Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Wijziging van de Ambtenarenwet, de Militaire Ambtenarenwet 1931 alsmede de Wet rechtspositie
rechterlijke ambtenaren in verband met het uitsluitend elektronisch verzenden van berichten die betrekking hebben op de rechtspositie.
2. De considerans komt te luiden: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is mogelijk te maken dat berichten
die betrekking hebben op de rechtspositie van de ambtenaar uitsluitend elektronisch worden verzonden en daartoe de Ambtenarenwet,
de Militaire Ambtenarenwet 1931 alsmede de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren te wijzigen.
3. Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIA
Artikel 54 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen i en j worden geletterd j en k.
2. Na onderdeel h wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
i. de gevallen waarin berichten inzake de rechtspositie van de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding
in afwijking van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitsluitend elektronisch verzonden behoeven te
worden en de voorwaarden die daarbij in acht worden genomen.
Toelichting
Deze nota van wijziging strekt ertoe dat het ook mogelijk wordt om rechtspositionele berichten uitsluitend elektronisch aan
rechterlijke ambtenaren of de rechterlijke ambtenaar in opleiding te zenden. Daartoe wordt in overeenstemming met de minister
van Veiligheid en Justitie voorgesteld artikel 54 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren te wijzigen. In een nieuw
onderdeel i wordt geregeld dat ook voor rechterlijke ambtenaren of rechterlijk ambtenaren in opleiding bij algemene maatregel
van bestuur kan worden bepaald dat in afwijking van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, rechtspositionele
berichten uitsluitend elektronisch kunnen worden verzonden en welke voorwaarden daarbij in acht dienen te worden genomen.
Tevens worden het opschrift en de considerans van dit voorstel aan de wijziging aangepast.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner