32 460 Intrekking van de Wet stedelijke vernieuwing in verband met de decentralisatie van het investeringsbudget stedelijke vernieuwing (Intrekkingswet Wet stedelijke vernieuwing)

Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 maart 2011

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIa (WIJZIGING VAN DE CRISIS- EN HERSTELWET)

Artikel 5.9 van de Crisis- en herstelwet vervalt.

B

Artikel V komt te luiden:

ARTIKEL V (INWERKINGTREDING)

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. De artikelen I, II en III werken terug tot en met 1 januari 2011.

Toelichting

Met dit wetsvoorstel wordt de Wet stedelijke vernieuwing ingetrokken. De regelingen die gebaseerd zijn op artikel 20 van de Wet stedelijke vernieuwing blijven echter bestaan en krijgen een nieuwe grondslag op basis van het vijfde lid van artikel IV. De voorziening in artikel 5.9 van de Crisis- en herstelwet was enkel noodzakelijk in de periode tussen de invoering ervan en de inwerkingtreding van de Intrekkingswet Wet stedelijke vernieuwing. Daarom komt artikel 5.9 van de Crisis- en herstelwet te vervallen. Aan het laten vervallen van artikel 5.9 van de Crisis- en herstelwet (artikel IIa) en het overgangsrecht (artikel IV) moet geen terugwerkende kracht worden verleend. Daarom worden deze artikelen alsnog daarvan uitgezonderd in artikel V. Door deze nota van wijziging betreft enkel een wetstechnische verbetering.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven