32 450 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht (Wet aanpassing bestuursprocesrecht)

Nr. 16 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK EN PAULUS JANSEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR.12

Ontvangen 21 maart 2012

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In deel C (Overgangs- en slotbepalingen) wordt na artikel 1 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Onze Ministers van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zenden binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deel A, artikel I, onderdeel YYY, aan de Staten-Generaal een verslag over de wijze waarop artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht is toegepast.

Toelichting

Met de eerste nota van wijziging (Kamerstuk 32 450-8, herdruk) is de bepaling geschrapt die voorzag in een verplichte vijfjaarlijkse evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 11:1 Awb). Reden hiervoor is dat inmiddels ruim 17 jaar ervaring is opgedaan met de Awb en het feit dat de wet inmiddels drie keer is geëvalueerd en er een vierde evaluatie loopt. Een verplichte vijfjaarlijkse evaluatie van de Awb is daarom niet langer nodig. Het is wel zinvol om bij specifieke wijzigingen waar nodig te voorzien in een evaluatieplicht. Met dit wetsvoorstel wordt het relativiteitsvereiste geïntroduceerd in de Awb. Gezien de discussies over dit vereiste zoals de mogelijk juridiserende effecten, de evenredigheid en effectiviteit van de bepaling regelt dit amendement een eenmalige specifieke evaluatiebepaling voor het relativiteitsvereiste.

Wiegman-van Meppelen Scheppink Paulus Jansen

Naar boven