Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift wordt «hetero- of homoseksuele gerichtheid» vervangen door «seksuele
gerichtheid».
B
In de beweegreden wordt «hetero- of homoseksuele gerichtheid» vervangen door «seksuele
gerichtheid».
C
In artikel II wordt «hetero- of homoseksuele gerichtheid» vervangen door «seksuele
gerichtheid».
Toelichting
Naar aanleiding van de motie Van Dijk c.s over de wenselijkheid van de voorgestelde
aanpassing van de non-discriminatiegrond «hetero- of homoseksuele gerichtheid» in
de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) door de term «seksuele gerichtheid» heeft
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) drie onderzoeken laten
doen.1 Het ministerie heeft expliciet de onderzoekers gevraagd ook in te gaan op de vraag
wat de term voor artikel 1 van de Grondwet zou moeten zijn.
Op 19 juni 2019 zijn de onderzoeken gepresenteerd. Per brief van 8 juli 2019 heeft
de Minister van BZK de Kamer gemeld dat de Awgb gewijzigd zal worden.2 De term hetero- of homoseksuele gerichtheid zal worden veranderd naar «seksuele gerichtheid».
Dit is conform de aanbevelingen van de onderzoekers. Over de vraag welke term gehanteerd
zou moeten worden in de Grondwet zijn de onderzoekers ook unaniem. Ook daar, zelfs
juist daar, geven zij de voorkeur aan de term «seksuele gerichtheid».
Enkele argumenten voor de herformulering zijn dat seksuele gerichtheid de term is
die ook internationaal gehanteerd wordt door bijvoorbeeld de Human Rights Council
van de Verenigde Naties en het Europese Parlement.3 De term sluit dus aan bij de internationaal gebruikelijke terminologie. Daarnaast
is de term «seksuele gerichtheid» inclusiever. Van den Brink en Tigchelaar schrijven
in dat verband in hun discussiepaper ook dat een ruimere, symmetrische, open term
als seksuele gerichtheid meer ruimte biedt voor diversiteit.4 De formulering «hetero- of homoseksueel» lijkt toch een zekere binariteit te suggereren
en een «mono»-seksuele gerichtheid.5 Hierdoor herkennen vooral lesbiennes en biseksuelen zich beter in de term «seksuele
gerichtheid». Ook is de term seksuele gerichtheid meer consistent met de bestaande
vijf gronden in artikel 1, die immers eveneens generiek zijn geformuleerd, dat wil
zeggen zonder nadere preciseringen.6
Dit wetsvoorstel is bedoeld om de (her)kenbaarheid van de beschermwaardigheid van
vooral homoseksuelen, lesbiennes en biseksuelen te vergroten. Nu uit diverse onderzoeken
is gebleken dat dit doel beter wordt bereikt als de term «seksuele gerichtheid» wordt
gehanteerd in wet- en regelgeving, hebben initiatiefnemers ervoor gekozen ook in dit
wetsvoorstel deze term te gebruiken. Dit draagt ook bij aan de consistentie van wetgeving.
Bergkamp Özütok Van der Hul