32 483 Notawisseling houdende een verdrag tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Internationaal Joegoslavië Tribunaal (ICTY) inzake de positie van ICTY-stagiairs in Nederland; ’s-Gravenhage, 14 juli 2010

A/ Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 21 januari 2011.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 20 februari 2011.

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 januari 2011

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen de op 14 juli 2010 te ’s-Gravenhage totstandgekomen notawisseling houdende een verdrag tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Internationaal Joegoslavië Tribunaal (ICTY) inzake de positie van stagiairs (Trb. 2010, 228 en 280).

Een toelichtende nota bij het verdrag treft u eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

TOELICHTENDE NOTA

Algemeen

Het te Den Haag gevestigde Internationaal Joegoslavië Tribunaal (hierna te noemen «ICTY», the International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, of «het Tribunaal») is begonnen aan de laatste fase van zijn bestaan. Sluiting is thans voorzien voor lente 2014. In de komende periode zal een groot aantal personeelsleden afscheid nemen van het Tribunaal. Tegelijkertijd echter dienen de nog lopende zaken, waaronder de ook voor Nederland belangrijke zaak tegen Radovan Karadzic, goed afgehandeld te worden.

Om de goede voortgang van de procesgang te waarborgen maakt het ICTY al geruime tijd gebruik van zogenaamde «fellows». Deze fellows zijn stagiairs van hoog niveau. Zij verrichten professioneel juridisch werk (Verenigde Naties-rang P-2, vergelijkbaar met een beleidsmedewerker op een departement) en ondersteunen rechters bij de inhoudelijke voorbereiding van zaken. De binnenkomst en het verblijf in Nederland van de fellows worden geregeld in de op 19 februari 2001 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Internationaal Joegoslavië Tribunaal inzake de positie van ICTY-stagiairs in Nederland (Trb. 2001, 56).

De wijziging

Op grond van de huidige bepalingen van het stagiairsverdrag worden uit het buitenland afkomstige stagiairs voor de duur van maximaal zes maanden door het ministerie van Buitenlandse Zaken geregistreerd. Deze termijn kan in uitzonderlijke omstandigheden eenmaal worden verlengd met een maximum periode van zes maanden.

Het ICTY heeft een urgent beroep op Nederland gedaan het stagiairsverdrag zodanig aan te passen dat fellows de mogelijkheid wordt geboden voor een langere periode aan het Tribunaal verbonden te blijven. Het verzoek wordt onder andere gesteund door de Vicepresident van het Tribunaal, rechter O-Gon Kwon, voorzitter van Trial Chamber III. Rechter Kwon is belast met de Karadzic-zaak en wordt daarin ondersteund door een fellow. Op basis van de bestaande regelgeving zou deze fellow echter al half augustus 2010 Nederland moeten verlaten.

Het zou het werk van het Tribunaal bepaald ten goede komen als de reeds aanwezige en goed ingewerkte fellows hun werk voor een langere periode zouden kunnen voortzetten. De regering wil het ICTY hierin tegemoet komen door het stagiairsverdrag zodanig aan te passen dat de mogelijkheid van verblijf voor de initiële duur van maximaal één jaar wordt gecreëerd. Deze termijn kan eenmaal worden verlengd voor een maximum periode van één jaar. Dit sluit aan bij vergelijkbare bepalingen zoals neergelegd in meer recent gesloten zetelverdragen, bijvoorbeeld met het Internationaal Strafhof en het Speciaal Tribunaal voor Libanon.

De stagiairs hebben geen recht op fiscale of andere privileges, maar dienen wel functionele immuniteit te genieten en hun stukken onschendbaarheid. Dit is nu voorzien in het wijzigingsverdrag.

Deze aanpassing zal geen andere gevolgen, financieel of anderszins, hebben en geeft geen aanleiding voor andere internationale organisaties om een beroep te doen op een meestbegunstigingsclausule.

Het aanvullende stagiairverdrag, dat door middel van een notawisseling to stand is gebracht, wordt voorlopig toegepast vanaf de dag dat de notawisseling heeft plaatsgevonden, hetgeen noodzakelijk wordt geacht in verband met de reeds aanwezige stagiairs bij het ICTY. In dat kader is het van belang dat, voorafgaand aan de inwerkingtreding van het verdrag, voor die plaatsing reeds een juridische basis aanwezig is.

Koninkrijkspositie

Het wijzigingsverdrag zal, evenals het stagiairsverdrag, voor wat betreft het Koninkrijk alleen voor Nederland gelden.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

Naar boven