32 375 Wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en de Wet op de economische delicten in verband met de aanpassing van de definitie van schadelijke stof, de uitvoering van de in Bijlage II van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen opgenomen voorschriften met betrekking tot het voorwassen van ladingtanks, de uitbreiding van de basis voor het aanwijzen van toezichthouders en enige andere onderwerpen

Nr. 8 MOTIE VAN HET LID PAULUS JANSEN C.S.

Voorgesteld 8 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat ondanks de aanscherping van de Wet voorkoming verontreiniging door zeeschepen de schepen met afval nog altijd richting havens buiten Europa kunnen varen;

overwegende, dat daarmee rampen als met de Probo Koala zich kunnen blijven voordoen;

verzoekt de regering analoog aan de Griekse wetgever ook in Nederland bij uitvoering van de wet de regel te hanteren dat havens buiten Europa niet geschikt zijn voor verwerking van ladinggebonden afval en slops en dat bij schepen met deze bestemming 100% afgifte van alle scheeps- en ladinggebonden afval en slops verplicht is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Paulus Jansen

Smeets

Van Tongeren

Naar boven