedurele vereisten zijn opgenomen waaraan
een verzoek om informatie moet voldoen, zoals wel zijn opgenomen in bijvoorbeeld artikel 1 van het Aanvullend Protocol bij
het op 8 september 2009 tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en
de Republiek Oostenrijk.
De Raad adviseert in de toelichtende nota de procedurele vereisten nader te beschrijven.
2. Gevolg gevend aan het advies van de Raad over procedurele vereisten, waaraan een verzoek om informatie moet voldoen, is
de toelichting bij artikel V van het Protocol op dit onderdeel aangevuld.
3. Tijdstip van toepassing
Na de inwerkingtreding van het Protocol kunnen verzoeken om informatie worden gedaan. In de toelichting op artikel VI van
het Protocol wordt geen aandacht besteed aan de vraag of die informatie ook betrekking kan hebben op belastingjaren of -tijdvakken
die zijn aangevangen voor de datum van inwerkingtreding van het Protocol.
De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.
3. Gevolg gevend aan het advies van de Raad over het tijdstip van toepassing is de toelichting bij artikel VI van het Protocol
op dit onderdeel aangepast.
4. Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om de toelichting over de «main purpose»-test bij artikel I van het Protocol
met een enkele regel aan te vullen.
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld protocol wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Financiën, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag
vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen