32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met de versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs

Nr. 12 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2011

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 november 2011 is gesproken over mijn brief inzake ontwikkelingen met betrekking tot het Wetsvoorstel versterking positie leraren (32 396).

De leden verzochten om informatie over de betrokkenheid van de werknemersorganisaties bij het overleg over het professioneel statuut.

Ik heb de werkgeversorganisaties verzocht de regie te nemen op het ontwikkelen van sectorale professionele statuten, en dat te doen in overleg met de werknemersvertegenwoordigers.

In het MBO is al eerder een professioneel statuut vastgesteld door werkgevers en werknemers.

In het PO en VO is de Onderwijscoöperatie met betrekking tot het professioneel statuut aan zet voor zover het gaat over de kwaliteit van het beroep en de invulling van de zeggenschap. De coöperatie vertegenwoordigt de werknemers op dit punt. Wanneer het professioneel statuut onderwerpen behelst die de collectieve arbeidsovereenkomst raken, zal in PO en VO een overleg moeten plaatsvinden tussen de Cao-partners.

In het HBO is de Onderwijscoöperatie niet actief. Om die reden vindt het overleg daar plaats tussen de werkgevers en de vakbonden.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra

Naar boven