32 360 Financieel jaarverslag van het Rijk 2009

Nr. 9 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 augustus 2010

Tijdens het verantwoordingsdebat van 20 mei jl. heeft de Kamer de motie-Hamer c.s. aangenomen (TK 2009–2010, 32 360, nr. 3). In deze motie spreekt de Kamer haar zorg uit over de realisatie van de afspraak dat het Rijk voor eind 2010 in totaal 100 extra plaatsingen van Wsw-ers en 150 extra plaatsingen van Wajongers realiseert (uitvoering motie Heijnen van 17 juni 2008, TK 2007–2008, 31 444 VII, nr. 15).

Dit naar aanleiding van de voortgangsrapportage, in het Sociaal Jaarverslag 2009. Hierin is gemeld dat het Rijk in 2009 meer dan de helft van het quotum voor Wsw-ers en bijna een kwart van het quotum voor Wajongers heeft gerealiseerd.

De Kamer heeft het kabinet verzocht om alles in het werk te stellen om de doelstelling voor het eind van dit jaar te realiseren en hierover in de voortgangsnota van 2010 te rapporteren.

Wat betreft uw verzoek om in de voorjaarsnota 2010 te worden geïnformeerd over de activiteiten die worden ondernomen om de 250 plaatsingen van Wsw-er en Wajongers voor eind 2010 te realiseren, moet ik u melden dat dit om praktische redenen (tijdpad) niet mogelijk is gebleken.

Wat betreft uw constatering dat de realisatie van de 250 extra plaatsingen van Wsw en Wajong onder druk staat, kan ik u melden dat ik uw zorg deel.

Actuele stand van zaken

De actuele stand van zaken van de realisatie van het werkervaringsproject Rijk voor Wajongers en Wsw-ers is als volgt: 70% van de Wsw-target is gerealiseerd en 47,6% van de Wajong-target (stand eind juli jl.).

Uit de cijfers over de eerste 7 maanden van dit jaar kan worden geconcludeerd dat, zeker wat betreft de plaatsing van Wajongers, nog een flinke inspanning moet worden geleverd.

De Wsw- en Wajongtargets zijn, met instemming van de departementale directeuren P&O, op basis van de bezetting in fte’s over de ministeries verdeeld.

De realisatiepercentages verschillen per ministerie. Enkele ministeries hebben een of beide targets al (ruim) gehaald (EZ, SZW en VWS), een aantal andere heeft de targets bijna gerealiseerd of zijn goed op weg om hun targets te realiseren en sommige ministeries (enkele grote) moeten hun targets nog grotendeels realiseren. Deze laatste groep ministeries zal extra inspanningen moeten leveren om het departementale quotum voor eind 2010 te kunnen realiseren.

Ondernomen/te ondernemen acties om het quotum voor eind 2010 te realiseren

De uitvoering van de realisatie van het 250 werkervaringsplaatsenproject is belegd bij het Expertisecentrum Arbeid en Gezondheid van het Rijk, dat de realisatie van de doelstelling monitort en de ministeries ondersteunt bij de realisatie van hun quota.

In juni jl. is de tweede kwartaalrapportage van het 250 werkervaringsplaatsenproject aan de ministeries voorgelegd, waarbij aan de achterblijvende ministeries de vraag is gesteld welke concrete activiteiten zij (gaan) ondernemen om hun departementale target alsnog te realiseren.

Acties van de zijde van het Expertisecentrum Arbeid en Gezondheid

Het Expertisecentrum Arbeid en Gezondheid heeft in voornoemde rapportage toegezegd dat het zijn dienstverlening aan de ministeries zal uitbreiden om hen te helpen hun targets te realiseren. Zo is bijvoorbeeld gebleken dat het aanbod van Wajongers tamelijk ondoorzichtig is (er zijn zeer veel aanbiedende partijen op de re-integratiemarkt) waardoor het voor ministeries moeilijk blijkt om potentieel geschikte kandidaten voor beschikbare takenpakketten te vinden. Ook blijken sommige ministeries het moeilijk te vinden om passende takenpakketten te vinden.

Daarom zal het Expertisecentrum Arbeid en Gezondheid de ministeries desgewenst aanvullende ondersteuning bieden bij het vinden van potentieel geschikte kandidaten bij takenpakketten (voorselectie kandidaten) en extra arbeidsdeskundige expertise bieden.

Acties van de zijde van de achterblijvende ministeries

Deze ministeries hebben elk een plan van aanpak opgesteld voor de realisatie van de departementale quota. De belangrijkste (aanvullende) maatregelen die de achterblijvende ministeries ondernemen om alsnog voor het eind van het jaar hun departementale quota te realiseren zijn:

  • Intensiveren van de monitoring van de realisatie van departementale targets en versterken van de coördinatie van de departementale projectuitvoering;

  • Doorvertalen van de departementale quota naar de organisatie-onderdelen;

  • Intensiveren van de voorlichting betreffende het project en de doelgroepen richting HRM en lijnmanagement. (Een en ander in samenspraak met UWV, Haeghe Groep, re-integratiebureaus, Wajong ambassadeurs van CNV Jongeren en de andere ministeries (delen good practices);

  • Bevorderen van de plaatsing van Wsw-ers en Wajongers op werkzaamheden die momenteel door uitzendkrachten worden ingevuld;

  • Bevorderen van de plaatsing van Wajongers en Wsw-ers op gecreëerde functies/takenpakketten (jobcarving op basis van maatwerk).

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de activiteiten die het Rijk onderneemt om het 250 werkervaringsplaatsenproject voor Wajong en Wsw voor eind 2010 te realiseren.

Ik vertrouw erop dat hiermee stappen in de goede richting zijn gezet om de 250 werkervaringsplaatsentarget voor het eind van dit jaar te realiseren en blijf de uitvoering van de departementale plannen van aanpak kritisch volgen.

Zoals afgesproken rapporteer ik u in het Sociaal Jaarverslag Rijk van 2010 (in mei 2011) over de realisatie van het 250 werkervaringsplaatsenproject voor Wsw en Wajong.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Naar boven